- blad nr 5
- 1-5-2024
- auteur M. Lange
- Flashback
‘Hij had een mooie lerarentrots’
“Geschiedenis vond ik op de basisschool al een leuk vak. Mijn eerste werkstuk maakte ik over Napoleon. En ik trok de conclusie: Ik bén Napoleon. Op de middelbare school was Maarten van der Linde zo’n leerkracht die samenviel met zijn vak. Geschiedenis is het meest grensoverstijgende vak, omdat het aan zoveel aspecten van het leven raakt: de Nederlandse taal, internationale betrekkingen, geografie, menswording, burgerschap. Allemaal woorden waar ik toen als leerling niet aan dacht, maar die door hem voelbaar werden gemaakt. Geschiedenis was de ongekroonde koning onder de vakken. Hij straalde dat uit, en ik was het ermee eens.
Hij nam het vak serieus, en hij verwachtte van zijn leerlingen inzet en overgave. Hij was een serieuze man. Een belangrijke les die ik van hem leerde was: hoe serieuzer je een thema benadert, hoe serieuzer kinderen het nemen. Dat neem ik nog steeds mee als ik naar scholen ga om te vertellen over literatuur. Als ik vertel dat een vader op blote voeten zonder koffer vertrok uit zijn dorp om een beter leven tegemoet te gaan, dan snappen kinderen meteen ‘dit is serieus’. Leerlingen voelen dat zo’n verhaal over het leven zelf gaat.
Ik weet verder helemaal niks van hem. Hij liep op sandalen en hij droeg van die gebreide truien. Hij had een protestantse uitstraling, een vierkant hoofd. Hij kon dominant zijn in zijn lesstijl. Maar hij was ook voortdurend bezig om ons iets te geven. Je ging altijd met een fijn gevoel weg uit de les. Hij gaf mij iets wat ik nodig had. Hij liet zien dat je kon gaan voor intellectuele passie. Dat je iets mag uitzoeken tot op het bot. Ik leerde van hem over Palestina-Israël, en over het Midden-Oosten. Hij leerde ons ook hoe we naar bronnen moesten kijken, de rol van de media, spotprenten. Hij nam mij hierin enorm mee.
Ik had hem in havo en vwo bovenbouw. Hij vond mij heel goed. Ik haalde hoge cijfers bij hem. We hadden een soort serieuze relatie. Later ben ik geschiedenenis gaan studeren en dat wist hij ook. Dat vond hij leuk. Maar hij was niet sentimenteel in die zin. Hij was gewoon met het vak bezig.
Als ik voor een klas sta dan denk ik nog vaak aan hem. Hij was niet bang, hij was onbevreesd, hij stond er stoer bij, hij had een mooie lerarentrots. En hij wist dus dat jonge mensen ontzettend open staan voor serieuze onderwerpen. Je doet ze er een plezier mee. Hij deed mij er een enorm plezier mee.”
MAARTEN VAN DER LINDE, oud-docent geschiedenis en maatschappijleer Caland Lyceum: “Tot in de jaren negentig vond ik het onderwijs leuk, heb er ruim van genoten. Daarna kwamen de assertieve en calculerende leerling het mij, als leraar-oude-stijl, een stuk lastiger maken. Met zijn liefde voor geschiedenis was Abdelkader daarop een uitzondering. Hij daagde mij regelmatig uit door mij met een schuin hoofd aan te kijken: ‘Dat zegt u nu wel, maar is dat ook zo?’ Ik zie nu veel scherper dan toen dat hij als kind van de eerste generatie migranten zijn vader was een kleine ondernemer al vroeg ik de gaten had dat je elke kans moest grijpen.”