- blad nr 3
- 1-3-2023
- auteur J. Poortvliet
- Informatie en advies
Lesreductie voor starters in het geding
Startende leraren hebben recht op 20 procent lesreductie in hun eerste jaar en 10 procent in het tweede jaar. De invulling daarvan verloopt niet altijd goed.
Vera gaat werken in het voortgezet onderwijs. Zij heeft haar eerste arbeidsovereenkomst ontvangen, maar heeft daar een vraag bij. Haar leidinggevende heeft laten weten dat haar werktijdfactor moet worden aangepast in de eerste twee jaar, vanwege haar recht op lesreductie. Zij kan overigens wel een urenuitbreiding krijgen als zij meer zou willen werken, zo wordt haar verteld.
Dit lijkt niet de bedoeling van lesreductie, meent Vera. Haar leidinggevende zegt echter dat ze het altijd op deze manier toepassen. Vera geeft aan dat zij dit toch wil checken en neemt contact op met het IAC. Klopt het wat haar leidinggevende zegt?
Helaas gaat het vaak niet goed met de invulling van de lesreductie in het vo en wordt er geschoven met de werktijdfactor, zoals bij de arbeidsovereenkomst van Vera. Dit is niet juist.
Het antwoord over de toepassing van de lesreductie is te vinden in artikel 8.3 van de cao vo: “De startende leraar heeft recht op een reductie van zijn lesgevende taak met 20 procent gedurende het eerste jaar en 10 procent gedurende het tweede jaar van de aanstelling.”
Het gaat om een reductie van de lesgevende taak en niet van alle werkzame uren. Door een verlaging van de lessentaak met 20 procent, komen er meer uren vrij voor overige taken. Dit geeft een startende leraar meer ruimte in de jaartaak voor bijvoorbeeld een inwerkprogramma, of gunstigere verdeling van de ruimte over de overige taken. Effectief verandert er dus niets aan je werktijdfactor, slechts het aantal lessen dient te worden aangepast.