• blad nr 7
  • 6-4-2002
  • auteur G. van der Mee 
  • Redactioneel

Tijdperk Hermans was een hele opluchting 

In godsnaam geen ideologie

Aan zijn eerste jaren op katholieke scholen heeft hij goede herinneringen, zelfs over de nonnen geen kwaad woord. Het was een 'rijke roomse jeugd'. Thom de Graaf (D66) vindt Hermans een capabel bestuurder, maar is minder te spreken over Adelmund die te lang wachtte met veranderen: "Voor de PvdA was de basisvorming hun eigen kindje geworden. Het is heel moeilijk daarvan te zeggen 'zo mooi is het eigenlijk niet'."

Op het Stedelijk Gymnasium in Nijmegen wordt Thom de Graaf omringd door leerlingen en camera's. Op verkiezingstournee bezoekt de fractieleider van D66 zijn oude school. Die staat tegenwoordig op een andere plek. Het nieuwe gebouw biedt nu ruimte aan 1200 tot 1300 leerlingen, terwijl in 1968, toen hij er begon, de school slechts 180 leerlingen had. Op het oude pand staat nog steeds in koperen letters het woord 'gymnasium' maar er zit geen school meer in. Het grote glas-in-loodraam in het trapportaal is er nog, evenals de toegang naar de kelder waar De Graaf als voorzitter van de schoolvereniging heel wat uurtjes doorbracht. We kunnen de ruimte niet meer bezichtigen, de buitentrap naar de kelder is inmiddels helemaal dichtgeslibd met zwerfvuil: "We zaten er altijd. Het werd ook wel het 'vrij-hok' genoemd."
Wat is uw eerste herinnering aan school?
"Dat was de kleuterschool in Lisse, Maria Regina, een school met verschrikkelijk aardige nonnen. Daarna heb ik nog twee jaar op de st. Jozefschool gezeten, maar mijn ouders wilden dat ik naar Haarlem ging. Daar werd ik volgens hen beter voorbereid op het vwo, dat was dan wel vijftien kilometer fietsen of met de bus. Ik was misdienaar, vooral de reisjes die je dan maakte vond ik fantastisch."
De Graaf is de vierde lijsttrekker met een katholiek verleden: "Inderdaad. Melkert, Marijnissen en Rosenmöller waren ook allemaal katholieke jongetjes. Ik heb er geen slechte herinneringen aan, het was een 'blijde roomse jeugd', wij woonden in het westen daar was het allemaal minder zwaar dan in het zuiden."
Niet de overgang naar het gymnasium viel hem zwaar, maar de verhuizing van Haarlem naar Nijmegen.
"Ik zat in de 5de klas lagere school, had vriendjes, mijn eerste vriendinnetje, daar werd ik in een keer uitgetrokken. In Nijmegen trof ik het niet, dat laatste jaar op een jongensschool was echt een rotjaar."
Maar het Stedelijk Gymnasium maakte veel goed, hij voelde zich er precies op zijn plek: "Het was de juiste mix van vrijheid, een liberale levensopvatting, veel cultuur, er werd veel aan cabaret gedaan. Dat heeft mij ontzettend gevormd."
Het was 1968, een roerige tijd ook in Nijmegen, maar waarschijnlijk nog niet voor 12-jarigen?
"Nee, daar hield ik me natuurlijk niet mee bezig. Hoewel je al heel snel allerlei veranderingen zag. Iedereen liet zijn haar groeien ik kreeg daardoor een soort afro-kapsel, de corduroyjasjes kwamen, de eerste joints werden gerookt. Het was een hele gepolitiseerde tijd, maar daar werd ik me pas veel later bewust van."
Politiek kreeg hij thuis met de paplepel ingegoten, zijn vader was vijftien jaar Kamerlid voor de KVP en tegelijkertijd burgemeester van Lisse. "Schmelzer, Van Tiel, dat zijn de namen uit mijn jeugd. Er werd thuis veel over politiek gesproken, toch ben ik van de zes kinderen de enige die echt de politiek in ging."
Zijn geschiedenisleraar Koen van der Sterrn maakte grote indruk op hem. "Een fantastische man, van hem heb ik mijn liefde voor geschiedenis. Hij is nu gepensioneerd. Ik heb me ernstig afgevraagd of ik geschiedenis zou gaan studeren, maar ik was als de dood dat ik dan leraar moest worden. Het werd dus rechten, dat lag me ook."

