- blad nr 4
- 23-2-2002
- auteur J. van Aken
- Redactioneel
Zuid-Afrika's nieuwe onderwijsprogramma
'We hebben de rug van het apartheidscurriculum gebroken'
'Ik groeide op in het township Alexandra, een omgeving waar de waarde van onderwijs nooit was benadrukt. Waar het eerste dat een kind leert niet lezen, schrijven en spellen is, maar hoe te vechten, stelen en rebelleren. Waar het geld om kinderen naar school te sturen meestal ontbrak omdat simpelweg overleven de eerste prioriteit had.'*
Zo was de situatie in het Zuid-Afrikaanse onderwijs tijdens de apartheid. Het systeem creëerde rassenscheiding waarvan de gevolgen nog altijd zichtbaar zijn. Onderwijs wordt niet alleen gezien als de oorzaak van de ongelijkheid, maar ook als oplossing daarvan. Daarom heeft het ministerie van onderwijs besloten tot een geheel nieuw onderwijsprogramma, Curriculum 2005.
Het nieuwe onderwijsprogramma geeft scholen de mogelijkheid zelf beslissingen te nemen, iets dat tijdens de apartheid ondenkbaar was. "Het curriculum gaat over het ontwikkelen van een kritische en creatieve leerling. Over het ontwikkelen van een gevoel dat je ergens thuishoort, een gevoel van waardigheid en zelfbewustzijn", geeft Muavia Gallie de veranderingen ten opzichte van de apartheid aan.
Gallie is coördinator bij SADTU (South African Democratic Teachers Union). SADTU is met afstand Zuid-Afrika's grootste onderwijsvakbond met 220.000 leden op een totaal van 360.000 leraren. Gallie maakte deel uit van de commissie die Curriculum 2005 ontwierp. Tussen 1998 en 2008 vindt een geleidelijke invoering in alle klassen plaats.
Het curriculum is gebaseerd op OBE (outcomes based education), wat wil zeggen dat de leerling centraal staat. Het belangrijkste verschil met de apartheidslessen is de overgang van passief naar actief leren: van feiten ophoesten naar kritisch kunnen denken, redeneren en reflecteren. Het tekstboek is niet langer heilig, maar groepswerk en het gebruik van andere bronnen dan het lesboek behoren tot de mogelijkheden. In Nederland is dit alles al jaren gesneden koek. Voor Zuid-Afrika is het niet minder dan een revolutie, aangezien het apartheidsbewind elke onderwijsvernieuwing tegenhield.
"De grootste uitdaging zit hem niet in het ontwerp van het curriculum, maar is de leraren een andere visie op hun werk te geven", stelt Muavia Gallie. "Leraren zullen herschoold moeten worden om de methoden van de apartheid los te laten. Tijdens de apartheid zijn zij opgeleid in het geloof dat er één waarheid is in de wereld, dat er alleen feiten zijn. De traditionele apartheidsles bestond puur uit het hoofd leren van feiten. En het waren feiten die niet altijd waar waren, want de lesboeken waren geschreven door 'witte' schrijvers", legt Gallie uit.
Rolmodel gangster
Nathaniel Brache, leraar aan de Huguenot basisschool Mitchells Plain, een township in Kaapstad, wil van zijn grade 7 (twaalf- tot veertienjarigen) weten wat het begrip 'behoefte' inhoudt. "Alles waar we niet zonder kunnen leven. Water, voedsel, onderdak, lucht en onderwijs, vooral dat is erg belangrijk in een maatschappij als de onze." Daarnaast zijn er luxegoederen. De kinderen geven voorbeelden: "Reebok schoenen, een Levi's spijkerbroek, een auto, een televisie", waar de bijdehand van de klas, tot algehele hilariteit, "een vriendin" aan toevoegt.
Om de kinderen op school te houden, benadrukt Brache het belang van onderwijs voor het vinden van een baan. Van de kinderen in de townships haalt dertig tot veertig procent het eindexamen. Van die groep gaat vijf procent studeren. De rest stopt voortijdig, omdat ouders het belang van een opleiding niet zien, of simpelweg uit luiheid. "Het probleem is dat de kinderen geen goede voorbeelden hebben. De jeugd hier heeft het idee dat het in het leven draait om een chique wagen en veel geld. De snelste en meest gebruikte manier om dat te bereiken in Mitchells Plain is bendelid te worden. Gangsters worden door de scholieren bewonderd."
