- blad nr 5
- 1-5-2022
- auteur J. Poortvliet
- Redactioneel
Historisch akkoord dicht loonkloof en pakt werkdruk aan
Onderwijsminister Dennis Wiersma presenteerde vlak voor de meivakantie het Onderwijsakkoord dat hij samen met de vakbonden en werkgeversverenigingen afsloot. In een brief aan de Tweede Kamer schrijft de minister dat onderwijs en politiek het te lang lastig hebben gehad met elkaar: ‘Onrustige jaren, waarin leraren zich miskend voelden en er te weinig geld was voor scholen. Laten we dat achter ons laten.’
In het najaar van 2021 zegde het vorige kabinet al 500 miljoen euro toe voor het dichten van de loonkloof. De huidige regering vult dat bedrag aan tot meer dan 900 miljoen waarmee de kloof in een historisch cao-akkoord is overbrugd. Daarnaast krijgt het voortgezet onderwijs jaarlijks 300 miljoen euro om de werkdruk aan te pakken. De minister schrijft dat in de media veel aandacht is geweest voor leraren op de basisschool, maar minder voor docenten op de middelbare scholen: ‘Maar ook daar is de werkdruk hoog en staan leraren voor grote uitdagingen.’
Net als eerder in het primair onderwijs gaan de werkdrukmiddelen direct naar de middelbare scholen, zonder tussenkomst van besturen. Voor de AOb is het belangrijk dat dit geld pas beschikbaar komt nadat er een nieuw cao-akkoord voor het voortgezet onderwijs is afgesloten. AOb-bestuurder Jelmer Evers: “Anders verdwijnt het in de grote pot, de lumpsum. Wij willen dat deze investering echt terechtkomt bij het personeel.”
Volgens Evers is het een belangrijke keuze van de politiek om hier nu geld voor vrij te maken. “Eindelijk is er structureel geld tegen werkdruk in het voortgezet onderwijs. Aan ons nu de opdracht om te zorgen dat deze euro’s goed worden besteed. Daar gaan we komende weken over onderhandelen met de werkgevers.” De AOb wil daarnaast een goede loonafspraak maken als onderdeel van de nieuwe cao. Evers: “Ik hoop echt dat alle partijen dezelfde prioriteit hebben als wij: minder werkdruk voor de docenten.”
Lerarentekort
Met het Onderwijsakkoord wil minister Wiersma het lerarentekort aanpakken. Omdat vooral scholen met kwetsbare leerlingen docenten missen, investeert de minister per 2023 ruim 150 miljoen euro om leraren op die scholen structureel beter te belonen. De huidige, tijdelijke arbeidsmarkttoelage wordt bekostigd uit het Nationaal Programma Onderwijs. Wel wacht Wiersma de evaluatie van de huidige toelage af en gaat hij samen met de sociale partners kijken hoe leraren op deze scholen structureel een betere beloning kunnen krijgen.
In het akkoord zitten ook afspraken over scholing. Alle leraren in het funderend onderwijs krijgen meer tijd voor ontwikkeling en bijscholing: 16 uur extra per jaar, ter waarde van 118 miljoen euro.
AOb-voorzitter Tamar van Gelder: “Met of zonder corona is al lang duidelijk dat het Nederlandse onderwijs beter moet. We hebben te weinig mensen voor het belangrijke werk wat we willen doen. Lang leken onze leden roepende in de woestijn. Tijdens elke verkiezing benadrukte iedereen van links tot rechts hoe belangrijk het onderwijs was, maar intussen kwamen er nauwelijks extra middelen.”
Van Gelder vervolgt: “Gelukkig zijn die middelen er nu wel, waardoor hopelijk het onderwijs weer voor meer mensen aantrekkelijk wordt. Zaken kunnen pas echt veranderen als we genoeg collega’s hebben om die veranderingen door te voeren. Voor ons ligt nu een plan waarbij wij als AOb elke keer aan de collega’s zullen vragen: gaat dit helpen? Het doel is helder: beter onderwijs voor iedereen, want daar zijn we dit werk voor gaan doen.”
{kader 1}
Belangrijkste punten uit het Onderwijsakkoord:
• De loonkloof tussen primair en voortgezet onderwijs wordt gedicht.
• Er komt 300 miljoen euro vrij voor het tegengaan van werkdruk in het voortgezet onderwijs. Deze werkdrukmiddelen gaan direct naar de scholen.
• Er komt per 2023 ruim 150 miljoen vrij om leraren die lesgeven aan de meest kwetsbare leerlingen structureel beter te belonen.
• Alle leraren in het funderend onderwijs krijgen meer tijd voor ontwikkeling en bijscholing: 16 uur extra per jaar, ter waarde van 118 miljoen euro.
{kader 2}
Belangrijkste punten uit de nieuwe cao-po:
• De beloning in basis- en voortgezet speciaal onderwijs wordt verhoogd tot het niveau van het salaris in het middelbaar onderwijs.
• Voor schoolleiders komt de bindingstoelage terug en hier bovenop komt nog een extra maandelijkse toelage.
• Voor onderwijsondersteunend personeel komt er een extra bedrag bovenop de opgehoogde eindejaaruitkering.
• Deze cao heeft een looptijd van 1 januari 2022 tot 31 mei 2022. Al het personeel uit het basis- en voortgezet speciaal onderwijs ontvangt zijn salarisverhoging met terugwerkende kracht in juni.
Val jij onder de cao-po en wil je weten wat je gaat verdienen? Ga naar aobonderwijssalaris.nl