- blad nr 5
- 1-5-2019
- auteur W. de Lange, de
- Column
Met hart en ziel
In mineur, want pessimisme geeft rust. Braaf gestaakt een paar weken geleden, maar zonder vertrouwen in de goede afloop. Ik zie geen grote bedragen naar het onderwijs stromen om de salarissen ‘marktconform’ te krijgen. Daar ging de staking niet echt over, maar het is natuurlijk toch het basisprobleem. Ik zie geen hordes slimme, energieke, jonge mensen jonge mannen graag! geld en carrière laten schieten om zich aan te melden voor het onderwijsvak, omdat de kinderen van Nederland dat nodig hebben.
Heel veel pessimisme geeft heel veel rust, dus nu even voluit op het orgel: De VOC-mentaliteit van nu voert naar de Zuidas, de consultancy, klimaatopwarming en de cocktailbar, niet naar de verheffing van de kinderen van laagopgeleide ouders. Toch?
In de onderwijspolder zal in een dwaze dwangreflex worden doorgegaan met het verzinnen van opwaartse ‘carrièremogelijkheden’ in ons per definitie horizontale vak. Maar hoeveel tussenlagen, coördinatoren en niet docerende docenten kunnen scholen dragen?
“Ik wil je niet meer in de klas hebben”, zei een leidend persoon tegen een veelbelovend multi-talent op een vmbo-school in de buurt; een multi-talent, dat ik toevallig ken. De uitspraak was bedoeld als lokkertje. Het multi-talent mocht naar het management. Alsof niet voor de klas staan precies is waar we het allemaal voor doen, dat voor de klas staan. Alsof management moeilijker, interessanter en knapper is dan lesgeven.
Dat een topvrouw van de Autoriteit Financiële Markten haar dure baan in de wilgen hangt en gewoon les gaat geven, is mooi, en dat meen ik echt. Zij snapt het. ‘Ik wil een groter deel van mijn tijd besteden aan mensen die het niet vanzelfsprekend op eigen kracht redden’, zei ze in het Financieel Dagblad. Die lesuurtjes van Rutte hebben ook iets moois. Maar het doet aan het probleem precies 0,00000000253 procent af. Kan iemand trouwens die topvrouw bellen voor de controle op het financiële beheer door schoolbesturen?
Pessimisme geeft rust. En toch. En toch. Ik zie op mijn school een grote groep jonge mensen, waaronder veel mannen, met hart en ziel lesgeven, met een vrolijke, gecontroleerde losheid om jaloers van te worden. Ik hoor ze niet over literatuur, politiek, geschiedenis of andere ouderwetse verheffingsdingen van het soort waar ik van houd. Ze zwemmen niet dwars tegen de stroom in. Ze denken in vlogs, games, voetbal en snelle grappen en in recepten voor kooksels en baksels. Maar ze eisen concentratie en toewijding van hun leerlingen. En ze geven empathie, bakken vol. Dat is allemaal verheffend, effectiever vermoedelijk dan mijn pogingen de leerlingen voor een enkele Duitse dichter en een enkele oude Griek te interesseren. Nou ja, zo iemand als ik moet je er ook bij hebben. Getver. Eindigt dit stukje toch in optimistische onrust en majeur.