• blad nr 8
  • 1-10-2024
  • auteur M. Lucieer 
  • Meer voor elkaar

 

Samenwerking leraren schiet tekort

Hoe word je een betere school-, team- of projectleider? Hoogleraar Inge de Wolf heeft daar een duidelijk idee over. In haar AOb-wetenschapscollege houdt ze schoolleiders een spiegel voor.

“De kwaliteit van schoolleiders in Nederland verschilt sterk”, zegt Inge de Wolf, hoogleraar onderwijsevaluatie aan de Universiteit Maastricht, op basis van wetenschappelijk onderzoek. Op het belangrijkste punt is er zelfs maar één land dat slechter scoort.

Dat is een pittige stelling
“Dat klopt, maar het is waar. Op collective teacher efficacy, het doelgericht samenwerken aan onderwijsverbetering, scoort alleen Japan slechter dan Nederland. Volgens het Talis-onderzoek van de OESO heeft hier slechts 38 procent van de schoolleiders in het basis-, middelbaar en speciaal onderwijs het afgelopen jaar gestimuleerd dat leraren samenwerkten om het onderwijs te verbeteren. Terwijl dat de belangrijkste factor is voor goed onderwijs. Op dat punt is dus nog heel veel winst te behalen.”

Hoe kunnen schoolleiders dat doen?
“Ze kunnen bijvoorbeeld werken met groepen docenten die bespreken hoe de kwaliteit van het wiskundeonderwijs of het lezen in groep 3 kan worden verbeterd. Ik zal tijdens mijn college voorbeelden geven van scholen die dit succesvol doen, en vertellen hoe zij dat aanpakken.”

Als schoolleiders dat doen, dan worden ze goed in hun vak?
“Dat is te makkelijk gezegd. Het is wel heel belangrijk, maar wat een goede schoolleider bijvoorbeeld ook moet doen, is de werkdruk in het onderwijs aanpakken. Sommige schoolleiders zijn daar heel erg mee bezig, bijvoorbeeld door focus en rust aan te brengen, maar andere niet.”

Waarom is de kwaliteit van Nederlandse schoolleiders zo wisselend?
“Omdat er te weinig aandacht is voor goede schoolleiders. Bijna elk land heeft een soort rijksacademie voor schoolleiders, maar in Nederland lopen de opleidingen sterk uiteen. En schoolleiders hebben verschillende achtergronden: de één was een goede leraar en werd daarom schoolleider, de ander is een manager zonder onderwijskundige achtergrond. Wat daarnaast niet helpt, is het tekort aan schoolleiders, dat nog groter is dan het lerarentekort. Scholen denken dan: liever een slechte leider dan geen leider.”

Een manager is een manager, zou je zeggen.
“Dat is toch niet waar. We weten uit onderzoek dat onderwijskundige leiders vaak de beste schoolleiders zijn, zowel voor de tevredenheid van docenten als voor het geluk en de leerprestaties van leerlingen. Anders loop je het risico dat ze handelen op basis van ‘gevoelskennis’, waardoor ze onnodig veel geld uitgeven en voor veel onrust zorgen. Zo denken steeds meer schoolleiders dat ze kinderen het best kunnen leren rekenen of lezen door ze ondertussen te laten bewegen, bijvoorbeeld met een spel. Dat is niet zo. Beter is het om tussendoor te bewegen. Maar leraren worden opgeleid in bewegend leren, scholen en klaslokalen worden aangepast, en over drie jaar ontdekken ze dat dit niet werkt en wordt alles teruggedraaid.”

Je neemt geen blad voor de mond.
“Het zal tijdens het wetenschapscollege ook wel schuren. Ik ga mensen een spiegel voorhouden. Maar ik geef ze tijdens het college natuurlijk vooral een gereedschapskist mee zodat ze het vanaf die avond steeds beter gaan doen.”

Het wetenschapscollege van Inge de Wolf op donderdag 7 november van 19.30-21.30 online te volgen. Aanmelden: AOb.nl/agenda

Dit bericht delen:

© 2025 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.