- blad nr 4
- 1-4-2022
- auteur A. van Voorthuijsen
- Redactioneel
Aardbevingsschade grijpt diep in op Groningse scholen
Een paar jaar geleden, toen er kort na elkaar een paar aardbevingen waren geweest in Zeerijp, oefende groepsleerkracht Marleen van der Molen van De Wilgenstee met haar leerlingen “om snel onder de tafels te gaan zitten voor als er onder schooltijd een beving zou zijn”. Van der Molen: “Iedereen had die bevingen gevoeld en was geschrokken. Natuurlijk is het eng als je de kasten ziet trillen thuis en de grond voelt beven. Dus dan gaat het erover in de klas. We hebben ook nog wat filmpjes gekeken en daarover gepraat. Maar kinderen zijn ook nuchter. En we hebben nog nooit onder de tafels gezeten.”
Sinds 2013 zijn er vele honderden aardbevingen geweest in dit gebied, rond Delfzijl, Appingedam en Loppersum. Veroorzaakt door de gasboringen van de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM). Duizenden woningen en gebouwen zijn de afgelopen jaren zwaar beschadigd geraakt, en te gevaarlijk om te gebruiken. Al jarenlang verkeert iedereen in onzekerheid over wat er precies moet gebeuren en wie dat gaat betalen. “Dat krijgen kinderen natuurlijk wel mee”, zegt Van der Molen. “Thuis is de situatie soms gespannen omdat schade niet wordt vergoed. Omdat de boel net gestukt is en er dan weer een scheur in de muur komt. Omdat ze naar een wisselwoning moeten maar niet duidelijk is wanneer en voor hoe lang. Of omdat ze in hun boerderij met scheuren moeten blijven omdat de dieren niet mee kunnen naar een wisselwoning.”
Platgegooid
Iedereen zit hier in hetzelfde schuitje, zegt Claudia Wubbeling, bovenbouwleerkracht op De Vuurvlinder in Appingedam. “De halve wijk waar onze school staat is al platgegooid. De nieuwe woningen schieten als paddenstoelen uit de grond en heel veel kinderen zitten al in een wisselwoning of wachten op een wisselwoning.” Eigenlijk weten haar leerlingen niet beter, zegt ze. “Ze zijn tussen de 8 en de 10 jaar. Meer dan de helft van de klas gaat naar een andere woning. Als dat gebeurt dan melden ze het even. Eén gezin ging tijdelijk in een voormalig snoepwinkeltje wonen, dat was vooral heel erg leuk.” Wubbeling: “Kinderen zijn blij als het eenmaal voor elkaar is: lieten trots hun nieuwe slaapkamer zien tijdens de online lessen.” Trauma’s? “Vooral bij de ouders”, zegt Marleen van der Molen. “Natuurlijk zijn die kwaad en gefrustreerd over hoe er met hen wordt omgegaan. En vooral dat het zo enorm lang duurt. Maar er zijn volgens mij geen trauma’s bij de kinderen. Ze kunnen erover kwijt wat ze willen en verder is het geen heel groot issue.”
Dat is het wel voor de Stichting openbaar onderwijs Marenland, die zeventien schoolgebouwen voor het primair onderwijs in het aardbevingsgebied heeft. “Er is geen enkel gebouw van onze stichting waar niets hoeft te gebeuren”, zegt Geert Bijleveld, voorzitter van het College van Bestuur. Niet dat er overal scheuren in de muren zitten, soms is er zelfs niets van schade te zien. “Maar de norm is nu dat alle gebouwen ‘aardbevingsbestendig’ moeten zijn. Na een beving moet er een half uur de tijd zijn om een gebouw veilig te verlaten. Uit onderzoek is gebleken dat dat niet zo was.”
Twaalf schoolgebouwen zijn al gesloopt of gaan nog tegen de vlakte en krijgen aardbevingsbestendige nieuwbouw. Vijf gebouwen kunnen blijven staan en worden versterkt. Natuurlijk is hij teleurgesteld en woedend over hoe slordig de overheid en de NAM omgaan met de mensen in Noordoost-Groningen. “Op school leer je hoe de democratie werkt en dat de regering in principe voor je zorgt. Maar dat geloven de mensen hier niet meer zo snel. Ook kinderen lopen mee met protestmarsen en fakkels en ze horen overal om zich heen dat de overheid niet te vertrouwen is. Maar we zorgen er wel voor dat de school een veilige plek is. We maken de kinderen zeker niet banger dan ze zijn. Het gaat er ook heel vaak juist niet over.”
