- blad nr 9
- 1-11-2023
- auteur . Overige
- Opinie
Weg met die focus op cijfers
De focus op cijfers in het Nederlands onderwijs is volgens Johannes Visser rampzalig voor de motivatie en het welzijn van leerlingen. ‘Onderwijs zou niet kennis, maar groei als uitgangspunt moeten nemen’.
Als leraar heb ik me er altijd over verbaasd. Zodra leerlingen klaar zijn met hun eindexamen nemen ze een tussenjaar of gaan ze backpacken in het buitenland ‘om zichzelf te ontdekken’.
Wat hebben ze al die jaren op school dan gedaan?
Ze hebben er veel moeten doen omdat het voor een cijfer was. Volgens het Landelijk Aktie Komité Scholieren (LAKS) hebben leerlingen te lijden onder ‘een ongezonde focus op toetsen en cijfers’.
‘Scholieren rollen van de ene toets naar de andere en zitten te stressen of ze wel genoeg geleerd hebben’, schrijft het
Cijfercultuur
Die cijfercultuur valt leraren niet te verwijten. Als leraar Nederlands zag ik dagelijks zo’n 150 leerlingen spelling en grammatica moet uitleggen, die ik moest leren lezen, schrijven en spreken. Cijfers zijn een handig middel om die overladenheid een beetje in goede banen te leiden.
Maar al die cijfers tezamen vormen wel een probleem, want wat voor leraren een handig middel is, is voor leerlingen het ultieme doel. Een op de drie leerlingen in het voortgezet onderwijs voelt zich niet vrolijk, ontspannen en energiek, wordt niet uitgerust wakker en geeft aan weinig bezig te zijn met interessante dingen. In de afgelopen twintig jaar is het percentage jongeren dat ‘nogal veel’ druk en stress ervaart door school volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau bijna verdrievoudigd: van 16 naar 45 procent. Ruim een kwart van de leerlingen op de middelbare school ervaart vaak of altijd stress door school en huiswerk.
Verwachtingen
Cijfer na cijfer zien leerlingen school steeds meer als de plek waar ze heen moeten om te voldoen aan de torenhoge verwachtingen van anderen, in plaats van als een omgeving die hen helpt vat te krijgen op de wereld. Slechts 30 procent van de leerlingen in het voortgezet onderwijs zegt de controle te hebben over zijn leven. Niet zo gek dus dat leerlingen na hun eindexamen de wereld intrekken om te ontdekken wie ze zelf eigenlijk zijn. Wie leert voor een cijfer, cijfert zichzelf weg.
Wat we daaraan kunnen doen? Onderwijs zou niet kennis, maar groei als uitgangspunt moeten nemen. Ons onderwijssysteem bestond zo’n 200 jaar geleden in een tijd van grote armoede en werkloosheid. Dat werd niet in de eerste plaats als een economisch, maar als een moreel probleem gezien: het volk zou lui en dom zijn en van geen kant deugen. Kennis, zo was het geloof, zou leiden tot deugd en deugd tot burgers die willen werken. ‘Kennis is de weg naar persoonlijke en maatschappelijke ontwikkeling’, was niet voor niets het motto van een van de belangrijkste onderwijsorganisaties in die tijd. Dus werd die kennis opgeschreven in lesboeken en gingen leraren zoveel mogelijk van die kennis overbrengen op hun leerlingen.
Ook vandaag de dag leeft nog sterk het geloof dat begrip van de wereld begint bij kennis. En deels is dat natuurlijk waar. Wie kan lezen, begrijpt beter wat er om hem heen gebeurt. Om ons eigen lijf beter te begrijpen is het handig om kennis van het menselijk lichaam te hebben en om samen te leven kan het geen kwaad iets te weten van de wereld waar al die lichamen doorheen banjeren.
Persoonlijke groei
Toch zaten die onderwijsadviseurs er 200 jaar geleden naast. Want, ontdekten psychologen afgelopen decennia, persoonlijke groei wordt gevoed door drie grondstoffen: autonomie, competentie en verbondenheid. Geef leerlingen iets te kiezen, laat ze succes ervaren en bouw een band met ze op, en ze staan open om al die belangrijke kennis op te doen. Kennis leidt dus niet tot persoonlijke groei, nee, het is eerder andersom: persoonlijke groei leidt tot kennis. Want kennis begint niet bij wat er in het lesboek staat, maar bij nieuwsgierigheid. Een leraar die niet geïnteresseerd is in hoe de Tachtigjarige Oorlog begon of hoe fotosynthese werkt, zal de grootste moeite hebben te onthouden wat de leraar uitlegt. Een leerling die open staat om de wereld te ontdekken, leert onderweg van alles en het is kennis die beklijft.
Profielwerkstuk
Voor mij is het tegenovergestelde van onderwijs dat niet meer is dan ‘zweten, weten en vergeten’ dan ook het profielwerkstuk. Leerlingen kiezen zelf waar ze onderzoek naar willen doen (autonomie), worden daarin persoonlijk begeleid door een leraar (verbondenheid) en komen zo tot een werkstuk waar ze trots op kunnen zijn (competentie). Ze krijgen er een cijfer voor, maar dat is niet waar ze het voor doen.
Tijd om het onderwijs te ontcijferen. Om leerlingen beter te kunnen begeleiden bij het volgen van hun nieuwsgierigheid, zou iets gedaan moeten worden aan de overladenheid van het curriculum en zouden leerlingen minder leerlingen onder hun hoede moeten hebben. Na vier, vijf of zes jaar onderwijs zou iedere leerling niet moeten slagen met een goed rapport, maar met een backpack aan betekenisvolle ervaringen.
Johannes Visser schrijft voor De Correspondent over onderwijs. Op 7 november verschijnt ‘Is het voor een cijfer? Hoe jongeren meer kunnen leren met minder stress’. Dit boek is voor 15 euro te bestellen via de website van de Correspondent.