- blad nr 8
- 1-10-2023
- auteur K. Hagen
- Redactioneel
10 procent loonsverhoging voor basis- en voortgezet onderwijs
Vorige maand werden de cao-akkoorden gesloten die inmiddels door een ruime meerderheid van de AOb-leden zijn omarmd. De afspraken over het loon en de reiskosten gelden voor alle collega’s in beide sectoren. Daarnaast zijn er sectorafspraken gemaakt. Het akkoord heeft (met terugwerkende kracht) een looptijd van 1 mei 2023 tot 1 oktober 2024.
“Het onderhandelen heeft best even geduurd”, blikt AOb-bestuurder Thijs Roovers terug. “Er viel een kabinet, we stuurden een ultimatumbrief, kondigden een staking aan.” Die staking die 5 oktober zou plaatsvinden, is nu van de baan. Wel komen er acties richting de verkiezingen om onderwijs hoog op de agenda te krijgen bij politieke partijen.
Heet hangijzer was de afspraak over het loon. Al het onderwijspersoneel krijgt een salarisverhoging van 10 procent. “Dit gaat met terugwerkende kracht in per 1 juli 2023 en zal in oktober op de loonstroken te zien zijn”, legt Roovers uit. “Dat helpt collega’s die met hun handen in het haar in de supermarkt liepen.” (Zie ook het artikel ‘Ook onderwijspersoneel leeft soberder’ elders in dit nummer)
Ook is er voor november 2023 een eenmalige uitkering afgesproken. Deze uitkering is pensioengevend, naar rato en de hoogte zal afhangen van de salarisschaal waar je in zit. “We hebben afgesproken dat de collega’s in de laagste salarisschalen (1 tot en met 5) met 1000 euro bruto de hoogste uitkering ontvangen”, legt AOb-bestuurder Jelmer Evers uit. “Voor medewerkers in de schalen 6 tot en met 9 is het 600 euro en voor iedereen in een hogere schaal gaat het om 350 euro.”
De reiskostenvergoeding gaat van 12 cent per kilometer naar 17 cent. En in beide sectoren wordt een einde gemaakt aan de aparte salarisschalen voor collega’s met een participatiebaan. Roovers: “Zij krijgen nu ook een eindejaarsuitkering en vakantiegeld.”
Primair onderwijs
Inhoudelijk zijn er voor het primair onderwijs ook sectorafspraken gemaakt. Dat was hard nodig na vier akkoorden met vooral focus op het salaris en weinig aandacht voor de inhoud van het vak. Werkdruk, bijvoorbeeld: een belangrijk thema. In dit akkoord heeft Roovers heel specifiek laten zetten wat ‘voor- en nawerk’ (de opslagfactor per les) inhoudt. “Dat zijn dus geen oudergesprekken, geen schoolreisjes of sintvieringen”, zegt hij. “Dat is alleen het voorbereiden van de lessen, het nakijken van toetsen of een evaluatie van een les. We zagen dat er op sommige scholen van alles onder deze term werd geschoven, we zorgen nu voor duidelijkheid.”
Ook is er afgesproken met de PO-raad dat er een onderzoek komt naar het werkverdelingsplan. “We willen evalueren en kijken hoe we het makkelijker kunnen maken voor collega’s.”
Verder komt er beleid voor het betalen van onderwijsondersteuners die vanwege het lerarentekort vaak een klas alleen draaien. “Wij vinden natuurlijk dat er alleen bevoegd personeel voor de klas moet staan. Dat blijft ons standpunt, maar als ondersteuners toch vanwege tekorten ingezet worden, dan kun je ze niet afschepen met een boekenbon aan het einde van het jaar”, zegt Roovers. “We willen niet dat het gebeurt, maar als het dan toch gebeurt, dan moet je die collega’s loon naar werken geven.”
Ook is het rouwverlof uitgebreid. “Er staat in de huidige cao dat je een dag vrij krijgt bij het overlijden van een eerstelijns familielid. Nu geldt dat voor een ‘dierbare’. Over de overgang stond nog helemaal niets in de cao. “Toch is dit een onderwerp voor veel medewerkers. Hier moeten werknemers met werkgevers over kunnen praten en er moet sprake zijn van goed werkgeverschap.”
Voortgezet onderwijs
Voor het voortgezet onderwijs zijn er net als voor het basisonderwijs sectorafspraken gemaakt, onder andere voor starters. “We raken één op de drie starters kwijt in de eerste vijf jaar”, vertelt AOb-bestuurder Evers. “Starters hebben daarom vanaf volgend jaar de eerste drie jaar recht op goede begeleiding.” Zo moet er een goed begeleidingsplan komen. “Daarin staan afspraken over onder meer begeleiding, intervisie, observatie en werkdrukvermindering door bijvoorbeeld geen mentoraat te doen.”
Er is in het voortgezet onderwijs ook een stap gezet voor onderwijsondersteunende collega’s. Als ze bij hun leidinggevenden een plan inleveren, kunnen ze meer uren 43 uur op jaarbasis krijgen voor professionalisering. “Het laat de waardering zien voor deze groep collega’s.”
De maandelijkse vergoeding voor bedrijfshulpverlening gaat omhoog naar 25 euro.
Alleen over het onderwerp werkdruk lukte het de bonden en de werkgeversorganisatie VO-raad niet om overeenstemming te vinden. “Dat was de afweging die we nu moesten maken”, vertelt Evers. “Het enorme koopkrachtverlies nu goedmaken en vol inzetten op de verkiezingen en de formatie. Ons standpunt blijft overeind. We willen het aantal startmomenten van 24 naar 20 brengen en een duidelijke beschrijving van de lestaak.”
De onderhandelingen gaan dus verder over dit punt en volgens de AOb-bestuurder zijn de verkiezingen en de formatie erna van groot belang. “We willen grotere stappen zetten en kunnen dit niet alleen met de werkgevers regelen. We hebben het ministerie ook nodig. Vandaar dat acties belangrijk blijven richting de verkiezingen.”
Afgesproken is wel dat er een onderzoek komt naar de werkdrukmiddelen en hoe deze worden ingezet en of dat naar tevredenheid gebeurt.
Wil je het hele akkoord lezen? Ga naar aob.nl
Op onderwijssalaris.nl kun je in vijf stappen berekenen hoe jouw salarisstrook er deze maand uit zal zien.