- blad nr 8
- 1-9-2020
- auteur R. Wisman
- Redactioneel
Lerarenliefde
Werk: Mark begon op latere leeftijd aan de pabo en is sinds 1995 leerkracht. Sinds 1999 op de Kwikstaart in Uithoorn. Esther werkte van 1993 tot 2011 op deze school. Daarna maakte ze de overstap naar het vmbo als docent en zorgcoördinator. Sinds vijf jaar begeleidt zij in haar praktijk ‘Precies leren’ zelfstandig leerlingen in een zorgtraject.
Vrije tijd: Fietsen, hiking, Netflix, lezen, winkelen, toeren in de gele Suzuki Coupé. Met z’n tweeën of met het gezin roadtrips
maken door Europa en de Verenigde Staten.
Esther en Mark vonden als collega’s steun bij elkaar toen ze allebei in scheiding lagen. Dat werd al snel meer.
Esther: “In de herfst van 2002 zagen we om ons heen blije collega’s die trouwden en kinderen kregen. Terwijl wij verslagen rondliepen. Onze lokalen grensden aan dezelfde gang. Na de lessen stapten we wel eens bij elkaar binnen en raakten we aan de praat over scheidingsperikelen: Mark had een dochtertje van drie en ik had twee zoontjes van vier en één jaar. Hoe regel jij het co-ouderschap? Heb jij al andere woonruimte?”
Mark: “Met het vinden van een nieuwe partner was ik niet bezig. Wel met praktische oplossingen voor het alleenstaand vaderschap. Hoe ik bijvoorbeeld met één salaris naast mijn hypotheek en vaste lasten nog mijn dagelijkse boodschappen kon doen. Toen mijn wasmachine stukging, had Esther binnen twee dagen een andere geregeld.”
Esther: “Toen ik een andere woning had, kwam Mark samen met een collega helpen klussen. Mijn vader kreeg in die periode een hartstilstand. Naast praktische steun - elkaars auto lenen en op de kinderen passen - deelden we lief en leed. Zo groeide er iets.”
Mark: “Om bij te komen van alle hectiek zijn we een weekend samen naar Middelburg gegaan. Een mooie plek voor nieuwe herinneringen: we waren er allebei nog nooit geweest. We boekten één kamer.”
Esther: “Na dat weekend hebben we onze familie ingelicht. Na de zomervakantie vertelden we het nieuws op school. Voor Middelburg werd er al geroddeld. Sommige collega’s zeiden: Hè, hè, eindelijk. Dat wisten we al lang.”
Mark: “Ik denk dat anderen eerder wisten dat wij iets hadden dan wijzelf.”
Esther: “Mijn groep 8 vond het superspannend. We gaven het ruiterlijk toe, maar zaten niet zoenend op het schoolplein. ‘Jij bent verliefd op meester Mark.’ Dan zei ik: ‘Ja, dat klopt.’ Mark ontving een hartje met onze namen erop.”
Mark: “De drie kinderen waren klein en pasten zich gemakkelijk aan. Alle vier onze kinderen zijn met en in de Kwikstaart opgegroeid, maar zaten nooit bij ons in de klas. We hebben altijd tussen de leerlingen en ouders in gewoond. Nu zelfs op loopafstand van de school.”
Esther: “Mark is sportief, sociaal, een betrokken (stief)vader, lief en hij kan luisteren. Het is ook een mooie man. Er waren wat mensen jaloers toen ze erachter kwamen dat we een relatie hadden.”
Mark: “Dat luisteren en samen kletsen, daar begon het mee tussen ons. Vervolgens hadden we lol als we samen dingen ondernamen. Mountainbiken, de natuur of een stadje in, samen dingen beleven.”
Esther: “We wisselen van alles uit, ook over onderwijs. Bijvoorbeeld als kinderen dankzij een interventie beter in hun vel zitten of een sprong vooruit maken. Waar we voor waken is het noemen van namen, want er zijn ook kinderen met wie we allebei werken.”
Mark: “Wij zijn beiden voorstanders van spelend en bewegend leren. We volgden samen de cursus rekenbootcamp. En tweejaarlijks gaan we samen naar de Nationale Onderwijs Tentoonstelling.”
Peter (64) en Mary van Kessel (62) wonen in Genderen. Ze hebben twee uitwonende zoons en zijn opa en oma van Ryan (2) en Kayla (3).
Werk: Na de pedagogische academie was Mary groepsleerkracht in het speciaal en regulier onderwijs. Peter werkt op dit moment op de Bossche Vakschool als docent maatschappijleer en -kunde. Samen hebben ze sinds 1994 een onderwijsbegeleidingsbureau: Onderwijs Adaptief.
