- blad nr 6
- 1-6-2019
- auteur W. de Lange, de
- Column
Mees is aardig, zomaar
Deze Mees verklaarde zichzelf aan het begin van het schooljaar een zware adhd’er: “Op mijn vorige school mochten leerlingen, net als hier, niet op hun telefoontjes en zeker niet met hun oortjes in. Maar ik moest juist muziek op en oortjes in, moest van de docenten! Anders werden ze gek van me.”
Mees feest goed door op vrijdag en zaterdag. Hij vertelt erover met jaloersmakende vrijheid. Maar hij zweert dat hij zijn verstand gebruikt. “Ik blow nauwelijks, ik slik niks, nee echt! Ook geen ketamine. Ik drink alleen, dat wel.” Hij is ook nog eens dyslectisch en niet van plan volgend jaar eindexamen te doen in Duits, want dat is niet verplicht.
Mees is een mooie jongen en meisjes kruipen letterlijk bij hem op schoot als ze de kans krijgen. Maar ik verbeeld me dat hij iets vaderlijks uitstraalt, niet iets roofdierachtigs. Hij pakt ze niet beet, hij streelt niks, hij laat ze gewoon zitten, behoedzaam.
“Juffie”, roept hij me op het schoolplein toe, als ik op vrijdagmiddag naar de metro loop, in het laatste uur een tikje gesloopt door Mees’ grote, drukke klas, vol met dyslectische leerlingen, die volgend jaar niet doorgaan met Duits. “Juffie!” Zijn gezicht licht hartelijk en gul op. “Goed weekend!” Is hij nou een charmeur of is hij gewoon aardig? Gewoon aardig. Ongewoon aardig. Hoe komt die jongen zo aardig? Goede ouders? Misschien is hij ook wel een beetje een charmeur.
Mees komt van een artistiekerige school met een hoger niveau en veel vrijheid. Hij is dus een afstromer, ruim zestien jaar oud. Misschien is hij door zijn leeftijd gewoon wat verder met die prefrontale cortex. Bij ons op school (twaalf tot zestien jaar) maak je niet vaak mee dat niet een meisje, maar een jongen op het sociale vlak de verstandigste en de handigste is in een klas.
Ik heb een opdracht gemaakt rond de Duitse serie Weissensee. Mooie serie over twee families in communistisch Oost-Duitsland. Historisch leerzaam, dompelt de leerlingen onder in goedgeschreven, uit het leven gegrepen dialogen, zoals Duitsers en Nederlanders ze niet vaak weten te schrijven.
Het is een experiment. De rest van de klas kijkt plichtmatig. Maar Mees is gegrepen en legt zo nu en dan iets uit aan zijn buren, want hij weet dingen en snapt dingen. Zijn woestere klasgenoot David legt het doorgerookte hoofd op tafel en mist alles. Als een oudere vrouw op het scherm met scherpe stem een protestlied zingt tegen de dictatuur, tilt David even zijn hoofd op en zegt: “Kop houden, jij.” Vanwege die stem. Mees pakt vriendelijk David in zijn nek en duwt die zachtjes naar de tafel: “Doorslapen, jij.”