- blad nr 7
- 6-4-2002
- auteur G. van der Mee
- Redactioneel
Onderzoek staat ver af van de praktijk
De schoolagenda zal er in 2010 heel anders uitzien dan nu. Waarschijnlijk is hij dan elektronisch en met veel meer functies dan alleen het noteren van huiswerk. Een schoolagenda is ontworpen voor leerlingen, vreemd genoeg worden de meeste vernieuwingen in het onderwijs ingevoerd zonder rekening te houden met de wensen van leerlingen. Dat constateert de Verkenningscommissie die bekeek met welke vraagstukken het onderwijs in de toekomst de maken heeft en of die aansluiten bij het huidige onderwijsonderzoek. De Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid (AWT) en de Commissie Overleg Sectorraden (COS) stelden de commissie in en voorzitter was prof. Len de Klerk, voormalig rector van de katholieke Universiteit Brabant.
Er zijn nogal wat instellingen die zich in Nederland bezig houden met onderwijsonderzoek. Behalve de universiteiten zijn er de pedagogische centra, de schoolbegeleidingsdiensten, lerarenopleidingen, adviesbureaus. Helaas moest de commissie constateren dat aan de universiteiten het onderzoek steeds fundamenteler is geworden. De kwaliteit daarvan is niet slecht, maar het sluit slecht aan op actuele problemen in het onderwijs en biedt geen steun bij vernieuwingen. Het onderzoek staat boven aan een lange keten: eerst is er het onderzoek, dan de leerplanontwikkeling, de innovatie de implementatie en tenslotte de begeleiding. Al deze onderdelen zijn in handen van verschillende organisaties. Dat maakt de overdracht er niet makkelijker op. Daarnaast komt de onderwijsvraag dikwijls niet uit de praktijk waardoor er sprake is van een topdownbenadering. Docenten krijgen al gauw het gevoel met vernieuwingen opgezadeld te worden waar ze niet om gevraagd hebben, terwijl de werkdruk toch al erg groot is. Maar op de vraag 'hoe kan de werkdruk worden gereduceerd?' krijgen ze geen antwoord. Vandaar dat de commissie ervoor pleit het onderzoek veel dichter bij de school te brengen. De 'keten' oftewel de kennisinfrastructuur moet drastisch veranderen, dat geldt ook voor de lerarenopleidingen en de pabo's. Als mogelijkheid wordt een idee van prof. Schuyt genoemd die voorstelt om alle de werknemers van de verzorgingsstructuur naar de scholen te brengen. De gedachte van Schuyt hierachter is dat scholen daardoor meer professionele capaciteit krijgen en een eigen visie op hun onderwijs kunnen ontwikkelen. Zelf denkt de Verkenningscommissie dat de 'keten' veel meer aangestuurd zouden moeten worden door de vraag van de 'klant' zoals dat ook bij adviesbureaus gebeurt en bij de meeste onderwijsbegeleidingsdiensten.