- blad nr 3
- 1-3-2023
- auteur J. Vreugdenhil
- Redactioneel
Laat kleuters spelen
Pieti Donkers-Boon, invaller op de Muiderkring in Muiden, groep 1 en 2. Afgestudeerd aan de KLOS in 1970.
“Toen ik begin jaren zeventig van de
Ik heb een tijdje thuis leuke dingen gedaan, maar na een halfjaar miste ik het voor de klas staan zo erg, dat ik besloot vaste invaller te worden. En nog altijd sta ik elke donderdag voor de klas. Na de zomer ga ik wel definitief stoppen, want ik merk dat de energie de laatste tijd minder wordt. Wat ik de toekomstige generatie kleuterleerkrachten mee wil geven is dat ze de kinderen lekker moeten laten spelen. Je leert door te spelen, vooral in groep 1, zoals sociale vaardigheden in de poppenhoek. Ik ben niet tegen verandering en ik wil niet terug naar vroeger. Dat kan ook niet. De kinderen zijn veranderd en er zijn computers en tablets bijgekomen, daar moet je in meegaan. Dat er cijfers en letters aangeboden worden als de kinderen daaraantoe zijn, vind ik ook prima.
Wat ik wel echt een groot gemis vind, is dat er geen zangles meer gegeven wordt op de pabo. Een liedje aanleren gaat tegenwoordig met een cd of via Youtube. Op de KLOS was het verboden om een lp of bandje te gebruiken, omdat het tempo van kleuters stukken lager ligt. Wij moesten daarom een instrument leren spelen. Als ik tegenwoordig mijn blokfluit erbij pak om ze een liedje te leren, kijken de kinderen hun ogen uit. Juf, wat is dat?”
Sabrina van der Horn, invaller op De Hagenpoort in Deventer, groep 1 en 2. Afgestudeerd aan de KLOS in 1982.
“Ik wist als kind al dat ik kleuterjuf wilde worden. In 1982 ben ik afgestudeerd aan de KLOS. Nadat ik ook de vervolgopleiding, EDOKA, had afgerond, ben ik voor de klas gaan staan. En ik sta daar nog altijd met veel plezier. Al begin ik wel steeds meer moeite met het vak te krijgen door de werkwijze die de leerkrachten op de pabo aanleren. Het is gewoon niet meer het kleuteronderwijs zoals het was.
Wij hebben op de KLOS drie jaar lang alles over kleuters geleerd: van de spelontwikkeling en de motoriek tot hoe maak je kwastjes schoon en hoe knip en plak je. Nu ligt de nadruk vooral op het cognitieve en hangen de klassen vol met letters en cijfers die de kleuters moeten kennen. Ze worden gedwongen op een bepaalde manier te leren, met werkbladen en dingen op de tablet waar ze vaak nog niet aan toe zijn. Daarmee wordt voorbijgegaan aan de natuurlijke manier van leren die er intrinsiek inzit. En niet gekeken naar het tempo van elk kind. Stel ze kennen zestien letters, dan wordt nu gedacht: mooi die zit op schema die heeft iets geleerd. Alleen ga je dan voorbij aan al die andere ontwikkelingen waar het kind later, in groep 3 of 4, tegenaan loopt.
Laat ze spelen en kijk in welke fase van het spel ze zitten. Zorg voor een rijke speel- en leeromgeving. Zoals bouwen in de bouwhoek. Is die toren wel stevig of moeten de blokken anders staan? Dat is ook rekenen. Spelen, spelen en spelen. Observeer de kinderen en benoem alles wat je doet, zoals Geef degene die naast je staat een hand. Op deze manier krijgen ze de hele dag door taal mee en gaat het leren vanzelf. Een veel gebruikte zin, die ik hierbij wil aanhalen: gras gaat niet harder groeien als je eraan trekt.”
Emmie Kaas staat al 31 jaar voor groep 1 en 2 op de Cornelis Vrijschool in Amsterdam. Afgestudeerd aan de KLOS in 1977.
“Ik vind het een fantastisch plan om de pabo weer op te splitsen. Een onderbouwkind is totaal anders dan een bovenbouwkind. Ik ben blij dat ze dat eindelijk inzien. En dat vlak voor mijn pensioen. Ik heb net besloten volgend jaar te stoppen. Mijn werk is nog steeds superleuk, maar ik merk dat ik ouder word. Zoals in de ochtend als ik naar school fiets en de fatbikes me om de oren vliegen, dan denk ik hier hoor ik niet meer tussen. Maar ik ga het ook missen, vooral de creatieve opdrachten die we vaak doen. Wat ik de toekomstige generatie leerkrachten mee wil geven, is dat ze de kleuters blijven zien. En de kinderen niet in een keurslijf proppen met werkbladen en beoordelingen.
Al is er momenteel een kentering gaande van meer terug naar hoe wij het ooit geleerd hebben op de KLOS. En dan specifiek het spelenderwijs leren. Kleuters leren door dingen te doen en die te benoemen, zoals buiten is het koud dus doen we een warme jas aan, en niet door een werkblad in te vullen. Buitenspelen is zo belangrijk.
Er zijn weleens ouders naar me toe gekomen die een uur buitenspelen te lang vonden. Terwijl ze dan juist leren. Hoe hoog is het klimrek? Is het eng? Kan ik van boven naar beneden springen? Wat ook opvallend is, is dat sommige stagiaires van de pabo niet kunnen knutselen. Dat was in onze tijd ondenkbaar, wij kregen zelfs les in hoe te knippen en plakken. De stagiaires halen nu alles van internet en Pinterest, en printen kleurplaten uit als er iemand jarig is. Zo’n plaatje van een taart dat ze in moeten kleuren, ik denk dan laat ze zelf die taart tekenen of schilderen. De tijd van multomappen vol knutselideeën, die wij hadden, is voorbij. Dus ga op zoek naar creativiteit in een nieuw jasje. Met eigen inbreng. Als je met thema’s werkt, is dat makkelijker dan je denkt.”