- blad nr 4
- 1-4-2021
- auteur J. Bos
- Column
Beslisboom
Ik heb het niet van een vreemde. Mijn vader uit wiens onderwijsbloedvaatje ik tap kon en kan het niet laten; of we nu op een Frans landweggetje of een Hollands bospad liepen, elke keer wees die vinger vragend naar een plant of boom. Het jochie dat ik was zuchtte. Maar het werkte. Zoals de tafel van 7 in mijn systeem zit, zo herken ik nog steeds in een flits smeerwortel en es.
Maar gisteren liep ik onverwacht tegen een boom aan die ik niet eerder zag. Taai karakter, weerbarstige vorm en diepgeworteld. Na wat speurwerk bleek het te gaan om een invasieve soort die steeds vaker opduikt in ons polderlandschap: de beslisboom.
Het begon allemaal met twee kinderen in de basisschoolleeftijd met een snotneus. En die boom dus. Want beslisbomen kennen geen genade. Kinderen helaas ook niet. Dus na een mailtje aan de juf, stond ik op maandagochtend met rood hoofd de inhoud van een opengereten donzen dekbed op te zuigen in een kinderkamer. Iets met verveling, een zelfgemaakte glijbaan en een spijker. Het was vijf voor negen. Mijn eerste les begon om negen uur.
Mijn hoofd dreigde in de knoop te raken. Na wikken, wegen en vloeken besloot ik mijn lessen voor die dag te verplaatsen naar een kinderloos moment in de week. Het belangrijkste argument was dat we daar allemaal meer aan hadden. Niet in de laatste plaats mijn studenten.
En mijn kinderen? Die nam ik mee naar het bos. Terwijl mijn studenten zich hoogstwaarschijnlijk weer hadden teruggetrokken in hun nog warme bedden, wees ik met een vragend vingertje af en toe naar een boom of ontluikend lentegroen. Nog een paar maanden en de smeerwortel bloeit weer.