In hoeverre het nieuwe curriculum zal werken is, zo denkt Brache, afhankelijk van de leraar. Volgens hem weigeren sommige leraren het gewoonweg te gebruiken, anderen voeren excuses aan om het uit te stellen. "Vroeger hadden we een curriculum dat ontworpen was om de apartheid te behouden. Nu kunnen we het gebruiken om de culturele verschillen gelijk te trekken."
Het goede aan het curriculum vindt hij het accent op het leerlinggedrag. "De bedoeling is dat zij onderling veel discussiëren en met ideeën komen. En het werkt. Leerlingen hebben veel meer vertrouwen om zich uit te spreken in de klas en er is competitie om een beter antwoord te geven dan de ander. Zij voelen zich meer betrokken bij de les."
Brache nam deel aan een natuurkundecursus van de universiteit van Kaapstad. De cursus was belangrijk om nieuwe natuurkundetechnieken in zijn lessen te kunnen invoeren. "Vroeger vermeed ik experimenten bij natuurkunde, door OBE laat ik kinderen dat nu wel doen."
Herscholing
De universiteit van Kaapstad biedt de tweejarige cursus aan om de 85.000 'ondergekwalificeerde' leraren, met minder dan vier jaar lerarenopleiding, op niveau te brengen. "Hun moreel is laag omdat de sociale omstandigheden waarin zij opgroeiden slecht waren en zijn. Voor de meesten is de training een last, maar gelukkig zijn er ook die langzaam startten en vervolgens het licht zagen", vertelt Roline Liebenberg, leraarstrainer voor natuurkunde.
Samen met haar collega Norman Davis (wiskunde) werkt ze met het Equipprogramma. In twee jaar krijgen 160 leraren bijscholing. Dit jaar is er voor het eerst een groot aantal leraren dat deelneemt aan de cursussen omdat het ministerie beurzen verstrekt. De selectie van leraren is door het ministerie gedaan. Niet al te best, volgens Davis. Sommige cursisten zijn slecht geïnformeerd en slecht voorbereid. "Ze konden niet overweg met het niveau van grade 9 (vijftienjarigen) waarop de cursus is gebaseerd. Sommigen kregen voor het eerst te maken met algebra bijvoorbeeld." Hoewel het moeilijk was, hebben de trainers de leraren bewust leerstof voor vijftienjarigen aangeboden. "Waarom leer je kinderen de basis van rekenen en lezen in grade 5? Omdat ze dat later nodig hebben om natuurkunde te begrijpen. We willen de leraren laten zien dat zij de basis leggen voor de latere ontwikkeling van het kind, iets waar de meesten zich nauwelijks bewust van zijn", aldus Davis.
Een belangrijk onderdeel van de cursus is reflectie. Volgens Liebenberg is daar nauwelijks tijd voor, noch voor reflectie op het lesgeven, noch op het gedrag van kinderen. "Ik heb hun gevraagd voorbeelden van leerlingenwerk mee te nemen en na te gaan waarom kinderen dingen op een bepaalde manier deden, wat voor probleem ze hadden. Dat is een moeilijk proces, want als je zelf de inhoud niet volledig beheerst, kun je niet begrijpen waarom een kind een fout maakt."
Geen ontbijt
De klas is verdeeld in groepjes om samenwerking te bevorderen, één van de ideeën van OBE. Nadeel is dat wis- en natuurkundeleraar Mahlubi Ngqukuvane nog maar dertig centimeter ruimte tussen de tafels heeft, zodat rondlopen om de kinderen te helpen - ook een van de doelen van OBE - moeilijk is. Vandaar dat het ministerie bedacht dat er maar veertig kinderen in een klas mogen. Dat plan gaat echter volgend jaar pas in. Dus zitten er vijftig kinderen in een lokaal van tien bij zes in de Vuyani-basisschool in Guguletu, een township in Kaapstad.
De cursus aan de universiteit heeft Ngqukuvane sterk gemotiveerd. "Ik heb veel geleerd over wiskundeproblemen en ik weet nu veel over de geschiedenis daarvan. De training leert ons hoe we de kinderen beter kunnen helpen, hoe hun problemen te signaleren en op te lossen. Ik weet nu bijvoorbeeld dat het belangrijk is alle leerlingen mee te krijgen, niemand achter te laten blijven."
Een afwasteil met grove stukken kip in saus en een witte emmer met rijst worden binnengedragen. "De lunch voor de kinderen, betaald door het ministerie van gezondheidszorg", verklaart Ngqukuvane. "De meeste kinderen krijgen thuis geen ontbijt omdat vader of moeder geen baan heeft en dus geen geld, omdat het geld in alcohol wordt gestoken, of omdat het ouders niet interesseert of hun kind al dan niet ontbijt."
