- blad nr 8
- 1-9-2020
- auteur L. Rötgers
- Column
Minischool
Ik nam daarom deze zomer de wijk naar een ouderwetse municipal in Frankrijk. In de tuin van de mairie van het uitgestorven dorp Pléven kun je voor 11 euro per nacht kamperen. Zowel de camping als het dorp hebben niets te bieden, behalve een mooie omgeving, een kerk, uiteraard een bakker en een basisschool.
Bij navraag biedt deze school educatief onderdak aan de volledige dorpsjeugd van Pléven, dertien kinderen tussen de 4 en 11 jaar oud. Er is een schooldirecteur, die tevens leerkracht, conciërge en leerplichtambtenaar is.
De basisschool in het Achterhoekse dorpje waar ik tot voor kort woonde telde een veelvoud van dit aantal leerlingen, maar moest onherroepelijk sluiten. Niet rendabel meer. De kinderen moesten maar in een nabijgelegen dorp naar school.
Rendabel, efficiënt, kostenbewust. Woorden die men in Frankrijk toch wat minder snel in de mond neemt. Het is niet efficiënt om op iedere straathoek een picknicktafel neer te zetten, maar gezellig is het wel. Zo is het openhouden van een school voor dertien leerlingen kostentechnisch waarschijnlijk een belachelijke zaak, maar wie zich op het eenvoudige standpunt stelt dat een dorp nu eenmaal een gemeentehuis, een school, een bakker en een jeu-de-boulesbaan dient te hebben, omdat anders de leefbaarheid van het dorp bedreigd wordt, heeft ook een sterk argument. De overheid is blijkbaar bereid hiervoor te betalen.
Op alle scholen waar ik tot nu toe werkte, gaat een groot deel van de vergadertijd op aan gesprekken en discussies over fte, cao en jaartaakverdeling. Geld dus. En daaraan is altijd tekort. Dat zal in Frankrijk niet anders zijn. Maar je kunt het er gewoon minder over hebben. Bepaalde zaken accepteren. Het werk moet nu eenmaal gedaan en de mensen die dit doen moeten nu eenmaal betaald worden. Hoeveel berekeningsmodellen je er ook op loslaat, dit simpele gegeven zal er niet door veranderen.
Ministeries, schoolbesturen, directeuren en managers dienen onderwijzend personeel niet te vermoeien met financiële kwesties. Het is hun expertise of het zou hun expertise moeten zijn, anders kunnen ze beter thuisblijven. Die docenten kunnen het dan in de vergadering hebben over hun vak. Hoe gaat het met deze leerling bij jou? Heb jij nog een goeie activerende tip voor me? Wanneer mag ik eens bij jou in de les kijken? En hoe leg ik in vredesnaam het voornaamwoordelijk bijwoord uit? Daar moeten we het toch met elkaar over hebben?