Vrije tijd: Mary houdt van lezen en zingen, Peter houdt van lezen, sport en musiceren. Samen houden ze van reizen, kamperen, Britse series, theater- en museumbezoek.
Peter en Mary deden dezelfde studie, kozen hetzelfde vak, trouwden en startten samen een onderwijsadviespraktijk.
Mary:“Peter, heb je die smurfen al uit je tas gehaald?”
Peter beent via de keuken door naar waar de praktijkruimte is en toont trots de vijf cd-kasten. 1200 verschillende smurfen staan erin. Hij zet z’n laatste aankopen erbij: één met een rood jasje en één met een groen jasje.
Peter: “De smurfen staan symbool voor de variatie in leerlingen. Smurfen lijken op het eerste gezicht allemaal hetzelfde, maar als je goed kijkt, zijn ze stuk voor stuk uniek.”
Mary: “In ons werk zoomen wij in op de talenten van kinderen. Daardoor bloeien ze op. Mijn kleuterjuf gaf mij ooit een 10 voor op mijn hoofd staan. Gewoon, omdat ik het kon. ‘Ik wil net zo worden als die juf’, riep ik altijd.”
Peter: “Onderwijs is maatwerk. Iedere leerling heeft wat anders nodig. Gisteren was ik met een koekenpan in de weer. Die had ik even gebruikt om uit te leggen hoe je met pi en een diameter de omtrek berekent.”
Mary: “Van een drol een gebakje maken, dat kunnen wij goed. Alleen Peter werkt momenteel in de praktijk. Ik zit in een revalidatietraject vanwege hartklachten: een vernauwing in de kransslagader. Als ik een trap oploop, voel ik benauwdheid op de borst. Met medicijnen, meer bewegen en opletten wat ik eet, houd ik het zo goed mogelijk onder controle.”
Peter: “Stilzitten is niks voor Mary. Zij geeft liever gas.”
Mary: “Peter en ik zaten bij elkaar in de klas op de katholieke pedagogische academie. Hij had een bril met dikke jampotglazen, lang haar, was eigenwijs en verbaal erg aanwezig. Niet bepaald mijn type.”
Peter: “Na de kerstvakantie kreeg ik contactlenzen.”
Mary: “Verrek, zit er een nieuwe leerling in de klas, dacht ik. Peter was naar de kapper geweest, had andere kleren aan en nu pas zag ik zijn blauwe ogen. Toch wel een leuke kerel.”
Peter: “Jij viel op doordat je vrolijk en aanwezig was en doordat je busverbinding niet goed aansloot. Ik kwam met de auto van mijn vader naar school en bood aan je naar huis te brengen.”
Mary: “Toen hoorden we ineens bij elkaar of zo.”
Peter: “Jij hielp me met muziekles. Ik ben muzikaal, maar kan geen noot lezen. In de auto zong jij de liedjes aan me voor, zodat ik ze op gehoor kon naspelen. Na het blokfluitexamen zei de examinator: ‘Je hebt prachtig gespeeld, maar niet wat er op papier stond.’ Op die manier ga ik ook met leerlingen om. Ik kijk naar wat goed gaat in plaats van te wijzen op een fout.”
Mary: “Als onderwijspaar wissel je gemakkelijk advies en ideeën uit. Met een praktijk aan huis hebben onze kinderen er wel eens last van gehad. Achteraf denk ik dat ik meer tijd heb gehad voor andermans kinderen dan voor mijn eigen kroost. Onze jongens zagen hun ouders soms moeiteloos in de rol van aardige docent schieten, terwijl wij net ‘streng’ tegen hen hadden gedaan. Dat was ook lastig.”
Peter: “Ze deden er ook hun voordeel mee. Op de camping verzamelden zich altijd veel kinderen om onze tent. Dan zei ik: ‘Haal een pot of pan waarmee je herrie kunt maken.’ Met mijn gitaar leek ik dan net de rattenvanger van Hamelen.”
Mary: “Dat was weer zo’n drol waar je een gebakje van maakte.”
Peter: “Maar volgend jaar stoppen we er waarschijnlijk mee.”
Mary: “Nu ik nog in redelijke conditie ben, is het misschien een goed moment.”
Peter: “Het meest verheug ik me erop om niet meer geregeerd te worden door een kalender en een lesrooster. Dat is funest voor je gevoel van autonomie.”
Chantal (33) en Roel van Keeken (37) wonen in Lent met hun kinderen Fey (7) en Nova (5).
