- blad nr 5
- 1-5-2024
- auteur M. van Nieuwstadt
- Commentaar
Dienende bestuurders
Dit nummer staat vol verhalen over de rijkdom van het leraarschap. ‘Vaak moet je in een split-second de juiste keuze maken’, zegt de 21-jarige starter Annelie Vuik. Zij-instromer en columnist Marieke Dubbelman schreef een dagje mee en treft de hectiek in haar klas met een citatenspervuur van leerlingen. Veel van wat er gezegd wordt, lijkt misschien niet belangrijk, maar dat kan zomaar wel het geval zijn. Een juf staat altijd aan.
Ik citeerde op deze plek al eens de directeur van mijn pabo die leraren vergeleek met tienkampers. Ook het kleurrijke palet van vakmanschap dat Merel van Vroonhoven schetst op onze opiniepagina’s getuigt van de diversiteit van het vak. Leraren moeten de zeggenschap daarover opeisen, vindt zij.
Het nieuwe Beroepsbeeld leraren waarover Daniella van ’t Erve schrijft op pagina 12 biedt hoop wat dat betreft. Door samen vast te stellen wat het beroep inhoudt eisen zesduizend betrokkenen bij het document hun positie op.
Een mooi begin, maar niet meer dan dat, zegt docent Laura Borghols erover en ook zij maakt een vergelijking met sport: ‘Een leraar is als een topsporter: wij leveren de belangrijkste prestatie.’
Topsporters beschikken doorgaans over een heel entourage aan ondersteuning, aldus Borghols: mensen die de randvoorwaarden verzorgen. Maar anders dan in de sport heeft in het onderwijs die entourage het voor het zeggen, terwijl ze een dienende rol zouden moeten hebben.
Dat gebeurt niet van de ene dag op de andere, maar een begin met die nieuwe rolverdeling is wel degelijk snel mogelijk. Het zou mooi zijn als bestuurders, zoals Van Vroonhoven suggereert, eens in de week aan de slag gaan als onderwijsassistent.