- blad nr 4
- 1-4-2022
- auteur R. Wisman
- Idee
Levenslessen op maat
“Mijn eigen kinderen kwamen regelmatig thuis met het verhaal dat een mentoruur uitviel. Bijvoorbeeld omdat andere lesstof prioriteit kreeg.”
Een bedenkelijke reden voor Wokke, die zelf als docent omgangskunde bij vso De Spinaker in Alkmaar een heel ander motto hanteert: ‘Eerst het kind en dan de leerling.’ “Dat kinderen lekker in hun vel zitten, is belangrijker dan lesstof erdoorheen jassen”, verklaart ze haar motto. Het mentoruur biedt de gelegenheid je met leerlingen te verbinden, ze te leren kennen en je kunt processen begeleiden die bijdragen aan een positieve groepsdynamiek. “Daar is de samenleving op gebouwd.” Op de Spinaker geeft ze les aan kwetsbare jongeren met leer- en gedragsproblemen. “De klas is een minimaatschappij waarin je mag oefenen en fouten kunt maken, om daarna in de buitenwereld het gewenste burgergedrag te vertonen. Mijn mentoruren zijn levenslessen op maat.”
Moetje
Wokke behaalde in 2019 de top-3 van ‘Leraar van het jaar’. Toenmalig onderwijsminister Arie Slob vroeg de enthousiaste docente haar ideeën uit te rollen op middelbare scholen in heel Nederland. Een haalbare manier om dat bereiken, was het mentoruur. Dat is op de meeste scholen structureel ingeroosterd, maar het valt vaak uit. Soms omdat andere lesstof prioriteit krijgt, maar ook omdat docenten denken dat er niets te bespreken valt en leerlingen de vrijheid geven m met hun telefoon bezig te zijn, zodat de docent administratie of e-mails kan wegwerken. “Het mentoruur is regelmatig een moetje of een sluitpost, vooral voor vakdocenten: Oh ja, ik heb ook nog een mentoruur
. Dat is niet de bedoeling; het is exclusieve tijd voor de kinderen. Hoe meer uren je daarvoor hebt, hoe beter.”
Docenten die ‘niets te bespreken’ hebben met hun mentorklas moeten zichzelf achter de oren krabben. Een mentor hoort betrokken te zijn, en oprecht geïnteresseerd. “Als je geen idee hebt wat er leeft, sla je de plank mis.” Wokke spreekt over inloggen bij leerlingen. “Vergelijkbaar met hoe je bij een computer inlogt. Een veilige omgeving is een voorwaarde, maar gelijkwaardigheid ook. Je staat naast leerlingen als mens, niet als baas.”
Speeddaten
De eerste praktische tip? Zorg dat de leerlingen een apart schrift hebben voor deze lessen. Dat maakt het tastbaar. De manier waarop je het uur invult, kan je laten samenhangen met wat er leeft in de klas. Dat kan de actualiteit zijn, maar je kunt ook een spel met elkaar doen.
Bijvoorbeeld: Weerwolven of Kezen. Het eerste is een rollenspel, het tweede een combinatie van pesten en mens-erger-je-niet die je leert omgaan met tegenslag. Of: laat ze speeddaten zodat ze elkaar beter leren kennen. Hoe? Neem een stopwatch en laat ze elkaar om beurten ondervragen. Vraag ze op te schrijven wat ze te weten kwamen over de ander en laat ze eventueel klassikaal de ontdekkingen delen.
Afhankelijk van de veiligheid in je klas kan je ook bij toerbeurt één leerling centraal zetten over wie de anderen hun waardering uitspreken. Uitsluitend in positieve bewoordingen: hulpvaardig, humorvol, vriendelijk. Liefst gelardeerd met een voorbeeld.
“De leerling zet de woorden die over hem gaan op het bord. Zet hem naast de woorden op de foto en stuur deze via mail naar de leerling toe. “Veel leerlingen kunnen niet met complimenten omgaan. Dat kan je ook weer aangrijpen voor een gesprek. Hoe ervaar je dit? Juist voor de stillere of onzekere leerlingen kan zo’n les een verrijking zijn.” Een variant op deze les is de volgende: ‘Omschrijf jezelf in één woord. Wat zou dat zijn?” Heus geen makkelijke vraag, weet Wokke die zichzelf na enig nadenken ‘inspirator’ noemt.
Of laat leerlingen in duo’s of groepen spreken over thema’s aan de hand van vragen als: Mogen volwassenen meer dan jij? Wat doe je als je vriend je vriend niet meer wil zijn? Hoe luister je naar jezelf?
Of doe een les over hoe je rust creëert in je hoofd op basis van vijf actiepunten die ze zelf bedenken en invullen. Of een les die draait om ‘vijf ingrediënten voor een prettige schooldag’. Of een les over onmogelijke keuzes: ‘Wie wil je liever zijn: de slimste van de school of de beste van het sportteam? Doof of blind? “Met het mentoruur kan je alle kanten op. Met een beetje voorbereiding wordt het een moment waarin je met de leerlingen aan de slag bent met hun identiteits- en persoonlijkheidsontwikkeling. Zorg dat de leerlingen fan van jou worden, dan houden ze vanzelf ook meer van je vak.”
{fotobijschrift}
Esther Wokke: “Als je geen idee hebt wat er leeft, sla je de plank mis.”
Esther Wokke ontwikkelde een mentoragenda in ringband op A4-formaat: mentoragenda.nl
IDEE: Gebruik het mentoruur om met leerlingen verbinding te maken