- blad nr 7
- 1-7-2021
- auteur L. Douma
- Redactioneel
Schrijven maakte van onze columnisten betere leraren
‘Schoolwerkplan’ was de titel van de eerste column die Inge Braam (64) schreef, onder het pseudoniem Lachesis, voor het Schoolblad, één van de voorlopers van het Onderwijsblad. Het is 1984 en dat zie je terug in de lengte van haar column (lang), de stijl (ietwat stijf) en het feit dat Braam de lezer aanspreekt met ‘u’. Ze spreekt tegenwoordig de lezer niet aan en zeker niet met u. We zijn informeler geworden, in het blad en in onze benadering van de lezer. Qua onderwerp heeft Braams eerste column de tand des tijds doorstaan. Sterker: schoolwerkplannen, protocollen, contactmanagement, leerlingvolg- en registratiesystemen zijn onderwerpen die nog steeds vaak voorbijkomen in haar columns. Al zal ze er nooit op metaniveau in jargon over schrijven. Absoluut niet. Braam belicht het grote door het kleine te beschrijven.
Wie bijna veertig jaar aan columns doorneemt, komt tot de conclusie dat het allemaal niet zo heel wezenlijk is veranderd, het onderwijs - in elk geval niet het basisonderwijs. “Qua thematiek niet”, zegt Braam. “Maar qua hectiek wel.”
“Kijk, zo’n schoolwerkplan was iets dat kwam eens voorbij, dan gingen we daar over praten, vervolgens gingen wat mensen lastig doen, dan bleef zo’n plan weer weken liggen, dan opperde iemand weer eens iets en aan het einde van de rit was er een soort van plan dat door iedereen gedragen werd. Dat is nu heel anders, de opdrachten buitelen over ons heen. Er wordt weinig instemming gevraagd, het waarom wordt amper besproken. Het bestuur, passend onderwijs, de maatschappij: zij zijn aan zet. Er wordt minder vertrouwd op de professionaliteit van de leraren, wij moeten nu vaak uitvoeren wat elders is bedacht. En snel.”
Labeltje
Braam begon met lesgegeven in een tijd dat alles ‘inspreekbaar’ was, de autonomie van de leerkracht was groot. “Dat had zeker ook zijn nadelen”, blikt ze terug. “Elke leerkracht had zijn eigen eilandje. Soms had je een jaar lang heel hard met een leerling ergens aan gewerkt en borduurde jouw collega daar het jaar daarop helemaal niet op voort. Dat vond ik dan heel jammer. Het is echt wel nuttig om de neuzen dezelfde kant op te krijgen. Maar dat hoeft niet met alles.”
De leerlingen zijn in de ruim veertig jaar dat Braam voor de klas stond niet eens zo erg veranderd als soms wordt gesuggereerd. “Het lijkt weleens alsof ze nu drukker zijn, maar het was toen ook al een kunst ze goed aan het werk te krijgen. De problematiek van leerlingen lijkt ook diverser. Maar dat komt ook omdat er qua diagnostiek zo’n vooruitgang is geboekt.” Een voordeel, vindt ze. “Echt niet elk kind hoeft een labeltje te krijgen. Maar het is voor de leerkracht wel fijn om te begrijpen wat er met een kind aan de hand is. Dat geeft handvatten voor de manier waarop je omgaat met leerlingen. Dat is winst.”
Mondige ouders komen veelvuldig voor in haar columns, maar zijn er net zo goed altijd geweest. “Ik kan mij herinneren dat er in het begin van mijn loopbaan een ouder de klas instormde die het schoolgeld terugeiste. Die ouder had zijn kind van school gehaald. Toen het schoolgeld niet terugkwam, confisqueerde de ouder ons koffiezetapparaat.”
Versuffen
Op grond van een onderwijsloopbaan van ‘slechts’ vijftien jaar, waarvan ruim tien jaar als Onderwijsblad-columnist, vindt mens & maatschappij-docent Wera de Lange (66) ook niet dat leerlingen wezenlijk zijn veranderd. “Wel denken ze meer aan geld. Ze zien mensen die nog geen drie woorden netjes achter elkaar kunnen spreken bakken met geld verdienen: influencers, voetballers. Dat wordt de maatstaf en dat verstiert alles. Er is geen ideaal meer om gecultiveerd burger te worden.”
Het was wat De Lange de ‘Theo Thijssen-illusie’ noemt die haar vijftien jaar geleden naar de klas trok. “Ik had de mooiste baan ter wereld gehad. Ik was correspondent in Moskou geweest, zo mooi zou het nooit meer worden, dus wilde ik uit de journalistiek. Ik heb altijd een enorm zwak gehad voor Theo Thijssen en zie kennis en cultuur als een belangrijk doel op zich.”
