- blad nr 8
- 1-9-2020
- auteur A. Moerman
- Meer voor elkaar
Met onderwijs naar een betere wereld
Je wilde na de middelbare vliegenier worden?
“Dat niet, met een brilletje kan je geen piloot worden. Het klopt bijna. Ik groeide op in Amstelveen, mijn vader was telegrafist bij de KLM. Ik was goed in de bètavakken. De keuze voor vliegtuigbouwkunde aan de TH Delft was een logische. Het liep na anderhalf jaar anders.”
Hoe kwam dat?
“Ik was actief bij de nogal linkse Nederlandse Christen Studenten Vereniging (NCSV). Daar ‘radicaliseerde’ ik. We hadden het over hoe de duistere kanten van onze koloniale geschiedenis in Suriname beter in de schoolboeken moesten komen. Steunden onderwijsprojecten voor kinderen in Soweto. Hadden het over het militair industrieel complex. Op de TH was geen aandacht voor dit soort onderwerpen.”
Dan maar de journalistiek in?
“Op mijn middelbare school zat ik in de redactie van ‘Inktgezwam’, onze schoolkrant. Voor de NCSV schreef ik veel. Eenmaal op de School voor de Journalistiek koos ik voor Spaans en veel groepen over vakbonden of onderwijs. Liep stage bij de onderwijsredactie van Trouw, vervolgens bij de Haagse Post, waar ik schreef over onderwijs en Portugal.”
Daarna begon het echte leven?
“Eerst was ik een poosje correspondent in Portugal, dat land is mijn andere passie. Terug in Nederland kon ik, naast freelanceklussen, twee dagen per week bij het NOS Journaal aan de slag op de sociaaleconomische redactie. Later verruilde ik dat voor twee dagen Haagse verslaggeving bij de ABOP, de voorloper van de AOb. Bij de bond kon ik veel activistischer werken, dat sprak mij meer aan.”
Een wereldverbeteraar dus. Is het gelukt?
“Gut. Meestal niet. Zo schreef ik destijds veel over de zegeningen van de middenschool. Het kwam er niet van. Stapelen van mavo-havo-vwo is ook steeds moeizamer geworden. Het huidige systeem is in beton gegoten. Over de vele voordelen van klassenverkleining schreef ik toen ik in de jaren negentig bij de Volkskrant ging werken. Dat heeft misschien geholpen in de politieke discussie daarover en er kwam een miljard gulden vrij. Alleen is die impuls allang weer verdampt en zijn de klassen weer groter geworden.”
Toch klink je niet gefrustreerd?
“Zeker niet, bij de AOb boekten we ook successen. Bijvoorbeeld met de actie ‘Geen bonus maar banen’. Een protest tegen een rampzalig idee om prestatiebeloning in te voeren, tegelijk met een bezuiniging van zesduizend banen in het basis- en speciaal onderwijs. In 2012 kregen we de Amsterdam Arena met een staking tot de nok vol. Toen het kabinet even later viel, verdween het plan in de prullenbak. Trots ben ik op onze onderzoeksjournalistiek. Verhalen over topsalarissen bij de besturen, de onbenutte reserves bij de scholenkoepels. Vaak werden onze verhalen overgenomen op de voorpagina’s van de reguliere media.”
Hoe nu verder?
“De overheid moet weer gaan investeren in het onderwijs. De onderwijsuitgaven als percentage van het bnp zijn in vijfentwintig jaar haast gehalveerd. De AOb zelf moet vooral vrolijk verdergaan. We zijn één van de weinige bonden die tegen de trend in groeien, blijkbaar doen we iets goed. Zelf ga ik korter werken, een boek schrijven over 25 jaar AOb. Op de dag van het jubileum, 1 januari 2022, neem ik ontslag en ga weer freelancen. Schrijven over onderwijs en hopelijk over Portugal.”