- blad nr 5
- 1-5-2023
- auteur D. van 't Erve
- Redactioneel
Autonomie staat onder druk
‘Ik kan mijn eigenheid niet meer kwijt in mijn werk’
Sylvia Versteeg heeft een achtergrond in de gehandicaptenzorg, rondde in 2001 de pabo in deeltijd af en werkt sindsdien als leerkracht. Eerst als invaller, daarna twaalf jaar vast op één school en de afgelopen jaren heeft ze binnen één bestuur op verschillende scholen gewerkt.
“In het unit-onderwijs, waarbij leerlingen van instructie naar instructie lopen en tussendoor zelfstandig werken op leerpleinen, ervaar ik totaal geen autonomie. Met de kinderen spontaan, in het moment verhalend onderwijs maken, vind ik het mooiste wat er is, maar dat kan niet meer. Ik loop met een soort bijbel waarin staat wat ik elke dertig minuten moet doen: telkens dezelfde lesjes. Alles en iedereen heeft al voor mij gedacht en als ik zelf iets wil, moet het eerst overlegd worden. Ik kan er mijn eigenheid niet meer in kwijt. Ik mis het om creatief verder te borduren als kinderen vragen hebben; dat we spontaan naar buiten kunnen om iets te onderzoeken of een verdiepend spel gaan spelen om iets te oefenen. Maar ik kan niet zomaar afwijken, want dan sluit de les van de volgende leerkracht er niet meer op aan. Het systeem past gewoon niet bij mij. Met name veel jonge collega’s en mensen die van management houden, zweren hierbij. Zij zien vooral voordelen: je werkt meer samen, ontwerpt samen lessen, deelt verantwoordelijkheden en hoeft niet meer alle vakken te geven. Maar ik houd juist van diversiteit en het spel tussen enerzijds de verschillende talenten van kinderen en anderzijds de samenhang tussen de vakken en ieders aansluiting daarop. Daarnaast heb ik de kinderen en hun behoeften niet meer goed in beeld. Ik mis het groepsgevoel, waarbij ik de kinderen continu zie en zij mij. Autonomie is voor mij de vrijheid om samen met de kinderen ergens uit te komen wat ik ’s morgens op de fiets nog niet had kunnen bedenken. Die verrassing is totaal weg.”
‘Door leraren te bevragen in plaats van ze iets op te leggen, neem je ze serieus’
Petra Holtkamp maakte twaalf jaar geleden de overstap vanuit de muziekbranche naar het onderwijs. Na veel tijdelijke contracten op verschillende scholen, van vmbo tot roc, heeft ze sinds vijf jaar een vaste aanstelling. Ze werkt als docent Engels op een school voor mavo, havo en vwo.
“Voor mij is een docent autonoom als hij gezien wordt als de expert die weet wat hij doet en wat nodig is om het onderwijs te verbeteren. Meestal gaat het andersom: de directie wil iets veranderen en vliegt daar ongevraagd een expert van buiten voor in. Het malle is dat dat meestal een andere docent is, die zijn eigen bedrijf is gestart. Hoe goed de bedoeling van de directie ook is, dit komt toch paternalistisch over, alsof we als docenten zelf niets weten. Een onderwerp als formatief handelen komt op de lerarenopleiding bijvoorbeeld uitgebreid aan de orde. Kijk dus eerst eens wat je in huis hebt aan expertise en bepaal samen welke onderwerpen prioriteit hebben. Wat gaan we niet doen, wat juist wel en wanneer is dat geslaagd? Door steeds mee te gaan met elke werkgroep, adviseur of coach die wat nieuws bedenkt, werken we onszelf over de kop. Het kan veel simpeler. Door leraren te bevragen in plaats van ze iets op te leggen, neem je ze serieus. Ze haken anders af. Het levert ook situaties op waarin iedereen op zijn eigen manier invulling geeft aan onderwijsvernieuwing. Autonomie zie ik dan ook graag als iets gezamenlijks. Samen kiezen wat en hoe we iets gaan aanpakken, zorgt niet alleen voor minder werkdruk, maar vooral ook voor beter onderwijs dat door een heel team gedragen wordt.”
‘Ik zie autonomie als iets wat collectief het beste werkt en het hele team versterkt’
Marieke Vu kwam na haar opleiding tot docent Beeldende kunst en vormgeving in dienst bij haar stageadres: vernieuwingsschool Unic in Utrecht. Daarnaast gaf ze les in creatieve vakken op ROC Midden Nederland. Sinds 2015 is ze daar fulltime als docent en onderwijsontwikkelaar verbonden aan de opleidingen Media, ICT & Design college in Amersfoort.
“Autonomie betekent voor mij de bewegingsvrijheid om samen met collega’s te doen wat nodig is om het onderwijs te verbeteren. Die vrijheid heb ik alleen maar zien toenemen. Zowel bij Unic als op het roc geven we de student zelf de regie: binnen kaders mag hij zelf bepalen wat en hoe hij iets wil leren. Het aansluiten op behoeftes van studenten kan alleen door vaststaande concepten, curricula en leerlijnen los te laten. Een team heeft ruimte nodig om samen te leren en te experimenteren. Ik zie autonomie als iets wat collectief het beste werkt en het hele team versterkt doordat je het onderzoekend vermogen van docenten en hun eigen ontwikkelbehoeften serieus neemt. Binnen
{kader}
Hoeveel vrijheid ervaar jij in je werk?
Je werk op je eigen wijze invullen, levert energie, werkgeluk en bovenal goed onderwijs op. In de Wet beroep leraar is vijf jaar geleden afgesproken dat elke leraar voldoende professionele ruimte daarvoor moet krijgen.
Ervaar jij meer of minder vrijheid in je werk dan voorheen? En hoe komt dat? De redactie van het Onderwijsblad wil graag grip krijgen op het onderwerp ‘professionele ruimte’ en is op zoek naar jouw ervaring.
Wat versta jij eigenlijk onder ‘autonomie’, in hoeverre heb je die en wat heb je nodig om die professionele ruimte te pakken? En natuurlijk zijn we ook op zoek naar ervaringen van onderwijsondersteunend personeel.
Deel jouw verhaal op www.aob.nl/autonomie