De Lange beschrijft zichzelf als een ‘verkeerd gerangeerde gymnasiast’. Ze ging lesgeven op een vmbo basis/kader-school in Amsterdam. “Ik was letterlijk bang. Het was een tweede- of derde-keuzeschool en dat maakte de populatie moeilijk. Na twee jaar op die school dacht ik: dit kan ik niet leren.” Ze kreeg een baan op de bakkersschool waar ze daarna altijd heeft gewerkt, weliswaar ook voor vmbo basis/kader, maar met slechts 250 leerlingen en een heel hecht team. “Het was een warm bad. Er kwamen ook wel eens vlindermessen langs, maar toch minder.”
Het ‘bakkersschooltje’ is inmiddels gefuseerd, er is ‘geformaliseerd en geprotocolliseerd’, maar het is een plek gebleven waar De Lange zich staande kan houden. “Ik heb wel een fase gehad waarin ik dacht: ik ben zo stom geweest, ik ben universitair geschoold, ik had gewoon die eerstegraads bevoegdheid moeten halen, dan had ik naar een havo/vwo-school gekund. Maar uiteindelijk heeft dit me toch veel meer voldoening gegeven.”
In een van haar laatste columns beschrijft ze hoe blij ze is als een leerling na hard werken ein-de-lijk een 7,5 voor Duits weet te behalen. Dat vieren van de kleine successen spat van haar columns af. Net als haar onzekerheid, die in de loop der jaren wel is afgenomen. “Tot op de dag van vandaag is orde houden niet mijn sterke punt. Daar moet je iets van talent voor hebben. Ik heb er geen tweede natuur van kunnen maken, dat is de makke van een zij-instromer zoals ik.”
Er is gelukkig volgens De Lange ook een pre aan op latere leeftijd leraar worden. “Ik heb weinig slechte ervaringen met ouders gehad. Dat komt denk ik ook omdat ik zelf ouder was toen ik leerkracht werd. Ik kan mij heel goed verplaatsen in de onzekerheid van ouders. Iemand van 24 kan dat denk ik minder.”
Over haar onderwijscarričre zegt ze: “Ik heb er denk ik meer van geleerd dan mijn leerlingen.” Haar columns hielpen haar om het ‘vol te houden’. “Ze dwongen me van buitenaf en met lichtheid naar mezelf te kijken.”
Eerlijk
“Mijn columns hebben mij een betere leerkracht gemaakt”, zegt Inge Braam. “Je kunt in een column niet wegkijken, door erover te schrijven, zie ik vaak heel helder wat er verkeerd ging. Het schrijven van een column vraagt dat je eerst over een hobbel gaat, je moet met de billen bloot.” Eigenlijk is dat ook de bedoeling van alle reflectie die studenten aan lerarenopleidingen moeten toepassen. Braam was een aantal jaren gedetacheerd op een pabo en heeft daar ervaring opgedaan met competentieleren, en ertegen geageerd. “Op de pabo wordt reflectie vaak een kunstje om de begeleider gerust te stellen. Je moet wel echt eerlijk zijn.”
Over de huidige studenten aan lerarenopleidingen maakt ze zich zorgen. Met het wegebben van de autonomie van de leerkracht, is het beroep niet aantrekkelijker geworden, vindt ze. “Het valt niet mee wanneer je om de haverklap iemand achterin je klas hebt zitten. Voor mij valt dat niet mee, maar voor iemand van 24 al helemaal niet. Ik heb in mijn begintijd fouten mogen maken. Niemand zei er wat van. Maar starters van nu krijgen constant plusjes en minnetjes. Besef eens wat je startende leerkrachten daarmee aandoet.”
Braam heeft wel een jaar of twee nodig gehad om afstand te nemen van het onderwijs. Ze heeft zich ermee vereenzelvigd. “Ik heb mezelf echt moeten loskoppelen van leerkracht zijn.” De pensioenaanvraag is pas recent op de bus gegaan. Dat loskoppelen is Wera de Lange nog niet gelukt. Ze hoopt tijdens haar pensioen les te gaan geven aan kleine groepjes achterstandskinderen.
{fotobijschrift}
Leerkracht Inge Braam (Lachesis): “Er wordt minder vertrouwd op de professionaliteit van de leraren, wij moeten nu vaak uitvoeren wat elders is bedacht.”
Wera de Lange, docent mens & maatschappij, over haar onderwijscarričre: “Ik heb er denk ik meer van geleerd dan mijn leerlingen.”
{citaatjes}
‘Niet elke leerling hoeft een labeltje te krijgen. Maar het is wel fijn om te begrijpen wat er aan de hand is’
‘Ik ben zo stom geweest, ik had gewoon die eerstegraads bevoegdheid moeten halen’
‘Het is echt wel nuttig om de neuzen dezelfde kant op te krijgen. Maar dat hoeft niet met alles’