Geborgenheid
D66 is een groot voorstander van kleine scholen, wil 500 miljoen euro overhevelen naar de gemeentekas voor het splitsen van scholen. Uw eigen school was heel klein, is dat het ideaal?
"Ik denk dat het niet goed is om alleen je eigen school als voorbeeld te nemen. De sfeer op mijn school was heel intiem, maar ik moet zeggen dat mijn dochter nu op een gymnasium in Leiden zit met 1400 leerlingen, toen ik daar vier jaar geleden kwam voelde ik exact dezelfde persoonlijke sfeer. Ze doen ook dezelfde dingen. Het heeft te maken met zelfstandige gymnasia en de behoefte van die scholen om iets over te dragen van cultuur maar dan heel breed. Als ik het over kleine scholen heb dan bedoel ik niet alleen de zelfstandige gymnasia. Voor mij zijn de kenmerken van een ideale school in de eerste plaats geborgenheid, dat je zonder overdreven controle gekend wordt, met plezier naar school gaat ook al haat je bepaalde leraren of lessen. Veel grote scholen zijn wel onderverdeeld in kleinere eenheden, maar de leraren hebben er toch moeite mee dat ze in zulke grote cohorten moeten werken en dat het daardoor allemaal minder persoonlijk wordt. De Onderwijsraad heeft ook aangegeven dat leerlingen met een leerachterstand minder goed af zijn op een grote school."
D66 wil 2,7 miljard euro extra uitgeven voor onderwijs en kennis, dat is inclusief de afschaffing van het lesgeld, uitgaande van een groei van 2,25 procent. Geen algemene lastenverhoging, slechts een procent aflossing van de staatsschuld. "Voor ons is het geen doel op zich om precies in 25 jaar de staatsschuld af te lossen, als we er de volgende generatie maar niet mee opzadelen. Mocht er zich een nieuwe ramp voordoen, zoals op 11 september, dan willen we eerder bezuinigen op oud beleid dan inleveren voor nieuw beleid."

