• blad nr 3
  • 1-3-2023
  • auteur . Overige 
  • Opinie

 

Welzijn jongeren verdient op school meer aandacht

Tekst: Moes Wagenaar.
Praktisch filosoof Moes Wagenaar pleit ervoor om het welzijnsprobleem van jongeren bij de basis aan te pakken. Met een combinatie van filosofie en improvisatietheater leren kinderen hoe ze iets moois maken van hun leven.

We hebben een enorme uitdaging in het onderwijs waar het gaat om het welzijn van jongeren. Om niet langer te dweilen met de kraan open is het volgens mij noodzakelijk om de jongeren op te leiden tot levenskunstenaars. Zo leren ze veerkrachtig en plezierig te leven, omgaan met fouten en stappen zetten die passen bij de doelen in hun eigen levensverhaal. Niet in enkele lesuren, maar verankerd in het schoolklimaat, als de lucht die je ademt.
Omdat het begrip ‘levenskunstenaar’ nog niet zo gangbaar is zal ik toelichten wat ik daaronder versta. Als levenskunstenaar heb je oog voor jezelf en voor je omgeving en stem je daar je acties zo goed mogelijk op af. Je probeert het hoeft dus niet altijd te lukken bewust en integer wat moois te maken van je leven met de anderen om je heen. Omdat je telkens voor nieuwe uitdagingen komt te staan, is dat proces nooit af, maar het zal je wel natuurlijker afgaan op den duur.

Schoolklimaat
Is het schoolklimaat dat daarvoor nodig is er dan nog niet? In alle schoolvisies staat toch wel iets over het opleiden voor het leven, over autonomie, respect en daadkracht? Ja, we zijn zeker al op weg. De ene school wat voortvarender dan de andere. Maar ik zie ook nog veel huivering en onbekendheid over hoe deze visie goed invulling kan krijgen. Moeten de docenten opeens op de stoel van therapeut of psycholoog gaan zitten om leerlingen levenslessen mee te geven, bijvoorbeeld? Nee. De docent is gewoon docent en medemens. Net als de leerlingen, want die zijn er ook voor elkaar.
Sinds 1999 doe ik aan improvisatietheater en in 2001 volgde ik mijn eerste filosofielessen. De combinatie van de twee fascineert me al meer dan twintig jaar. Het speelse en het lichtvoetige van de improvisatie staat oppervlakkig gezien mijlenver af van de theoretische, filosofische stroming van de levenskunst. Maar in wezen gaat het over hetzelfde: het omgaan met de onzekerheid in het moment. In beide gevallen draag je gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor hoe het verder gaat. En waar de filosofie niet altijd even praktisch is in hoe je dat doet, biedt improvisatie een prachtige insteek om er concreet mee aan de slag te gaan.

Voorwaarden
Een goede dramadocent schept voorwaarden voor improvisatie, zoals een veilige sfeer in de groep. Want zonder eigenheid en de kwetsbaarheid om dat te kunnen tonen is er geen goed spel mogelijk.
De docent zorgt ook dat alle leerlingen gezien worden. Een vriendin van mij met een eigen theaterschool vertelt wel eens over hoe open alle leerlingen op haar school zijn. Dingen die ze niet op hun gewone school vertellen komen er allemaal uit bij, of rond, de theaterlessen, waar iedereen letterlijk, maar ook figuurlijk af en toe in de spotlights staat.


Kernwaarden
Ook op school, te beginnen bij de schoolleiding en het team, zijn deze voorwaarden voor improvisatie en volgens mij dus ook voor levenskunst van belang. In mijn boek ‘In 10 stappen gelukkige leerlingen’ geef ik handvatten om hier handen en voeten aan te geven. Zo krijg je een opzet voor een interne training over het aanspreken op waarden, om een sociaal veilige sfeer te creëren. Je oefent met het team om leerlingen of mededocenten aan te spreken op ingebrachte situaties die niet stroken met de kernwaarden op school.
Om te zorgen dat iedereen gezien wordt, geef ik het simpele idee om regelmatig, zeg één keer per dag vijf minuten, een vraag met een persoonlijk tintje te stellen waar iedereen in de klas antwoord op geeft aan tenminste één andere klasgenoot. Denk bij de volgende vragen bij een wiskundeles: ‘waar maakte jij je huiswerk voor deze les?’, ‘van welke taarten houd je?’, bij een les over delen en vermenigvuldigen of ‘waar ben jij voor je gevoel gemiddeld in?’ bij een les over gemiddelden.
Een voorbeeld van een improvisatieoefening die een schoolklimaat bevordert waarin ruimte is voor eigen inbreng is de ja-en-methode. Bij ideeën die de ander oppert voor een uitje benoem je wat je er waardevol aan vindt en je vult dit aan met eigen ideeën. Iets wat veel meer energie geeft dan een antwoord met een ja-maar- of domweg met een nee-mentaliteit.
Zijn deze voorwaarden gewaarborgd? Dan is er ruimte ontstaan voor het oefenen van levensvaardigheden. Je plek innemen in de omgeving, zelf verantwoordelijkheid te nemen voor gemaakte fouten, actief je eigen levensverhaal vormgeven en plezier maken. Thema’s die allemaal met improvisatie-oefeningen benaderd kunnen worden. Zo wordt iedereen op school gaandeweg een ware levenskunstenaar.

In het vorige maand verschenen boek ‘In 10 stappen gelukkige leerlingen, maak van iedereen op je middelbare school een ware levenskunstenaar’, legt Moes Wagenaar uit wat je kunt doen om schoolbreed aandacht te hebben voor elkaar als mens.

Dit bericht delen:

© 2023 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.