- blad nr 8
- 1-10-2023
- auteur L.. van Sadelhoff
- Redactioneel
Juf Sofie laat zien hoe het ook kan
Sofie van de Waart (43) is net met een nieuwe column bezig. Over dat kinderen een paardenbloem kunnen zijn en een orchidee. Die theorie komt van een onderzoeker, Thomas Boyce, ze las zijn boek en dacht: het is écht zo. Paardenbloemen (ongeveer 80 procent van de kinderen) groeien overal, doen het overal goed, op elke school, in elke klas, onder elke omstandigheid. Nee, dan de orchideeën (de overige 20 procent): schitterend als ze bloeien, maar ze moeten wel de juiste voeding krijgen, in de juiste weersomstandigheden leven, niet vertrapt worden. “Zo werkt het dus ook met die kinderen”, zegt Van de Waart. “Er is een groep kinderen die nu niet mee kan komen in het Nederlandse onderwijs, omdat ons systeem niet de juiste omstandigheden voor hen creëert.”
Maakt ze zich boos over. Ligt ze wakker van bij wijze van spreken. En dus schrijft ze erover. Van de Waart was jarenlang basisschooldocent, richtte een succesvol huiswerkbegeleidingsinstituut op en begon twee jaar geleden, in coronatijd, te schrijven voor dagblad Trouw. Eigenlijk, in eerste instantie, over haar man die als een van de eersten in het ziekenhuis belandde met hevige coronaklachten, “nog nooit gedaan, maar ik dacht: ik zie het wel”. Daarna vroeg de redactie haar voor een onderwijscolumn, over wat er goed gaat, maar ook, en vooral: wat er beter kan. Móét. Ze lacht: “Ik vind nu eenmaal veel.”
Jarenlang werkte ze als (inval)leerkracht op basisscholen in en rondom Oegstgeest. En ze was, ze geeft het maar gewoon toe: altijd die ene docent die tijdens vergaderingen vroeg: Waarom doen we dat eigenlijk zo? “Ik denk dat mensen het wel leuk vonden, maar ook weleens zuchtten: hebben we haar weer.”
Blik vol voorbeelden
Ze herinnert zich nog hoe ze ergens nieuw binnenkwam en zag hoe er bij de taalmethode voor elke leerling apart in een beoordelingssysteem de fouten moesten worden genoteerd per vraag. “Dat betekende dus: 25 kinderen, 15 vragen, dus 25 keer 15 vragen de score invullen. Dus ik zei: ‘Je kan toch gewoon zelf met de hand de punten bij elkaar optellen en middelen? Niemand had zich eerder, in al die jaren, afgevraagd of het wel efficiënt was wat ze deden door die fouten allemaal digitaal in te voeren. Daar kan ik dus niet zo goed tegen.” Uiteindelijk werd haar idee overgenomen, maar: “Daar moest wel eerst serieus over vergaderd worden.”
Vraag haar of ze een blik met nog meer voorbeelden wil opentrekken, en ze zegt: Heb je even? “Ik had een keer een jongen in mijn klas die ontzettend intelligent was, heel goed in begrijpend lezen ook. Maar bij een entreetoets raakte hij in de war van de multiplechoicevragen hij was niet goed in het invullen van die vakjes. Dus ik zei: ‘Kunnen we zijn score aanpassen, of hem zijn toets op papier laten maken en dan dat wij het daarna invullen met hem, digitaal?’ Mocht niet. Was fraude. Met als gevolg dat die jongen dus een
Maar ‘juf Sofie’ laat ook zien: zo kan het ook. Nadat ze stopte voor de klas, richtte ze een huiswerkinstituut op in destijds haar woonplaats Oegstgeest, voor de wat zij ‘wal-en-schip-kinderen’ noemt. Kinderen die ‘te goed’ zijn om naar het speciaal onderwijs te kunnen, maar die op normale scholen niet tot hun recht komen. “Elke schooldag waren we open, we gaven bijlessen, trainden executieve vaardigheden, remedial teaching, in groepjes, een-op-een. De sfeer was zo goed, juist omdat we accepteerden dat elk kind anders was en iets anders nodig had, was er een soort saamhorigheid. Met een vrijdagmiddagborrel voor de leerlingen! Het loopt als een tierelier.”
