- blad nr 7
- 1-7-2021
- auteur D. van 't Erve
- Redactioneel
Systeem duwt thuiszitters in de hoek
‘Laat me’, staat er in krachtige letters op zijn onderarm. Kevin (18) oogt sterk en vrolijk, heel anders dan drie jaar geleden toen hij thuiszat. Vanwege autisme, een taal- en spraakstoornis en dyslexie wisselde hij maar liefst negen keer van school, nergens vond hij een passende plek. Pas toen hij bij een leerbedrijf kon beginnen, kwam hij tot zijn recht. Een jaar geleden liet hij de tatoeage zetten. ‘Het staat eigenlijk voor: laat me zijn wie ik ben’, vertelt hij in het boek De achterkant van het onderwijs, dat de thuiszittersproblematiek belicht vanuit de jongeren, de school en de inspectie.
Afgewezen worden om wie je bent, is het gevoel dat alle thuiszitters delen. “Kinderen worden in hun kern geraakt”, vertelt docent Marjon Velsink, die het boek schreef samen met collega Melanie Philips van het Mondriaan College in Oss. “Ze vereenzamen en raken depressief, dat maakt elk verhaal zo heftig. Bij alle jongeren die we interviewden is er een moment geweest dat ze eruit wilden stappen.”
Dat jongeren depressief worden als ze lang thuis zitten, is ook wel gebleken tijdens de lockdown, vult Philips aan. “Het is geestelijk heel ongezond om een thuiszitter te zijn. Ondertussen is het aantal thuiszitters ook dit jaar weer gegroeid.” Dat is zo erg, dat moet echt anders, verklaart Velsink de drijfveer achter hun boek.
Ontsnappingsroute
Het exacte aantal kinderen dat thuis zit, is niet bekend. Het ministerie houdt het op 4.790, het aantal leerlingen dat in schooljaar 2018-2019 langer dan drie maanden thuis zat. In het rapport Thuiszitters Tellen uit november 2020 van oudervereniging Balans loopt het aantal op tot meer dan 15 duizend, waarvan 6.022 kinderen een vrijstelling hebben op grond van artikel 5a van de Leerplichtwet. Alleen kinderen die volgens een arts psychisch of lichamelijk niet geschikt zijn om onderwijs te volgen, komen hiervoor in aanmerking. Opvallend is dat sinds de invoering van passend onderwijs dit aantal vrijstellingen fors is gestegen, met 35 procent. Oudervereniging Balans noemt het een ‘ontsnappingsroute’: als een school geen passend onderwijs kan bieden, biedt ontheffing van de leerplicht namelijk een uitweg. Het ontslaat scholen van hun zorgplicht, en het geeft ouders de ruimte voor alternatieve oplossingen. Met het persoonsgebonden budget vanuit de gemeente kunnen zij voor hun kind de nodige zorg en ondersteuning inkopen.
Er zijn veel voorzieningen waar kinderen die niet naar school kunnen, tot ontwikkeling kunnen komen. “Maar het is natuurlijk idioot dat ouders vrijstelling van de leerplicht moeten aanvragen om passend onderwijs te krijgen”, vertelt Esther de Bruijn, directeur van Stichting Liz, waaronder drie ‘Samen naar school’-klassen in Nijmegen vallen. Nederland telt 35 van deze speciale klassen die kinderen met een meervoudige beperking een plek bieden op een reguliere school. Elk kind heeft een individueel ontwikkelplan, waarin het een eigen lesprogramma volgt, verweven met contacten op school. Naast het belang dat elk kind in de buurt naar school kan, heeft het volgens De Bruijn ook meerwaarde voor de ontwikkeling. “Van onze kinderen spreekt 80 procent niet en dan helpt het bijvoorbeeld enorm om tussen leeftijdsgenoten te zitten die wel praten en vragen stellen.” Dit schooljaar startte De Bruijn in het voortgezet onderwijs een klas bij een reguliere scholengemeenschap. “Hoe de jongeren zouden reageren was best spannend, maar het gaat ontzettend goed. Ze vinden het eigenlijk gewoon raar dat dit niet bij meer scholen gebeurt.”
