- blad nr 4
- 1-4-2023
- auteur K. de Weert
- Redactioneel
Dromen van een Bevrijdingsdag in Iran
Terwijl Khazar Lotfi door de gangen van Hogeschool Rotterdam loopt, krijgt ze via social media dagelijks vele verontrustende berichten binnen uit Iran. Ze leest over een verliefd stel dat is opgepakt en veroordeeld tot tien jaar gevangenisstraf, omdat ze dansten op straat. Bloederige beelden komen voorbij van mensen die in hun oog zijn geschoten tijdens demonstraties tegen het strenge islamitische regime. Ze hoort de angst van haar nicht die probeert haar twaalfjarige zoon tegen te houden de straat op te gaan om te demonstreren. En dan is het weer tijd voor Lofti om haar volgende les Engels te geven.
“Ik leef in twee werelden”, vertelt ze. “Ik sta voor de klas in een vrij land, terwijl in Iran schoolmeisjes met gas worden vergiftigd, collega-docenten op de universiteit worden gearresteerd en studenten op straat worden beschoten. Vrouwen worden opgepakt als ze zich niet aan de strenge kledingeisen houden en ik voel in Nederland de wind door mijn haren wapperen. In de schoolkantine zie ik jongens en meiden samen lunchen, terwijl er in mijn geboorteland gendersegregatie is. En dit zijn nog slechts enkele voorbeelden.”
Een groot voorbeeld is de dood van de 22-jarige Iraans-Koerdische Mahsa Amini in september vorig jaar. Zij werd opgepakt door de zedenpolitie omdat ze haar hoofddoek niet volgens de voorgeschreven regels zou hebben gedragen en overleed op het politiebureau. Haar dood bracht jarenlange opgekropte woede tot ontploffing tegen het regime dat al 44 jaar aan de macht is.
Sinds september zijn er ruim 20 duizend mensen opgepakt. De heftige situatie in haar geboorteland drukt op Lotfi. Elke dag draagt ze een schuldgevoel, omdat zij het hier wel goed heeft. “Ik kom uit hetzelfde nest als mijn familie die daar woont, alleen hebben mijn ouders de keuze gemaakt om in 1991 te vluchten, toen ik drie jaar was. Het voelt als mijn plicht om hier iets te doen.” Zo had Lotfi met een select gezelschap een gesprek met koningin Maxima, woont ze demonstraties bij in binnen- en buitenland, geeft lezingen en schreef artikelen voor onder meer Education International, een samenwerkingsverband van vakbonden wereldwijd.
Ook op de Hogeschool Rotterdam zorgde ze voor bewustwording. “Ik voelde me sinds september zo machteloos en gefrustreerd.” Daarom stuurde de docent een brief naar het hogeschool magazine die uiteindelijk leidde tot een drukbezochte stand in de school met informatie en flyers over de situatie in Iran. “Veel collega’s en studenten hadden voorheen geen idee wat er gaande is en dat is nu wel anders.”
Lotfi: “Het belangrijkste is dat mensen hier weten dat ze daadwerkelijk iets kunnen doen. Veel berichten uit Iran bereiken ons niet omdat het regime het volk de mond snoert met digitale lockdowns. Wij kunnen het Iraanse volk een stem geven door de berichten die we wel doorkrijgen te delen. Of sponsor een gevangen docent. Niet met geld, maar door op sociale media aandacht voor diegene te vragen. Een Koerdische docent die gevangen zat omdat zij zich inzette voor het lesgeven in de Koerdische taal, is onlangs vrijgelaten omdat er veel aandacht voor haar werd gevraagd. Politieke gevangenen kwamen vrij nadat politici hen sponsorden. Dus het onder de aandacht brengen helpt echt en het betekent ontzettend veel voor de mensen daar dat ze niet vergeten worden.”
Hoop
Lotfi snapt dat het voor veel mensen in Nederland bijna niet te bevatten is wat zich in Iran afspeelt. “Voor mij is het al onwerkelijk. Het mismanagement van dit regime is zo groot en sijpelt door in de hele samenleving. Het is als gif dat alles raakt. Van milieuvervuiling tot onderhoud van cultureel erfgoed, torenhoge kosten voor voedsel en bovenal het gebrek aan mensenrechten. Je moet constant over je schouder kijken, kunt nooit zomaar zeggen wat je denkt of voelt. Er kan bijvoorbeeld een infiltrant naast je zitten in de collegezaal.”
Veel dingen die door het regime verboden zijn, zoals alcohol drinken of een gemixte bruiloft, gebeuren volgens Lotfi nog altijd wel, maar dan achter gesloten deuren. “Dat betekent dat je je kind goed moet trainen om dingen te verzwijgen. Want als iemand je kind op school vraagt wat hij in het weekend heeft gedaan, dan wil je niet dat hij zegt dat hij pijn in zijn rug heeft van het druiven trappen met familie om wijn te maken.”
Ondanks alle narigheid heeft Lotfi hoop, net als de demonstranten in Iran. “Ik hoop en verwacht dat de opstanden leiden tot een revolutie. De jongere generatie is ontzettend moedig. Laatst zag ik een foto van een groepje jongeren die allemaal in hun oog waren geschoten. Stralend en lachend zeggen ze dat ze nog steeds één oog over hebben waarmee ze een mooie toekomst kunnen zien voor Iran.” Zelf is Lotfi geboren op Bevrijdingsdag, voor haar de ultieme feestdag waarop ze haar verjaardag én de vrijheid viert. “Ik denk echt dat er in Iran ook een Bevrijdingsdag komt die massaal gevierd wordt. Maar tot die tijd zullen veel mensen lijden en ik hoop dat de rest van de wereld niet alleen toekijkt, maar ook iets doet.”