Positief
En, hoe vreemd het ook mag klinken, er zit een positief kantje aan deze ellende, zegt Bijleveld. “Toen onze schoolgebouwen onveilig bleken, zijn we met de gemeenten en de onderwijsorganisaties om tafel gaan zitten: is dit geen kans om tot kwalitatief betere nieuwbouw te komen?” Want, zegt hij, sommige gebouwen zijn meer dan vijftig jaar oud en voldoen absoluut niet meer. “Geld voor nieuwbouw was er in dit krimpgebied niet. Nu hebben we de kans om nieuwe bijdetijdse gebouwen te maken en nieuwe samenwerkingsverbanden aan te gaan die kansen bieden voor de leefbaarheid in de dorpen.”
Een half uurtje toeren rond Delfzijl en Appingedam is behoorlijk onthutsend voor deze westerling: dit gebied is één grote bouwput. Overal wordt gesloopt, nieuw gebouwd, staan rijtjes wisselwoningen tegenover woningen die nog gesloopt moeten worden: stedenbouwkundig is het een chaos. “Dit doet wel wat met de inwoners”, zegt Bijleveld. “Je leeft jaren in onzekerheid, daarna in een bouwput. Verschillende mensen zijn vertrokken. Krijgt de éne buur een enorme schadevergoeding en de ander bijna niks.” Veel van de personeelsleden van Marenland wachten zelf ook al jaren op een beslissing: Sloop? Versterking? Een wisselwoning? Wanneer dan? En hoeveel schadevergoeding krijgen ze? “Natuurlijk worden sommige leerkrachten daar ziek van. Die bieden we de mogelijkheid om hulp te zoeken.”
In de krant
“Ze maken hierdoor ook bijzondere dingen mee”, zegt Marleen van der Molen. Schrijfster Lysette van Geel kwam naar De Wilgenstee in Zeerijp, praatte met een aantal kinderen en schreef het boek Groetjes uit Zeerijp dat over de aardbevingen en de kinderen gaat. “Elk kind hier heeft dat boek gekregen. Dat is natuurlijk bijzonder. Dat je in de krant staat, dat er ministers langs komen. Dat er een boek over je school is. Maar het leven en school gaan ook gewoon weer door.”
Dat er sinds 2013 al onrust is door de aardbevingen, kost ongelofelijk veel tijd, zegt Claudia Wubbeling. “De school zou versterkt worden, wij moesten dan tijdelijk naar een noodgebouw aan de andere kant van Appingedam. Dat betekende dat de kinderen dan een drukke weg over zouden moeten steken, dus er kwam een werkgroep verkeer. Avonden lang vergaderen, overleg met de gemeente: kan er iets met een fietsbrug, een rotonde, steeds weer wat anders. Nu kan de versterking van het gebouw misschien tijdens de zomervakantie plaatsvinden en is al het overleg dus voor niks geweest.” Marleen van der Molen: “Het kost iedereen veel tijd en energie die je beter aan het onderwijs en de inhoud zou kunnen besteden.” Maar, zegt ze ook: “Onze school in Zeerijp is versterkt en opgeknapt. Het is nu prachtig. Helemaal opgefrist, nieuwe verf, nieuwe vloer en er zijn wat muurtjes weg, zodat we nu een prachtig leerplein hebben. Dat wilden we al langer en dat is nu gelukt. Daardoor kunnen we ook echt anders les gaan geven.”
Natuurlijk heeft het de stichting ondanks alle bijdragen van rijk, provincie en gemeenten ook zelf extra geld gekost, zegt Bijleveld. “Je wilt de scholen nu ook nieuw meubilair geven en investeren in duurzaamheid. Door de prijsstijging van de bouwkosten hebben we niet die hele bijzondere gebouwen neer kunnen zetten die ons aanvankelijk voor ogen stonden, de franje is wel een beetje gesneuveld helaas. Maar we hadden deels een stel aftandse gebouwen die echt niet meer konden. Nu hebben we een aantal mooie en duurzame scholen met goede klimaatinstallaties en voorzieningen. Doordat we samen na wilden denken over hoe we iets goeds konden halen uit de strijd tegen dit onrecht waarvoor de overheid en de NAM direct verantwoordelijk zijn, is er hier toch iets moois tot stand gekomen.” Maar het duurt wel erg lang, zegt Bijleveld. “Acht van de zeventien gebouwen wachten nog op de noodzakelijke aanpak.”
{Onderschriften}
De Stichting openbaar onderwijs Marenland heeft zeventien schoolgebouwen in het aardbevingsgebied. “Er is geen enkel gebouw van onze stichting waar niets hoeft te gebeuren”, zegt Geert Bijleveld, voorzitter van het College van Bestuur. Naast Bijleveld staan Claudia Wubbeling (midden) en Marleen van der Molen. Op de achtergrond basisschool De Optimist in Delfzijl, die gesloopt gaat worden.
Het vernieuwde Kindcentrum De Kronkelaar in Wagenborgen.
{streamers}
‘Kinderen zijn nuchter. En we hebben nog nooit onder de tafels gezeten’
‘Meer dan de helft van de klas gaat naar een andere woning’
‘Dat de regering voor je zorgt geloven de mensen hier niet meer zo snel’