Teleurstellend
Dat vindt ook de Tweede Kamer. Die keurde eind november een motie goed om direct werk te maken van het erkennen van de Samen naar school-klas als officieel onderwijsprogramma. Goed nieuws, volgens De Bruijn, alleen is het nog steeds niet geregeld. Sterker, er zijn volgens het ministerie eerst nieuwe pilots nodig. De Bruijn: “Heel teleurstellend, omdat we afhankelijk blijven van de goodwill van een samenwerkingsverband. In ons geval krijgen we niets en dat betekent dat ouders het zorgbudget moeten inzetten. We hebben orthopedagogen in dienst, werken met leerlijnen en kind-volgsystemen. Het is een en al onderwijs wat we doen, maar omdat we officieel geen onderwijsinstelling zijn, mag er geen onderwijsgeld naar toe.”
Met een inschrijving bij de reguliere basisschool komt er alleen een basisbekostiging van zo’n 5.000 euro per leerling per jaar. Dat is onvoldoende om de zorg en het onderwijs op maat in de Samen naar school-klas te betalen. Ter vergelijking: in het speciaal onderwijs beslaat het budget zeker 30.000 euro op basis van een toelaatbaarheidsverklaring voor de hoogste categorie, waarin kinderen met meervoudige beperking veelal terechtkomen. Het speciaal onderwijs is volgens De Bruijn meestal niet passend voor haar doelgroep. “Ik heb nu ook weer twee kinderen verloren aan het speciaal onderwijs, terwijl ouders liever hadden gezien dat ze hier bleven”, vertelt ze. “De kinderen zijn nu op zo’n niveau dat de Leerplichtwet ze geen vrijstelling meer geeft en ouders geen budget van de gemeente meer krijgen. Ouders worden in de hoek gedrukt. Ik vind het schrijnend en frustrerend dat de kinderen nu uit een omgeving worden getrokken waarin ze het heel goed deden. Dat had niet gehoeven, zeker niet als ik dan lees hoeveel miljoenen de samenwerkingsverbanden op de plank laten liggen.”
Klem
Ouders die het aanbod van een school niet passend vinden voor hun kind, komen in een lastig parket terecht. Volgens de wet moet hun kind naar school en bij ongeoorloofd verzuim volgen strafmaatregelen. Oudervereniging Balans kreeg begin vorig jaar alleen al negentig meldingen van ouders die te maken kregen met Veilig Thuis-meldingen, ondertoezichtstelling of zelfs uithuisplaatsing van hun kind. “Als er een maximaal haalbaar aanbod ligt waar ouders zich niet in kunnen vinden, ontstaat er een vreselijk dilemma”, zegt Carry Roozemond, directeur van Ingrado, de brancheorganisatie voor leerplicht en voortijdig schoolverlaten. “Als je je kind thuishoudt, dan onthoud je hem helemaal de kans om zich te ontwikkelen. Via handhaving proberen we de ouder dan zover te krijgen dat hij inziet dat onderwijs mogelijk is en dat het kind snel naar school gaat. Iedere dag dat een kind geen onderwijs volgt, wordt de achterstand schrijnender, zowel op cognitief als op sociaal gebied.”
Leerplicht is nu schoolplicht, maar onderwijs op een school is niet voor ieder kind geschikt, reageert Jolan Rohde Luchtmeijer van de Onderwijsaffaire, een belangengroep van ouders die net als de ouders in de toeslagenaffaire al jarenlang het gevoel heeft klem te zitten in het systeem, met financiële en psychologische schade tot gevolg. De belangengroep strijdt voor een wettelijk geborgd leerrecht voor elk kind en compensatie voor de geleden schade. “De kosten voor ouders kunnen wel oplopen tot 100.000 euro. Er gaat veel geld zitten in reiskosten, therapie, het opnemen van vrije dagen of het helemaal niet kunnen werken, en het bedrag stijgt enorm als er een advocaat nodig is.”
