- blad nr 2
- 1-2-2023
- auteur A. Kersten
- Redactioneel
‘Leraren kiezen vaak voor een specifieke school’
Afgesproken is om zaken als onderwijstijd, bevoegdheden en opleidingseisen in samenhang tegen het licht te houden. Met als strenge voorwaarde dat er aan de onderwijskwaliteit niet getornd mag worden. Onlangs presenteerden onderwijsorganisaties en het ministerie van Onderwijs een werkplan op hoofdlijnen; veel onderdelen zullen de komende tijd verder worden uitgewerkt.
Dat geldt ook voor de vorming van de nieuwe onderwijsregio’s, die een loket moeten worden voor werving, vacatures en scholing (zie ook het interview met Lodewijk Asscher elders in dit nummer). AOb-voorzitter Tamar van Gelder reageert: “De bedoeling is dat die onderwijsregio’s ertoe leiden dat er minder concurrentie is tussen schoolbesturen als het gaat om het vinden van personeel. En dat er geen commerciële bureaus meer ingehuurd hoeven te worden. Dat is een gedeeld belang voor het hele onderwijs. De maatschappelijk opgave van het lerarentekort staat voor iedereen voorop: zorgen dat we voldoende docenten aantrekken en behouden. Daar gaan we nu gezamenlijk stappen in zetten. Tegelijkertijd zijn er nog heel veel vragen die beantwoord moeten worden.”
Zo kunnen onderwijsregio’s ook als werkgever gaan optreden voor startende leraren, dat is althans een belangrijk element in Asschers advies. Voor de AOb en andere onderwijsorganisaties staat voorop dat dat alleen kan op basis van vrijwilligheid. “Leraren kiezen vaak juist voor een specifieke school met een bepaald onderwijsconcept of in een bepaalde wijk. Je wilt voor de klas bij een montessorischool. Of bij basisschool de Duinroos, omdat je daar al stage hebt gelopen. Het idee dat je in dienst bent van een regio-organisatie, maakt het voor sommige leraren misschien juist minder aantrekkelijk om in het onderwijs te gaan werken. Daar moeten we goed naar kijken”, aldus Van Gelder.
Er zijn veel zaken zowel praktisch als juridisch die nog uitgezocht moeten worden. “Denk aan de rechtspositie van het personeel. Als leraren in dienst zouden komen van zo’n regio, welke cao is dan van toepassing? Hoe worden medezeggenschap en inspraak vormgegeven? De komende tijd gaan we met onze leden in gesprek over al deze punten.”
Meer ruimte in onderwijstijd betekent meer tijd voor ontwikkeling en begeleiding, minder werkdruk en minder uitval. Het is goed dat verschillende onderwerpen nu in samenhang opgepakt worden, aldus Van Gelder. Nederlandse docenten staan Europees gezien relatief veel uren voor de klas. Als je het aantal lesuren van docenten wilt verminderen om de werkdruk te verlagen, het vak aantrekkelijker te maken en het lerarentekort tegen te gaan, kan er dan iets af van het lesprogramma zonder de onderwijskwaliteit aan te tasten? En zo ja, waar en hoeveel dan precies? Van Gelder: “Je moet die dingen in combinatie bekijken: onderwijstijd, lestaak en curriculum kun je niet los van elkaar zien.”
Het betrekken van de beroepsgroep is bij al deze stappen cruciaal. Er komt een zogeheten curriculumberaad waarin leraren vertegenwoordigd zijn om te kijken naar de kaders voor het beroep en de opleidingen. Vak- en beroepsorganisaties schuiven ook aan in een programmaraad die toeziet op de landelijke regie. “Het is keer op keer gebleken dat onderwijspersoneel veel meer betrokken moet worden. Zij staan elke dag voor de klas, hebben de kennis en ervaring en je hebt draagvlak nodig om veranderingen door te voeren. Ik heb het idee dat dat signaal nu duidelijk doorkomt, ik ben daarover optimistisch gestemd.”
Van Gelder: “We zetten stappen in de goede richting, maar er is nog een lange weg te gaan. Er staat niet opeens een batterij leraren klaar in september waarmee het lerarentekort de wereld uit is. We moeten ook realistisch zijn.”
{kader}
Een kleine greep uit de stappen
Voor komende zomer ligt er een indeling van de nieuwe onderwijsregio’s op tafel. Werkgevers- en werknemersorganisaties brengen de arbeidsrechtelijke en juridische consequenties in kaart. Voor elke regio wordt er een organisatiemodel op papier gezet waarin staat wie welke functies, rollen en verantwoordelijkheden op zich neemt. Ook komt er een plan van aanpak per regio met een analyse: waar knelt het en wat moet er gebeuren om leraren te werven en te binden? Een eerste versie van die plannen wordt voor de zomer al gemaakt, de definitieve versies op 1 januari 2024.
Vak- en beroepsorganisaties gaan aan de slag om een advies op te stellen over de bekwaamheidseisen. Ook stellen ze een ‘beroepsbeeld’ op, dat samen met de bekwaamheidseisen belangrijk is voor de inrichting van de lerarenopleidingen.
Het ministerie van Onderwijs gaat wettelijke eisen vastleggen op het gebied van ‘strategisch personeelsbeleid’ waaraan schoolbesturen vanaf 1 augustus 2024 moeten voldoen. Daarbij gaat het om zaken die werken in het onderwijs aantrekkelijker maken, zoals duurzame inzetbaarheid, ontwikkelingsmogelijkheden en het terugdringen van tijdelijke contracten. De Onderwijsinspectie zal erop toezien dat werkgevers die wettelijke eisen naleven.