- blad nr 5
- 1-5-2022
- auteur L. Rötgers
- Column
Saai
De vraag zong nog wat na in mijn hoofd, toen ik de volgende ochtend vroeg op school kwam. Ik kreeg geen kans om er verder over na te denken, want mijn rooster bleek plotseling veranderd, waardoor ik een reeks geplande toetsen in allerijl moest verzetten. Toen dat eindelijk klaar was, kreeg ik een mailtje van de roostermaker met het fraaie woord ‘abusievelijk’ erin, waardoor al mijn werk voor niets bleek en ik alles weer moest terugdraaien.
Toen ik daarop enigszins geagiteerd op weg ging richting de koffieautomaat, trof ik in de gang een huilende mentorleerling aan, met wie ik vervolgens een lang gesprek had over de moeilijkheden des levens in het algemeen en die van haar in het bijzonder. Onze gezamenlijke conclusie was dat een eventuele overstap naar een lager niveau niet direct tot het einde der tijden zou leiden.
Een benodigd shot cafeïne later wist ik nog nét voor de les-bel een online toets klaar te zetten, die een paar leerlingen tijdens de volgende les zouden inhalen. Toen de betreffende klas eenmaal voor mijn neus zat en de toetsinhalers binnen mijn blikveld in een aanpalend lokaal waren gestationeerd, bleek de wifi in ons schoolgebouw uitgevallen, waardoor zowel de geplande les als de toets niet in zijn oorspronkelijke vorm kon plaatsvinden. De printer moest uitkomst bieden, maar de toner bleek leeg en het papier vastgelopen. Er ontstond een vertraging van formaat die aan de NS deed denken. De onrust die hiermee in de klas ontstond, bleek alleen met ernstige dreigementen weer te onderdrukken. Toen iedereen eindelijk weer rustig was, klonk de bel. De toetsinhalers kregen extra tijd, waardoor ik geen koffiepauze kon houden.
In het blokuur erna kwam de stagebegeleider van mijn stagiair een lesonderdeel beoordelen. De begeleider wilde na afloop graag nog even mijn input vernemen. Toen de bel het einde van de middagpauze inleidde, had ik gelukkig een goed excuus om de eindeloze monoloog te onderbreken.
De laatste les van die dag verliep vrij normaal, waardoor het geplande programma ook daadwerkelijk kon doorgaan. Even ontspannen. Ik at mijn boterham en dronk mijn koffie tijdens de les, hoewel het uitdrukkelijk verboden is in het lokaal iets te nuttigen. Nood breekt wet.
Ik had nog een berg nakijkwerk en reed pas laat op de middag naar huis. ‘Hoe was je dag’, vroeg mijn vrouw liefdevol. ‘Och, z’n gangetje’, hoorde ik mijzelf zeggen. Ik dacht aan de salarisadministrateur en wenste mijzelf een iets saaiere werkdag toe.
Laurensz Rötgers is docent in het mbo