- blad nr 2
- 1-2-2023
- auteur L.. van Sadelhoff
- Redactioneel
Groen voor de klas
Duurzaamheid een plekje geven in je lessen? Deze drie docenten doen het. “Je moet niet met het vingertje gaan wijzen, maar ze wel laten zien: dit is jouw voetafdruk.”
{portret 1}
‘Ik neem studenten mee in mijn besluiten’
Rosa Groen (43) is onderzoeker aan de Haagse Hogeschool en geeft les aan studenten European Studies. Vorig jaar werd ze uitgeroepen tot de meest duurzame docent in het hoger onderwijs.
“In 2019 waren we met een aantal hogeschooldocenten in Madrid. Voor één nacht. Ik voelde toen schaamte. Zo veel vervuiling voor iets wat ook met de trein kan… Vanaf dat moment stopte ik met vliegen. Ik nam mijn studenten mee in dat besluit. Ik ging ook in gesprek met mijn faculteit, die reageerde welwillend. Nu is de regel: alle studie- en werkreizen van maximaal 500 kilometer doen we met de trein. Vanaf dit jaar wordt dat zelfs 3000 kilometer.
Gedragsverandering, daar gaat het om bij mensen en daarom is duurzaam onderwijs cruciaal. Het is niet aan mij met mijn vingertje te wijzen ik ben van het motto live and let live maar wel om bewustzijn te creëren. Met mijn studenten werk ik met opdrachtgevers in het veld, onder andere biodiversiteit organisaties. En ik laat studenten een online voetafdruktest doen: hoeveel aardbollen worden er verbruikt als iedereen zo zou leven zoals jij? Gemiddeld komen ze vaak op vier aardbollen uit.
Vervolgens bied ik ze handelingsperspectief: dit kun je doen om je impact te verkleinen, je stem te laten horen. Ik vertel ze bijvoorbeeld ook over wat ik zelf doe: dat ik laatst aan een klimaatmars meeliep met mijn zoon en vader om te demonstreren tegen de CO2-uitstoot. Kennis is belangrijk. Als je één keer naar Australië vliegt, moet je jaren geen vlees eten om dat te compenseren. Niet iedereen vindt dat leuk om te horen, maar de statistieken zijn er gewoon.
Ik heb het niet alleen over groener leven in mijn colleges, maar ook over sociale duurzaamheid. Met studenten European studies kijken we naar verantwoorde consumptie en productie, eerlijk werken en economische groei. Ze interviewen mensen in Europese steden om te kijken hoe zij omgaan met arbeidsmigranten uit Oost-Europa. Hoe kunnen zij een betere positie krijgen? Duurzaamheid betekent niet alleen goed zorgen voor de planeet, maar ook voor de mensen die erop leven.”
{portret 2}
‘We schreven een brief aan de premier’
Tessa Hoogeland (28) was leerkracht van ‘de duurzame klas’ op een montessorischool in Deventer waar zelfs de burgemeester een kijkje kwam nemen. Nu gaat ze een nieuwe duurzame school oprichten.
“In mijn klas zag ik de invloed van de wegwerpmaatschappij op de leerlingen. Linialen doorbreken, gummetjes kapot knippen, afval in de verkeerde prullenbak… Als ik er een les over gaf, ging het slechts een tijdje goed. Ik besefte dan: ik heb weinig wezenlijks in deze kinderen veranderd.
Ik ben toen gaan lezen over de impact van ons gedrag op de planeet en nam de kinderen mee in mijn leerproces. ‘Wie weet hoeveel water er nodig is voor een spijkerbroek?’ Vervolgens keken we een filmpje van een rivier die blauw was door gedumpte verfstoffen.
De kinderen werden geïntrigeerd door het feit dat wij zo veel ‘slechte’ stoffen uitstoten en bomen en planten het tegenovergestelde doen. Ze zamelden sponsorgeld in voor elke kilo zwerfafval die ze opruimden, maakten plantenbakken, vulden die met planten en zo werd de klas een groene oase. We schreven premier Rutte een brief. De burgemeester van Deventer kwam langs, ineens stonden we bekend als ‘de duurzame klas’.
Eerst wilde ik dit als lespakket aanbieden, al snel dacht ik: dan krijgt het kort aandacht, ‘mooi, gaan we doen’, en dan worden die docenten weer opgeslokt door de waan van de dag. Ik kijk met plezier terug op wat ik mocht neerzetten op mijn oude school, maar ben me gaan realiseren dat duurzaamheid niet iets is wat je ‘erbij’ doet: het zou aan de basis moeten liggen van alles wat je doet op school. Een betere wereld begint met wat we kinderen leren.
Zo ontstond het idee om een school op te richten: Terrawijs. Ik heb net een duurzame school in Boedapest bezocht, volgende maand vlieg ik met vliegschaamte maar voor een groter doel naar een Green School in Bali. In Boedapest leren leerlingen niet: dit waren de Romeinen, ze krijgen de opdracht: wat kunnen we van de Romeinen leren om onze leefomgeving te verbeteren?
Dit jaar maak ik concrete plannen. Het wordt een lang traject, maar ik ben nog nooit ergens zo zeker van geweest.”
{portret 3}
‘Ik wil niet die zeurende docent worden’
Bastiaan van der Broek (42) studeerde verandermanagement en economie en besefte: het begint in de klas. Daarom werkt hij nu als economiedocent op het Nieuwe Lyceum in Bilthoven.
“De klas is de plek waar de ideeën over de wereld worden gevormd in de hoofden van de leerlingen. Tijdens mijn afstudeerstage in Afrika zag ik hoe oneerlijk onze wereld en onze systemen werken. Ik zag hoe het huisvuil niet werd opgeruimd in de town ships, hoe mensen daar amper zorg kregen terwijl witte mensen in de buitenwijken het goed voor elkaar hadden.
Het gaat niet goed met de wereld, dus het zou een logische stap zijn om onze systemen van zorg tot infrastructuur te veranderen. Alleen doen we dat niet. En dát was het moment dat ik een link maakte met het onderwijs. In een klaslokaal kan ik uitleggen wat duurzaam gedrag is. Wat gelijkheid is. Hoe we binnen de grenzen van onze planeet kunnen blijven. Gaat het in de lesboeken over marktwerking, dan begin ik over elektrische auto’s, hoe die markt er nu uitziet, wat Tesla doet. Als het gaat over vraag en aanbod, ben ik die docent die ook over immateriële behoeften praat: schone lucht.
Leerlingen reageren er wisselend op. Als ik aandacht besteed aan de kledingindustrie, hoe verwoestend die is, zeggen sommigen: ‘Ik ga echt niet minder kleding kopen’. Ik zoek een balans, wil niet die zeurende docent worden. Ik heb ooit een filmpje laten zien over een kip die geslacht werd, vonden ze niet leuk. Ik zeg er ook altijd bij: met individuele keuzes kun je een eind komen, maar er is ook een systeemverandering nodig. En dat leg ik dan uit. En ja, soms beland ik in een discussie. Ik maak me ook geen illusies: ze blijven gewoon naar de Mac gaan. Maar ik zie ook dat leerlingen bij dit soort lesonderwerpen, waar het wringt, het meeste aanstaan. Puntje op de stoel, vragen stellen, kritische blik. Dan denk ik: er gebeurt wel wat in die hoofden.”