Volgens Ngqukuvane is Curriculum 2005 een oplossing, mits er voldoende geld beschikbaar komt. De school mist faciliteiten als een laboratorium en soms moet hij kinderen vragen spullen van thuis mee te nemen. Daarnaast zijn er meer leraren nodig dan de huidige achttien voor de 750 kinderen. De overheid doet niet genoeg, vindt hij. "Het onderwijs in de townships is nog altijd niet op hetzelfde niveau als dat van de blanken. We hebben zeven witte scholen gevraagd ons te helpen door ons als zusterschool te adopteren. Zes reageerden niet. Een middelbare school schonk ons tekstboeken, voor middelbare scholieren."
Aids
Muavia Gallie, van SADTU, geeft Ngqukuvane gelijk. "Er zijn scholen die hun materialen liever laten verouderen in opslagruimtes dan ze te delen met andere scholen. Het is niet in het belang van witte scholen om het onderwijssysteem te veranderen."
Gevraagd naar de mogelijkheid van gemengde scholen, reageert Gallie schamper. "Sommige scholen doen dat voor hun eigen voordeel. Ze krijgen geld van anderen, of ze doen het uit schuldbesef. Maar er zijn geen scholen die het doen omdat ze denken dat het goed is om leerlingen te mengen. Er zijn mensen die geloven dat als je het politieke beleid verandert, je ook de mensen verandert. Maar dat is niet zo. Ik zie het in ieder geval niet."
Aids is een groot probleem in het onderwijs en dat probleem zal alleen maar groter worden. Tussen nu en vijf jaar ontstaat een tekort van 20.000 leraren. Nieuwe leraren opleiden is moeilijk volgens Gallie. "Op alle 47 universiteiten samen krijgen dit jaar 500 leraren een diploma, terwijl er op zijn minst 16.000 leraren nodig zijn om het natuurlijk verloop op te vangen. Niemand wil leraar worden. Waarom zou je leraar worden, met vijftig kinderen in een lokaal zonder tekstboeken, zonder voldoende meubilair, terwijl gangsters de school binnenlopen om je te bedreigen. Laat mij het bedrijfsleven maar ingaan, dan krijg ik tenminste redelijk betaald, zeggen de hoger opgeleiden."
Gallie vindt het niet terecht dat veel leraren de apartheid de schuld van de situatie geven. "Zij kiezen voor de slachtofferrol, terwijl we de macht hebben om dingen te veranderen. Het gaat tien tot vijftien jaar kosten, maar als we vandaag beginnen, zijn we een dag eerder klaar dan wanneer we morgen beginnen. Ik denk dat we erin geslaagd zijn om de rug van het oude apartheidscurriculum te breken. Er was een strijd om het oude curriculum zoveel mogelijk te behouden, maar we hebben voor het grootste deel onze zin gekregen. Als we de apartheid konden overwinnen zonder geweld, dan moet de invoering van het curriculum gemakkelijk zijn."
Curriculum 2005
In Zuid-Afrika volgen 12,5 miljoen mensen een opleiding aan een openbare of een privé-school. Hoewel er beperkte voorschoolse educatie bestaat voor kinderen vanaf drie jaar, begint voor de meesten het onderwijs in het jaar dat ze zeven worden. Het Zuid-Afrikaanse onderwijs is onderverdeeld in drie fases, waarvan de eerste twee verplicht zijn, tot en met grade 9 (15-16 jaar). Aan het eind van de derde fase, grade 12 (18-19 jaar), doen de leerlingen eindexamen in minimaal zes vakken. De examens in elk vak zijn op drie niveaus. De derde fase - en dus een diploma - haalt de meerderheid van de leerlingen in de townships niet. Het gedeelte dat verder gaat studeren is daar weer een fractie van. Desondanks zit er een stijgende lijn in het aantal leerlingen dat na het eindexamen naar een technikon gaat, dat is vergelijkbaar met het hbo. (JvA)
Uitwisseling
De scholen die aan dit artikel hebben meegewerkt, zouden graag in contact komen met Nederlandse scholen voor eventuele uitwisselingsprojecten.
* Vuyani-basisschool: admin@vuyanip.s.w.capeschool.za
* Nathaniel Brache, Huguenot basisschool: sonor@mweb.co.za
* Citaat uit Kaffir Boy, door Mark Mathabane, een autobiografisch verhaal over het leven in een township tijdens de apartheid.