- blad nr 5
- 1-5-2023
- auteur R. Trustfull
- Raad en daad
Ziekteverlof start opnieuw na vier weken werken
haar werkgever leerkracht Miriam voor 1 procent ziek om te kijken of ze echt hersteld is. De AOb protesteerde daartegen succesvol. De tweejaarlijkse periode van verplichte doorbetaling begint opnieuw nadat zij haar eigen werk voor minimaal vier weken achtereen weer helemaal heeft opgepakt.
Mirjam is werkzaam bij een basisschool in de regio Amsterdam. Vijf maanden geleden heeft zij zich ziek moeten melden omdat het haar teveel werd op haar werk. Mede door het lerarentekort moest zij regelmatig feitelijk twee klassen draaien. Haar eigen klas en een groep 7 die werd geleid door een nog onbevoegde leerkracht waarvoor zij als supervisor fungeerde. Na een tijd trok deze combinatie een te zware wissel op haar geestelijke- en fysieke gesteldheid en heeft zij zich ziek moeten melden.
Na een aantal weken volledig ziek te zijn geweest is zij begonnen met re-integreren. Dit proces verliep voorspoedig. De bedrijfsarts had binnen de wettelijke termijn een probleemanalyse opgesteld en zijn advies gegeven over Mirjam haar fysieke- en mentale gesteldheid in relatie tot haar arbeid. Samen met haar leidinggevende is er toen een plan van aanpak opgesteld waar beide partijen zich netjes aan hielden. Stap voor stap bouwde zij haar werkzaamheden en arbeidsuren weer op. Na vier maanden voerde zij al 80 procent van haar eigen werk uit (ook wel de bedongen arbeid genoemd) en tevens 80 procent van haar arbeidsuren.
Na vierenhalve maand voelde Mirjam zich weer voldoende hersteld om haar eigen arbeid volledig uit te oefenen. De bedrijfsarts kon zich daarin vinden en tekende in zijn verslag op dat op basis van de huidige situatie Mirjam voorlopig in staat acht om de voor haar bedongen arbeid in zijn gehele omvang uit te voeren. De werkgever van Mirjam vond dit geen goed idee en liet weten haar voorlopig voor 1 procent ziek te houden, om te bekijken of zij werkelijk voldoende hersteld is om haar eigen werk volledig te doen.
Helaas voor Mirjam viel zij wederom uit, nadat zij in een periode van zes weken haar bedongen arbeid volledig had uitgevoerd. De werkgever geeft aan dat het hier om een en dezelfde ziekmelding gaat en dat de zogenoemde wachttijd voor de wet Werk en inkomen naar arbeidsvermogen (wia) daarom niet opnieuw gaat lopen. Deze wachttijd bedraagt 104 weken. Mirjam vindt dit vreemd en wendt zich tot de Algemene Onderwijsbond voor advies.
In de wet staat vermeld dat ingeval een werknemer vier weken lang zijn bedongen arbeid (eigen werkzaamheden) weer volledig heeft uitgeoefend en deze werknemer vervolgens weer uitvalt er dan een nieuwe loondoorbetalingsverplichting van 104 weken ontstaat. De werkgever van Mirjam probeerde hier onderuit te komen door laatstgenoemde voor 1 procent ziek te houden. Een zogenoemde administratieve ziekmelding. In de rechtspraak is bepaald dat dit niet mag, waardoor in Mirjams geval dus sprake is van een nieuwe ziekmelding en er een nieuwe wachttijd gaat lopen. Na 104 weken ziekte volgt er normaliter een wia-keuring.
In mijn rol als juridisch medewerker bij de AOb heb ik de werkgever aangeschreven, gemeld dat een administratieve ziekmelding niet is toegestaan en verwezen naar de rechtspraak hieromtrent. De werkgever kon uiteindelijk niet anders dan erkennen dat zijn standpunt onjuist was. Er is in deze casus sprake van een nieuwe ziekmelding en dus is er een nieuwe wachttijd en loondoorbetalingsverplichting ontstaan.