Vergis je niet
Vervolgens zette ze zogenoemde plusklassen op, waar hoogbegaafde kinderen ’s ochtends naartoe konden voor extra lesstof, uitleg, begeleiding en in de middagen konden ze dan terug naar hun eigen school en klas. “Vergis je niet: onder thuiszitters zitten veel kinderen met hoofdbegaafdheid.”
Bij haar instituut zaten kinderen zoals Van de Waart vroeger was. “Kinderen met talent, maar ook met autisme, problemen thuis. Bij wie het net niet wil lukken om allerlei redenen.” Zelf had ze als kind vwo-niveau, maar ook adhd. En neem haar eigen dochter: een typische orchidee. Een gevoelig, slim meisje, drie basisscholen heeft ze gehad, ze kwam thuis te zitten, ziek, somber, kon niet meer naar school, niet meer lachen ook. “Verschrikkelijk om te zien als ouder. En een schande dat het gebeurt in Nederland. Daar moeten we ons diep voor schamen.” Nu zit ze op haar plek op het gymnasium in Breda, heeft ze een klas overgeslagen, vier hartsvriendinnen, mooie cijfers. “Met een beetje hulp en een beetje buiten die gebaande paden durven te kijken en wandelen, kunnen die kinderen een heel eind komen.”
Ze leest veel over de orchideeën. “Ik vind het belangrijk dat zij zich ontwikkelen zoals ze willen en kunnen. Uit onderzoek weten we dat bepaalde kinderen sneller stresshormonen aanmaken. Maar dat zijn ook de kinderen die in een goede omgeving bijzonder creatief zijn. Maar waar in een slechte omgeving niets uitkomt.”
Het leeft
Ze duikt vaker in de wetenschap, voer voor haar columns, voor nieuwe onderwijsideeën. Ze praat met wetenschappers, ouders, onderwijskenners, politici mensen die haar benaderen aan de hand van haar berichten in Trouw. Haar column waarin ze pleit voor een praktijk-vwo, in haar ogen perfect voor de hoogbegaafde leerling met bijvoorbeeld adhd, ging viral, werd duizenden keren gedeeld, geliked en bekeken. “Ouders vroegen: waar kan ik mijn kind inschrijven? Toen voelde ik sterk: het leeft. En ook: het is belangrijk erover te vertellen.”
Haar huiswerkinstituut heeft ze inmiddels verkocht, nu werkt Van de Waart als specialist op scholen. Want het is makkelijker om feedback te leveren op een team docenten als je geen onderdeel bent van het team. “Mensen huren me nu in voor mijn expertise en mening. Dat werkt, vind ik, heel fijn.” Bovendien: ééns adhd, altijd adhd: ze gaat nou eenmaal heel erg goed op dat ondernemen en losse projecten die niet een al te lange spanningsboog van haar vragen.
Ze zet du moment ook een onderwijszorgarrangement op, om zorg en onderwijs aan elkaar te koppelen. Dat werkt zo: er zijn klassen waar kinderen terechtkunnen en waar niet alleen een docent als mentor voor de klas staat en een klassenassistent aanwezig is, maar ook een hulpverlener vanuit de gemeente. De kinderen in het onderwijszorgarrangement komen van verschillende scholen, de pilot draait op het Markland College Oudenbosch, een reguliere middelbare school. Er is nu een speciaal huiskamerlokaal met fijne banken waar leerlingen tot rust kunnen komen en er hangt bijvoorbeeld een boksbal. “Hun omgeving is dus aangepast, maar ze hoeven niet tegen hun vrienden te zeggen: ‘Ik ga naar de zorgboerderij om te schoffelen, want ik zit niet lekker in mijn vel.’ En daar streef ik naar. Dat ieder kind gewoon kan zeggen: ‘Ik ga naar school’.”
Sofie van de Waart, De wereld van juf Sofie, Uitgeverij Pica, € 14,95