Werk: Chantal studeerde sociaal pedagogisch werk en dramatherapie. Ze deed daarna een master pedagogiek. Na een uitstapje in de gehandicaptenzorg werkt ze sinds dit schooljaar bij de Hogeschool voor Arnhem en Nijmegen als docent pedagogiek. Roel studeerde marketing en communicatie en commerciële economie en deed daarna een kopopleiding economiedocent. Hij werkt vier dagen per week als vmbo-docent bij scholengemeenschap Metameer in Stevensbeek.
Vrije tijd: Roel en Chantal houden beiden van reizen, salsa(feesten) en (salsa)festivals. Chantal houdt van koken, paardrijden en naaien. Roel doet fitness, houtbewerking, gamen en verdiept zich graag in kwantumfysica en het heelal.
Roel en Chantal praten thuis geregeld over de overeenkomsten tussen vmbo-leerlingen en hbo-studenten.
Chantal: “Roel is een leraar in hart en ziel. Dat zei ik al voordat hij überhaupt leraar was. Hij heeft veel algemene kennis en neemt de tijd om dat over te dragen. Een doos met visgerei? Tot mijn verbazing bleek hij er alles over te weten. De kinderen hingen aan z’n lippen.”
Roel: “Dat was op vakantie en dat waren niet onze eigen kinderen, haha. Op school moet ik vooral niet te lang van stof zijn. Dan doe ik een korte instructie en laat ze eerst aan de slag gaan voor ik weer wat vertel.”
Chantal: “Leerlingen vinden Roel, denk ik, een toffe peer. Duidelijk en rechtvaardig. Als iemand z’n best heeft gedaan, is het goed.”
Roel: “Chantal is superprofessioneel. Zij past de theorie vlekkeloos toe in de praktijk. Ze heeft de kennis paraat, maar houdt dankzij haar ervaring in de gehandicaptenzorg de insteek praktisch.”
Chantal: “Thuis bespreken we vaak de overeenkomsten tussen onze leerlingen. Ik verwacht van studenten dat ze volwassen kunnen handelen. Maar ik zie regelmatig dat het plannen of verantwoordelijkheid nemen nog niet lukt. ‘Sorry dat ik niet in de les was, mevrouw. Ik word nu pas wakker’, mailde een student na de introductie-afterparty. Je kunt dan vanuit boosheid reageren, maar ik denk dat dat niets brengt. Ik heb hem bedankt met de mededeling dat ik hem volgende week weer in de les verwacht, met een traktatie, haha.”
Roel: “Daar denken wij wel hetzelfde over. Als je boos wordt, creëer je afstand, terwijl de leerling zich door zijn eerlijkheid ook kwetsbaar opstelt. De relatie staat voorop.”
Chantal: “Natuurlijk moet je ze ook een beetje opvoeden. Ik verwacht een actieve werkhouding. Geen inzet resulteert in een onvoldoende. Ook die ervaring is leerzaam.”
Roel: “Toen ik Chantal voor het eerst zag, was ik op slag verliefd. Maar ik heb haar wel echt moeten versieren.”
Chantal (draait aan haar haar): “We keken het wk-voetbal bij een gemeenschappelijke kennis. In de tweede helft zaten we alleen maar op de tuinbank te kletsen. Een wedstrijd later zagen we elkaar weer. Ik zei tegen hem: ‘Ik draai altijd aan mijn haar als ik het spannend vind.’ Waarop Roel vroeg: ‘Mag ik even aan jouw haar draaien?’ Negen maanden later moest hij z’n kamer uit en trok toen bij me in. Tweeënhalf jaar woonden we op 25 vierkante meter.”
Roel: “Dit jaar stond de eerste week van de zomervakantie in het teken van onze bruiloft. Na 12,5 jaar vond ik het een mooi moment om Chantal te vragen.”
Chantal: “Na de bruiloft zijn we gaan kamperen. Met een eigen tent. En naturistisch.”
Nova (giechelend): “Een blote billencamping.”
Roel: “Chantal heeft me daarin moeten meenemen.”
Chantal: “Je had blote billenvrees. Maar toen we er eenmaal waren, had je je kleren sneller uit dan ik. Naturisme gaat om één zijn met de natuur, respect, rust, genieten van het leven. Het is ongelooflijk ontspannen.”
Roel: “Met het uitdoen van je kleren valt alles van je af. Status vooral.”
Chantal: “We komen trouwens heel veel leraren tegen. Vorig jaar stonden we op een veldje met drie stellen uit Lent, van wie er bij ieder stel één van de twee in het onderwijs werkte.”
Fey: “En met die kinderen zitten we samen op één school. Dat is ook heel grappig.”