- blad nr 5
- 1-5-2024
- auteur T. van Gelder
- Column
Rituele dans
Daarna begint het vingerwijzen op de (sociale) media. Want iemand moet de schuld krijgen. Of op zijn minst de verantwoordelijkheid nemen. Jan van de Ven, we kennen hem nog van Po in Actie, reageerde op LinkedIn: ‘Benieuwd of dit gaat leiden tot meer samenwerking en meer ‘lichtpuntjes’ of tot (nog) meer focus op de schuldvraag'. Laten we hopen dat het jaarlijkse inspectierapport tot meer samenwerking leidt. Dan brengt de Staat ook nog iets positiefs.
Een andere tactiek is de ontkenning. ‘Crisis?’ ‘Wel nee, hoe kun je dat beweren als tot wel 98 procent de kwaliteit op orde heeft? En ‘Er gebeuren toch heel mooie dingen in het onderwijs?’
Dat is allemaal waar. En ik wil niemand ontmoedigen. Maar met alleen ‘leren van elkaar’ en ‘we moeten het samen doen’, komen we er niet.
Om met Merel van Vroonhoven te spreken: ‘lange tenen’ van schoolbesturen zijn hier niet op z'n plaats. Ik haalde haar in mijn vorige column ook al aan.
De basis moet op orde, en vandaaruit kunnen we werken aan voldoende kwaliteit. We laten nu te veel aan het toeval over, en daardoor hebben we die grote verschillen in kansengelijkheid. Het is tijd voor meer landelijke regie, sturing en meer structurele middelen.
Ik kan het niet verkroppen dat een generatie leerlingen niet het onderwijs krijgt dat ze nodig hebben en dat ze verdienen. We zien ook de frustratie bij de collega’s voor de klas die niet het onderwijs kunnen leveren dat ze zouden willen leveren.
Waarnemend inspecteur-generaal Ria Westendorp roept de politiek op meer regie te nemen. ‘Goed onderwijs wordt de verantwoordelijkheid van iedereen, maar in de praktijk vaak van niemand.’ Dat kunnen we ons niet veroorloven.