• blad nr 4
  • 1-4-2023
  • auteur . Overige 
  • Opinie

 

Passend onderwijs is een wassen neus

Tekst Marije van Mierlo en Chris van der Sluijs

De ouders van Mees worstelen al jaren met passend onderwijs. Van het kastje naar de muur geven zij hun zoon uiteindelijk (deels) thuisonderwijs, maar nu blijken de examens een probleem. Het is moeilijk de moed erin te houden.

Onze zoon Mees van zeventien is een vrolijke, sociaal sterke jongen. Toen hij een paar maanden oud was werd ontdekt dat hij een trigonocefaal schedeltje had, zeven weken na de conceptie bleek zijn voorhoofdschedelnaad dichtgegroeid. Een risicovolle schedeloperatie was noodzakelijk. Deze operatie was succesvol, later bleek echter dat er problemen met zijn korte- en langetermijngeheugen zijn ontstaan en dat hij een ontwikkelingsachterstand heeft. Al op de basisschool had hij moeite met leren en dit leidde tot grote handelingsverlegenheid. Mees werd uit de klas gehaald en twee groepen hoger geplaatst, waar hij twee jaar uit het raam heeft gekeken. Uiteindelijk is Mees terechtgekomen op een liefdevolle cluster 3-school. Hier leerde hij te leren en heeft hij zijn sociale kanten sterk ontwikkeld.
Naarmate het einde van groep 8 meer in zicht kwam, groeide de ongerustheid weer. Mees kon niet door op het voortgezet speciaal onderwijs, daar was hij te gezond voor. Dat was op zich goed nieuws, maar werd overschaduwd door zijn citoscore, die een ‘disharmonisch profiel’ liet zien. Gemiddeld scoorde Mees vmbo-bb/kb, op sommige aspecten scoorde hij op havoniveau, op andere onderaan het niveau van de praktijkschool. Mees was nu een jongen waar geen school haar handen aan wilde branden.
Uiteindelijk is Mees vier en een half jaar geleden leerling geworden van Agora, in Culemborg. Leerlingen die hun geluk in het reguliere onderwijs niet kunnen vinden, krijgen hier de kans om het op hun eigen manier vorm te geven. Op Agora is het de bedoeling dat leerlingen zelfstandig via ‘challenges’ (projecten) naar een eindexamen toewerken. Zoveel vrijheid bleek voor Mees niet goed. Het probleem van het onderwijs à la Agora is dat je kind dan niet meer naar een reguliere school kan overstappen omdat hij simpelweg te veel leerstof heeft gemist. We bleken zodoende in een cul-de-sac te zitten. Op school was hij sociaal wel heel druk in de weer, maar leren, al dan niet via challenges: daar kwam helemaal niets van terecht. ‘Brede onderwijs overleggen’ over hoe het nu verder moet met Mees leerden ons dat passend onderwijs een wassen neus is. Er zijn per leerling bijna geen uren voor de begeleiding en uit deze overleggen kwam ook geen oplossing. In goed overleg met de school, het samenwerkingsverband en de leerplichtambtenaar hebben wij, de ouders, drie en een half jaar geleden besloten beiden een werkdag in te leveren en zijn thuis met Mees elke week stelselmatig aan de slag gegaan. Het plan was toe te werken naar een diploma op kb-niveau, de eindexamens te verdelen over twee jaar, de praktijkvakken via school af te leggen en de theoretische vakken via staatsexamens. Zodoende heeft Mees vorig jaar drie vakken behaald, waarvan twee via het staatsexamen en één vak (de praktijkmodules) via school.

Drop-out
Dit schooljaar was het plan om de andere benodigde vakken via het staatsexamen af te ronden en in te wisselen voor een kb-diploma. Was, want de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) staat ons dit niet toe. Het eerste beletsel: staatsexamen afleggen van vakken op kb-niveau mag alleen als de leerling voor diezelfde vakken al op kb-niveau ‘gezakt’ is. Gezakt in de zin dat de leerling voor alle vakken centraal examen moet hebben gedaan en dat niet heeft gehaald. (Deze beperkende maatregel geldt overigens niet voor tl-niveau en hoger!) De gedachte achter deze regel is dat DUO geen praktijkvakken examineert. In het geval van Mees zou dat ook niet hoeven, want hij heeft z’n praktijkmodulen al met gemiddeld een 7 afgerond! Dus waarom zou hem geen uitzondering kunnen worden geboden? Het tweede beletsel: ‘Als een leerling ingeschreven is op een school, is het überhaupt niet de bedoeling dat er staatsexamens worden afgelegd’, aldus de onderwijsinspecteur die wij tevergeefs om hulp hebben gevraagd. Nu zijn wij, de ouders, wel zodanig hoog opgeleid dat we onze zoon op weg naar een vmbo-diploma kunnen begeleiden, maar ook weer niet zo ingevoerd dat we op de hoogte waren dat deze beletselen überhaupt zouden kunnen bestaan. Om de sfeer nog wat rokeriger te maken verwijst DUO ons als ouders voor een oplossing naar de school, die deze oplossing uiteraard niet heeft. Iedereen begrijpt dat het onmogelijk is om nog voor het centraal examen alle schoolexamens bij Mees af te nemen, die normaal gesproken al vanaf het derde leerjaar worden afgenomen. Een bezwaar tegen de weigering van DUO is inmiddels door het College voor Toetsen en Examens afgewezen. Het gevolg hiervan is dat Mees als drop-out z’n school zal verlaten en niet in augustus kan starten op de mbo-opleiding waar hij al jaren naar toewerkt en zich al voor heeft ingeschreven.
Daar kun je het als ouders (en kind) mee doen. Met het risico dat de rechter niet op tijd een uitspraak kan doen, zijn we toch in beroep gegaan. Daar ligt onze hoop, tussen het moeras en Erasmus.

Marije van Mierlo en Chris van der Sluijs hopen dat hun zoon toch volgend schooljaar aan zijn mbo-opleiding kan beginnen met een vmbo-diploma op zak.

Dit bericht delen:

© 2025 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.