Dit is alleen nog maar de materiële schade, de emotionele gevolgen voor zowel kind als ouders zijn enorm. “Het allerergst vind ik dat kinderen een trauma oplopen omdat ze niet serieus genomen worden”, vertelt Rohde Luchtmeijer. Zelf heeft ze een kind van dertien en een van vijftien. Voor beide past het traditionele onderwijssysteem niet. “Pas toen mijn oudste begin groep 7 een suïcidepoging deed, werd hij getest. Hij is hoogbegaafd en bleek al jaren onder te presteren. Mijn jongste kwam op z’n achtste thuis te zitten met een Posttraumatische Stressstoornis omdat hij vastliep op school. Herstel is alleen mogelijk door totale rust en onvoorwaardelijk vertrouwen. Het heeft anderhalf jaar geduurd voordat hij weer met een ander mee in de auto durfde.”
Leerrecht
D66 wil de wet aanpassen om het leerrecht te waarborgen. In het initiatiefwetsvoorstel staat kortgezegd dat bij dreigende uitval van kinderen die ‘in staat zijn om zich te ontwikkelen’ een jeugdarts moet zorgen dat zij het onderwijs krijgen dat hen past. Vrijstellingen zijn voor deze kinderen niet langer toegestaan. Tijdens de inmiddels gesloten internetconsulatie noemen betrokkenen grote bezwaren. Het voorstel verhoogt de drempel voor vrijstelling, terwijl onduidelijk is hoe kinderen onderwijs op maat kunnen krijgen op een locatie die voor hen geschikt is. De verantwoordelijkheid komt meer bij scholen te liggen, terwijl die nu al vaak de mogelijkheden missen om passend onderwijs te bieden. “Ik zie wel de goede intentie, maar het voorstel is nog veel te vaag”, concludeert Jolan Rohde Luchtmeijer. “Want waar halen scholen de informatie en middelen vandaan om tot een oplossing te komen?”
Passend onderwijs is volgens haar mogelijk als ouders, kinderen en professionals een gelijkwaardige stem krijgen. “Er kan wettelijk gezien al best veel. Met de onderwijsinspectie kun je in gesprek als een kind bijvoorbeeld niet vijf dagen naar school kan. Maar alles loopt vast op het moment dat een school het niet aandurft.”
Voor haar kinderen is er inmiddels nieuw perspectief. Haar jongste doet nu mee aan pilotklas Agora Underground en haar oudste maakt na de zomer ook de overstap naar een Agora-school. “Onderwijs dat aansluit bij de interesse en ontwikkeling komt ieder kind ten goede”, zegt Rohde Luchtmeijer. “Scholen kunnen daar al mee beginnen door beter te luisteren naar het kind. Als we ophouden elk kind door dezelfde mal te duwen, zijn vrijstellingen niet meer nodig.”
Trein
Docent Marjon Velsink weet uit eigen ervaring hoe radeloos je je als ouder van een thuiszitter kan voelen. Een van de verhalen in het boek gaat over haar jongste zoon Ruben, die op zijn veertiende in klas 2 van het vwo ziek werd, pas na jaren de diagnose Chronische Vermoeidheid Syndroom kreeg en de middelbare school uiteindelijk nooit heeft kunnen afronden. Omdat hij hele dagen school fysiek niet aankan, wilde geen enkele school hem aannemen. ‘Jij kost te veel moeite en geld voor ons, jij bent het niet waard, is wat ze dan voor je gevoel indirect zeggen’, vertelt Ruben, inmiddels eigenaar van een webbedrijf met zeven werknemers, in het boek.
