- blad nr 8
- 1-9-2021
- auteur J. Bos
- Column
Happy few
Vraag je het Juf Monique, dan zou ze zuchten. In haar groep 3 waar mijn dochter zo ontzettend geniet, zitten zestien kinderen. De rust en aandacht zijn een zegen voor juf én kind, een onvoorstelbare luxe in deze tijd. Maar ook in ons dorp onder de rook van de Randstad heeft de gentrificatie post gevat. Met de komst van stadse doorstromers met jong kroost, mag juf Monique voor komend jaar op zoek naar heel wat extra tafeltjes.
Te klein zorgt voor kopzorgen. Maar te groot, daarvan is vooral de leerling de dupe. Studenten komen naar mijn opleiding omdat ze in de journalistiek willen werken. Dat vak leren, kost tijd en aandacht. Ook van mij als docent. En daarnaast: op hoeveel journalisten zit de markt eigenlijk te wachten? Dat was de gedachte van de numerus fixus. Elk jaar werd een beperkt aantal nieuwe studenten aangenomen. Daarover liepen praktische afspraken met de andere opleidingen journalistiek.
Het gaf ook een belangrijk signaal af: dit is een bijzondere school. Je mag blij zijn als je hier terechtkomt. Uit eigen ervaring weet ik dat zoiets effect heeft. Na een strenge ballotage bij een masteropleiding, mocht ik mij rekenen tot de happy few. Niet eerder zat ik met zo’n drive in de schoolbanken.
Twee jaar geleden werd de numerus fixus op mijn opleiding afgeschaft. De instroom was dusdanig teruggelopen dat we de grens toch niet haalden. Tot zover niks aan de hand. Maar het jaar daarop piekten plots de aanmeldingen en was het alle hens aan dek. En dat gebeurt nu weer. In de aanloop naar dit schooljaar zijn er ook door geld uit het NPO-plan veertien nieuwe collega’s aangenomen. Dat zorgt overigens niet voor kleinere klassen. En alleen door ook in de avonduren les te geven, passen we in het gebouw.
Ik hou van studenten. Van leuke collega’s heb je er nooit te veel. En ‘s avonds lesgeven is voor mij geen bezwaar. Maar los daarvan lijkt het me verstandig om onszelf de vraag te blijven stellen wat we als school beogen. Willen we de grootste of de beste zijn?