- blad nr 5
- 1-5-2024
- auteur J. Aarts
- Raad en daad
AOb corrigeert werkgever na beëindiging contract
Noortje was er klaar mee. Haar werkgever was er blijkbaar van overtuigd dat zij haar werk niet goed zou verrichten. Pogingen om hem op andere gedachten te brengen liepen op niks uit. Het leek er sterk op dat hier niet zozeer het functioneren maar persoonlijke gevoelens de doorslag gaven.
Het ergste was nog wel dat de op school gehanteerde regeling functionerings- en beoordelingsgesprekken weliswaar sprak van een cyclus van twee jaar waarin een hele reeks van gesprekken zou moeten plaatsvinden. De werkgever bleek de hele cyclus echter behoorlijk te kunnen inkorten. Het was haar werkgever al na enkele maanden duidelijk dat er weinig meer aan haar te verbeteren viel. Daar valt lastig tegen op te boksen. Daarom besloot Noortje, op advies van de jurist van de AOb die haar kwestie in behandeling nam, dan maar een vaststellingsovereenkomst aan te gaan en elders haar geluk te beproeven. In deze tijd van schaarste een prima idee.
Een vaststellingsovereenkomst kent een heleboel standaardbepalingen die er bijna altijd in worden opgenomen. Zo is het bijvoorbeeld belangrijk om erin te zetten dat je niet zelf ontslag hebt genomen omdat je anders geen werkloosheidsuitkering kunt krijgen. En natuurlijk is het handig om af te spreken welke ontslagvergoeding je meekrijgt. Meestal wordt ook afgesproken dat je na het tekenen van de overeenkomst over en weer niets meer van elkaar te vorderen hebt. Je verleent elkaar, zoals dat heet, finale kwijting en dat betekent dat je bijvoorbeeld niet meer om eventueel achterstallig loon, achterstallige vakantie een ambtsjubileum en wat er nog meer mag zijn, kunt vragen.
Omdat dit nog wel eens aan de aandacht van werknemers ontsnapt waarschuwde de jurist van de AOb Noortje nadrukkelijk voor de precieze betekenis van het beding van finale kwijting. Die waarschuwing had het gewenste effect: Noortje tekende de vaststellingsovereenkomst. Ze was er zeker van dat ze niets was vergeten.
Maar haar jurist en zij hadden buiten de werkgever gerekend. Die kwam er namelijk achter dat hij wél wat vergeten was: Noortje had ten onrechte een behoorlijk bedrag aan reiskosten ontvangen waarop zij volgens hem eigenlijk geen recht had. Dat ‘probleem’ had de werkgever eenvoudig opgelost door het te veel betaalde bedrag simpelweg op de eindafrekening in mindering te brengen. “Kan dat?”, vroeg Noortje aan de AOb.
Het antwoord is: nee. Het beding van finale kwijting geldt natuurlijk ook voor de werkgever. Ook voor hem geldt: als hij om de een of andere reden vergeet zaken in de vaststellingsovereenkomst te regelen, kan hij daarop niet eenzijdig terugkomen. De verrekening zou dus ongedaan moeten worden gemaakt.
Na enige correspondente over en weer zag de werkgever dat gelukkig ook in. Het ingehouden bedrag werd alsnog aan Noortje overgemaakt zodat haar kwestie gelukkig zonder verdere problemen kon worden afgesloten.
Deze rubriek is gebaseerd op ervaringen uit de praktijk van de AOb-juristen