Dat het misschien wel was gelukt als een school buiten vaste kaders had durven denken, zoals later het mbo deed, is een van de redenen dat Velsink het boek wilde schrijven. Met de tips en alternatieve oplossingen hopen ze alle betrokkenen een handvat te bieden voor een andere aanpak. “Als mentor probeer je alles te doen om een leerling op school te houden, maar je loopt al snel tegen grenzen aan. Ik ben ervan overtuigd dat het anders kan.” Medeauteur Melanie Philips: “Op school dendert de trein door. Als een leerling thuis komt te zitten, kunnen we hem misschien nog bijspijkeren en helpen als de problematiek niet te erg is, maar anders kunnen we niet zoveel doen. Dat maakt het nu heel frustrerend.”
Blokkendoos
In dit systeem komt iedereen, van kind en ouder tot leerkracht en leerplichtambtenaar, klem te zitten als het onderwijs niet passend is, zegt Carry Roozemond van Ingrado. “Voor 2,5 miljoen kinderen lukt het wel, maar elke thuiszitter is er een te veel”, benadrukt ze. “Er is weliswaar veel mogelijk, maar zolang onderwijs en zorg gescheiden werelden blijven, verandert er niets wezenlijks. Ons onderwijssysteem is als een blokkendoos voor rondjes en vierkantjes, waarin sterretjes niet passen. Laten we er nou eens iets maken dat plek biedt voor alle vormpjes.”
Roozemond had gehoopt het nog mee te maken voor haar pensionering volgend jaar: een wet die voor elk kind het recht op onderwijs en ontwikkeling waarborgt. “Maar met een aanpassing van de oude Leerplichtwet zijn we er niet. Het aantal vrijstellingen zal dalen, omdat er een escape-route wordt gesloten, maar daarmee krijgen kinderen nog niet het aanbod dat ze nodig hebben. Sommige oude gebouwen moet je slopen en opnieuw opbouwen om te zorgen dat het weer stevig staat.”
Een nieuwe wet, waarin onderwijs en zorg gecombineerd worden, is volgens Roozemond alleen mogelijk als het lukt de Tweede Kamer te overtuigen. “Ik snap dat je als overheid wilt dat het systeem beheersbaar blijft, maar onderwijs op maat hoeft niet meer geld te kosten. Een kind dat niet de kans krijgt om zich te ontwikkelen, zal de samenleving minstens 20.000 euro per jaar kosten aan uitkering en begeleiding. Dus als je durft te investeren in een toekomstperspectief is dat pure winst voor iedereen.”
Als we de grondwet willen aanpassen, zijn we zo tien jaar verder, reageert Paul van Meenen van D66. “We hebben dus bewust voor deze weg gekozen, zodat we zo snel mogelijk kinderen het recht op onderwijs en ontwikkeling kunnen bieden. Die ontwikkeling moet ook op een andere plek kunnen plaatsvinden dan op school. Daar mag geen misverstand over bestaan.”
Alle reacties op het wetsvoorstel worden verwerkt, en Van Meenen hoopt nog voor de zomer een eventueel aangepaste versie naar de Raad van State te sturen. “Vrijstelling onder 5a mag geen ontsnappingsroute meer zijn”, benadrukt hij. “Die maakt overheid en onderwijs vrij van inspanning, waardoor we het zicht op kinderen kwijtraken en ouders er alleen voor komen te staan. Door de wet aan te passen, blijven we samen verantwoordelijk voor alle kinderen die tot ontwikkeling in staat zijn.”
{streamers}
‘Het is geestelijk heel ongezond om een thuiszitter te zijn’
‘Het helpt om tussen leeftijdsgenoten te zitten die wel praten en vragen stellen’
‘Omdat we officieel geen onderwijsinstelling zijn, mag er geen onderwijsgeld naar toe’
‘Ouders die het aanbod van een school niet passend vinden, komen in een lastig parket’
‘Op school dendert de trein door’