Hun kindje
De paarsmoeheid, die ook bleek uit een enquête onder AOb-leden (slechts elf procent wil nog een kabinet volgens de huidige samenstelling, zie HOb 4) heeft volgens De Graaf niet zoveel met onderwijsbeleid te maken. "Na acht jaar is er behoefte aan nieuwe kansen. Het is voor het eerst in de naoorlogse periode dat een kabinet van dezelfde kleur het twee volledige termijnen heeft volgehouden. De samenleving heeft nu eenmaal een hoge omloopsnelheid. Ik kan me bovendien voorstellen dat men in het voortgezet onderwijs niet razend enthousiast is omdat net in die periode de basisvorming en het studiehuis erin werden gestampt en het duurde verrekte lang voordat deze staatssecretaris ingreep. Wij konden roepen wat we wilden, ze heeft heel lang, samen met haar partij de PvdA, vastgehouden aan bijna een beetje ideologische denken."
Dat klinkt wel heel voorzichtig.
"Nou laat ik het 'bijna' dan weglaten. Het was hun kindje, het is heel moeilijk van je eigen baby te zeggen: zo mooi is hij eigenlijk niet. Ik kan me dat wel voorstellen, maar het heeft lang geduurd, pas na forse druk is er wat veranderd. Idem voor het studiehuis. Wij zeiden: laat scholen zelf de keuze maken of ze een jaar later beginnen en start niet met een te overladen programma. Het gebeurde allemaal toch en tenslotte moest de staatssecretaris bijstellen. Ik begrijp goed dat het voor leraren a hell of a job is geweest de afgelopen jaren. Tegelijkertijd moet ik zeggen dat het voor het eerst in twintig jaar is dat het onderwijs ruimte heeft gekregen, dat er miljarden extra geïnvesteerd zijn onder meer in schoolbudgetten en arbeidsvoorwaarden. Er is weer enige lucht gekomen en dat is toch ook een gevolg van het beleid van Paars, de circulairedrift is teruggebracht. Als ik ergens Hermans om waardeer is het dat hij die weg is gegaan. Ik slaakte in 1998 een zucht van verlichting dat er eindelijk eens geen PvdA'er of CDA'er op onderwijs kwam maar iemand van liberale huize.
Dat beviel wel?
"Zeer, wat Hermans wilde was hetzelfde als wat wij wilden, alleen vind ik dat hij niet ver genoeg is gegaan. Toch was het een verademing dat er een keer een meer liberale wind ging waaien, minder directieven van Zoetermeer, meer ruimte voor de scholen. Dat zijn gelukkig goede ontwikkelingen geweest."
En minder ideologie beviel ook?
"In godsnaam geen ideologie, heerlijk!."
De ideeën van Hermans over marktwerking kunnen tenslotte eindigen in een tweedeling tussen scholen.
"Daar lopen wij van de VVD weg. De school moet niet afhankelijk zijn van particuliere bijdragen. Een grote vrijheid betekent niet dat het bedrijfsleven het moet overnemen, maar dit gaat dan meer over de universiteiten. Daar hadden wij discussie met Jorritsma over, dat doen we niet."
Uw partijgenoot Ursie Lambrechts heeft zich in de Kamer al diverse malen kwaad gemaakt over de discriminatie die ontstaat door het toelatingsbeleid op sommige bijzondere scholen. U vraagt om een andere toepassing van artikel 23, tot nu toe hebben uw inspanningen nog weinig opgeleverd.
"Nou ja de samenwerkingsschool is een kleine vooruitgang. Misschien is dat typisch voor D66, we weten van een aantal zaken dat die niet overnight kunnen veranderen omdat we daar andere partijen voor nodig hebben. Ik ben voor de vrijheid van onderwijs maar wil die in een perspectief zetten van de 21ste eeuw: ouders moeten hun kind naar de school van hun wens kunnen sturen als ze de grondslag van de school respecteren. Of daar een wijziging van de grondwet voor nodig is, weet ik niet. Een politieke meerderheid zou het ook eens kunnen worden over een nieuwe interpretatie. Zelfs iemand als Bas van der Vlies (SGP) ziet best dat er problemen zijn bijvoorbeeld in het bijzonder onderwijs als het gaat om gehandicapte leerlingen."
D66 pleit voor meer ouderparticipatie, ze moeten bijvoorbeeld in het bestuur. Hebben ouders het niet veel te druk voor dergelijke taken?
"Mijn eigen vrouw is klassenouder op de middelbare school. Ik ken veel mensen met een drukke baan die wel wat in het bestuur van een school willen doen. Als je opvoeding belangrijk vindt, moet het mogelijk zijn om daarvoor enige ruimte te maken."


Thom de Graaf (1957) werd geboren in Amsterdam. De kleuterschool bezocht hij in Lisse, de lagere school in Haarlem en het gymnasium in Nijmegen. In 1976 deed hij daar eindexamen en ging hij rechten studeren met als specialisatie staatsrecht en parlementaire geschiedenis. Hij was in die tijd al actief lid van D66. Na vier jaar wetenschappelijk medewerker te zijn geweest op de juridische faculteit, werkte hij vervolgens op het ministerie van Binnenlandse Zaken onder meer als hoofd Politiebeleid en juridische zaken. Bij D66 had hij diverse functies. In 1990 kwam hij in de gemeenteraad van zijn woonplaats Leiden, vier jaar later werd hij in lid van de Tweede Kamer en sinds 1997 is hij fractievoorzitter.

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.