- blad nr 4
- 1-4-2022
- auteur M. van Nieuwstadt
- In beeld
Het nut van de benen op tafel
In haar nieuwe boek De school als werkplaats legt Naaijkens uit waarom ‘nee’ zeggen belangrijk is. De schooldirecteur is een hitteschild dat bureaucratie en modieuze vernieuwingen buiten de deur houdt. Alle tijd is nodig voor onderwijsverbetering. In hun eerder boek En wat als we nu weer eens gewoon gingen lesgeven (2020), beschrijven Naaijkens en collega Martin Bootsma hun aanpak voor schoolverbetering. Centraal daarin staan zogeheten kwaliteitskaarten waarop is vastgelegd hoe zaken aangepakt moeten worden, van het sinterklaasfeest tot aan online onderwijs tijdens de coronacrisis.
Dat was de theorie; dit nieuwe boek beschrijft de praktijk, gebaseerd op een indrukwekkende hoeveelheid wetenschappelijk onderzoek. Zo is bijvoorbeeld aangetoond dat leerlingen gemotiveerd raken als ze met elkaar en met hun leraar over boeken praten. Hoe dat gaat, beschrijft de Turing-kwaliteitskaart ‘Literaire gesprekken’: De leraar vertelt dat hij tijdens het lezen van een boek soms stukjes tegenkomt die leuk, grappig of saai zijn en dat je daar post-its bij kunt plakken. Hij doet voor hoe dat moet en vraagt leerlingen dan om zelf post-its te plakken bij een passages waar ze over willen kletsen.
De Alan Turing werkt voor technisch leesonderwijs vanaf groep 4 zonder methode, met zelfgekozen teksten rond vier weken durende thema’s. Een klus, erkent Bootsma, waaraan een school stuurloos ten onder kan gaan. ‘De school als werkplaats’ beschrijft waarom het de Alan Turingschool wel lukt. Bewonderenswaardig.
Leraren krijgen er de tijd om met de voeten op tafel na te denken over onderwijs en vooral om samen met hun team lessen te ontwikkelen. Onderwijs verbeteren is een sociaal proces waarin alles draait om face to face-gesprekken met collega’s. Uitgebreid mails beantwoorden heeft geen prioriteit.
Eva Naaijkens en Martin Bootsma, De school als werkplaats, uitgever Pica, prijs € 27,95