- blad nr 7
- 1-9-2023
- auteur R. Wisman
- Idee
Spel wekt empathie met kansarmen
Het idee voor het spel ontstond tijdens de lessen ‘kansenongelijkheid’, onderdeel van de master ‘professioneel meesterschap’. Volgens wiskundedocent Wybe Stavenga kwamen zelfs volwassen medestudenten die zelf kansarm opgroeiden daarin tot verrassende nieuwe inzichten. Zoals Sharon die opgroeide in een achterstandswijk in Lelystad met ouders die weinig te besteden hadden en haar ook niet echt met het schoolwerk konden helpen. Sharon bezocht een ‘zwakke school’ waar ze ondanks een hoog IQ een vmbo-basis-schooladvies kreeg. Dat niveau deed ze op haar sloffen. Op het mbo ontdekte ze daarna dat ze meer in haar mars had dan de meeste anderen. Ze wist ineens dat ze het onderwijs in wilde en vroeg om hulp bij de vervolgkeuzes. “Nu wordt ze volgend jaar directeur van de mbo-instelling waar ze zelf leerling is geweest”, zegt Stavenga.
Liefdevol
Zijn punt: naast het IQ bepalen veel andere factoren iemands slagingskansen. In het spel zijn deze factoren onderverdeeld in sociaaleconomische status, cultureel, sociaal en psychologisch kapitaal. Word je voorgelezen of breng je jezelf naar bed? Staat er een rijk gevulde boekenkast thuis of vormt de televisie het audiovisueel behang? Hebben je ouders veel vrienden in de buurt of zijn ze op zichzelf betrokken? Is er thuis een liefdevol klimaat of ben je aan je lot overgelaten?
Iedere speler krijgt een ‘personakaart’ met kenmerken die de basis vormen van de ongelijkheid. Naast het IQ staat hierop de woonsituatie, beroep en inkomens van de ouders, of je wel eens op vakantie gaat, maar ook bij wie je terecht kunt voor hulp of steun.
‘Situatiekaarten’ geven aanleiding voor de leerlingen om samen te spreken over kansengelijkheid, bijvoorbeeld: ‘Ik kom met foute vrienden in aanraking. Wat gebeurt er in jouw situatie?’ A: Mijn ouders willen het niet weten, ik kom in het criminele circuit terecht. B: Mijn ouders doen er niet zoveel aan, ze hopen dat het wel weer overwaait. C: Mijn ouders maken duidelijke afspraken met mij en helpen mij om op het juiste pad te komen.
Bij elk antwoord horen rode of groene fiches. Degene met de meeste groene fiches is degene die in zijn leven de meeste kansen heeft. Degene met de meeste rode fiches is het slechtst af.
Sinterklaas
“Het spel heeft effect, doordat het de ongelijkheid voelbaar maakt. Spelers identificeren zich met de persoon die ze spelen. Het valt al snel op dat sommigen veel meer hulp krijgen dan anderen.”
Of leerlingen daar jaloers van worden? “Ze weten al lang dat het leven niet eerlijk is. Dat begint al bij het sinterklaasfeest als dat thuis al gevierd wordt.”
In een presentatie laat Stavenga vaak een beeld zien van drie kinderen bij een schutting. Eentje kan er zelfstandig overheen kijken, de anderen hebben hulp nodig: een kistje om op te staan of zelfs twee. “Stuur je op gelijke steun, of op een gelijke uitkomst?”
“Gelijke steun is een utopie. Toen mijn zoon moeite had met de Franse taal vroeg ik een collega of hij bijles wilde geven. Dat gebeurt. Je moet vooral oog hebben voor de leerlingen die volledig op zichzelf aangewezen zijn.”
Stavenga hoopt dat de bewustwording rondom vooroordelen groeit, waardoor docenten nog beter gaan nadenken schooladviezen. Nu krijgen leerlingen met havo/vwo-potentieel een vmbo-advies, omdat hun thuissituatie ‘al moeilijk genoeg is’. “Maar een kind dat van vmbo-basis via tl naar de havo en het vwo doorstroomt, loopt uiteindelijk twee jaar vertraging op.”
Het spel leerzaam, maar ook confronterend. Bij de situatie van een kind uit een arm gezin dat eigenlijk bijles nodig heeft, zegt iedereen: ‘Tsja, dat ga jij niet krijgen, hč?’ “Iedereen lacht, maar ondertussen komt het wel binnen.”
Niet alle dubbeltjes zullen kwartjes worden. “Het opheffen van ongelijke kansen is een onhaalbaar ideaal. Maar je kunt als docent wel kijken waar jij een positieve bijdrage kunt leveren.” Op het Zuiderzee College in Zaandam waar Stavenga lesgeeft, hebben sommige kinderen geen rekenmachine. “Dan ben je kansloos bij een toets waarbij je de sinus moet berekenen.” Stavenga heeft een paar rekenmachines voor ‘noodgevallen’, maar zeker geen dertig stuks. Als een leerling zich voor schooltijd meldt om er een te vragen, dan leent hij er een uit. “Dat is één van de vele manieren waarop je als professional net even anders kunt handelen, zodat je iemands kansen vergroot.”
IQ110 is te boeken, als workshop tijdens een studiemiddag. De spellen zijn ook los te koop; kijk op iq110.nl
Ben jij met iets bijzonders bezig of ken je iemand die in deze serie past? Laat het dan weten via onderwijsblad@aob.nl