- blad nr 2
- 26-1-2002
- auteur T. van Haperen
- Column
De Messias
Een voorbeeld. Het studiehuis begint als een oplossing voor een herkenbaar onderwijsprobleem, de leerling als consument. U kent het wel: de leraar is populair, de sfeer goed, maar toch de helft onvoldoende. De docent reageert met harder werken, leerlingen leunen nog verder achterover en vallen plat op de bek. Een universeel verschijnsel. Toen basketballer Michael Jordan bij de Washington Wizards zijn rentree maakte, stonden zijn matig getalenteerde teamgenoten met de handen in de zij toe te kijken hoe de superster er op los scoorde. Pas toen zij mee gingen doen, kwamen ze in een winning street, waarna Jordan nog meer ging punten ging maken. Echt, elke leraar herkent dit! Wat ik hiermee vertellen wil? Onderwijsvernieuwers beloofden een alternatief, leerlingen zouden het leerproces overnemen, van consument naar producent. Alleen de grote kwestie - hoe moet dat met een verhouding van één leraar op gemiddeld 25 leerlingen? - kwam niet uit de verf tijdens de bijscholingsbijeenkomst, bestaande uit een plenaire bijeenkomst en verspreiden in subgroepjes voor therapie. Ronduit beschamend overigens die middagsessies. Goeroe draagt collega één op te vertellen over zijn ultieme onderwijsprobleem, zet hem vervolgens in de hoek met de rug naar het gezelschap, de rest babbelt, collega één schuift weer aan en geeft weerwoord. Voorganger trekt conclusie: wij zijn voor actief leren. Iedereen akkoord, passief leren is ook niks, op naar de koffie. Volwassen mensen consumeren de blijde boodschap zonder verzet. Het is toch maar één keer per jaar, meer bijscholingsbudget is er niet. De volgende dag is alles weer als vanouds. Zelfs een conrector ziet in dat dit zinloos is.
Flauw? Karikaturaal? Zal best, maar bij de invoering van het studiehuis was de aandacht voor anders leren het eerste dat sneuvelde. Al snel verschoof de aandacht naar de organisatie, programma en zelfstandigheidsuren. Ook een verhaal met een triest einde. Professionele begeleiding tijdens zelfstandigheidsuren blijkt onbetaalbaar, zodat de conciërge er een taak bij krijgt. Interne tegenstellingen en slechte kwaliteit slopen het tweedefaseprogramma. Begrijpt u nu waarom leraren niet warmlopen voor bespiegelingen van deskundo's? Budgettair neutrale vernieuwingsoperaties roepen enkel walging op. Oh, u vindt dat elke professional interesse moet hebben in zijn werk? Ik heb me kennelijk niet goed uitgedrukt. Nog één actueel voorbeeld dan: het resultaat. Bij schoolexamens zitten ruim honderd leerlingen in een aula. Zij moeten hun vinger opsteken of ze deel- of totaalvak doen. Bij het nakijken blijkt dat een aantal deelvakkers het totaalvak heeft gemaakt. Dat is andere stof. Ik die leerlingen bellen. "Tja, het was wel moeilijk." Ze zijn gewoon gewend niks te leren! Vijf jaar geleden zouden rellen met Argentijnse trekjes uitbreken als een examen vragen bevatte met niet-behandelde stof. Nu maken ze het. Totally numb kruipen ze naar een diploma. De leerling is meer consument dan ooit!
Onderwijskundigen met hun fraaie theorieën kunnen dan ook maar beter even wegblijven. Wat zegt u? Als ze met een gouden greep komen? Eén die het plezier in het werk terugbrengt? Ja, die is welkom, maar mij is altijd verteld dat de Messias al geweest is.