- blad nr 7
- 1-7-2021
- auteur M. van Nieuwstadt
- Commentaar
Afscheid
Volgens een bestuursakkoord met onderwijskoepels moeten leraren in opleiding straks zelf gaan aantonen wat zij al kunnen en wat ze nog moeten leren. Als je iets al kunt, dan hoef je er geen onderwijs meer in te volgen. Maatwerk heet dat.
Klinkt mooi. Mensen met jarenlange ervaring buiten het onderwijs beschikken vast over vaardigheden die in een klas bruikbaar zijn. Maar hoe zit het met de bulk aan mensen voor wie het onderwijs een eerste carrièrestap is? En moeten lerarenopleidingen nu zonder overleg op zijn kop?
Dertien jaar geleden oogstte een commissie onder voorzitterschap van Jeroen Dijsselbloem bijval met haar conclusie dat overhaaste vernieuwingen zonder draagvlak of wetenschappelijke onderbouwing het onderwijs decennialang beschadigd hebben. Toch, schrijft Graus, hebben bestuurders en lobbyisten met dit plan wederom plaatsgenomen op de stoel van docenten.
Het Onderwijsblad neemt afscheid van columnisten Lachesis (Inge Braam) en Wera de Lange. We gaan ze missen, met hun mooie zinnen, liefdevolle voorbeelden en hun scepsis jegens plannen van buitenstaanders. Onze columnisten begonnen in het onderwijs voor Dijsselbloem (2008); Braam zelfs ver voor die tijd.
In hun afscheidsinterview trappen zij niet in de val van vroeger was alles beter. Wel herinnert Braam zich een tijd waarin leraren gezamenlijk plannen maakten - en soms uitvoerden - in plaats van te doen wat elders was bedacht. Haar beschrijving lijkt aardig op de werkwijze waar de commissie-Dijsselbloem voor heeft gepleit. Waarom valt die werkwijze niet te herstellen?
Het lerarentekort oplossen kan op lange termijn, door de aantrekkingskracht en de status van het beroep te waarborgen en te verbeteren. Niet door top-down op te leggen dat de in decennia opgebouwde werkwijze van lerarenopleidingen in de prullenbak moet.
{streamer}
Moeten lerarenopleidingen nu zonder overleg op de kop?