- blad nr 5
- 1-5-2019
- auteur R. Voorwinden
- Redactioneel
Gebrek aan docenten frustreert les in tekortvakken
Wiskunde
Gepensioneerden voor de klas
“Het tekort aan leraren wiskunde is op allerlei manieren voelbaar”, zegt Wim Caspers, bestuurslid van de Nederlandse Vereniging van Wiskundeleraren. “Zo is het al een enorme klus om vervangers te vinden. Verder zetten scholen gepensioneerde leraren in en worden jonge mensen aangenomen die pas in het tweede jaar van hun lerarenopleiding zitten. Die gaan dan direct voor de klas. En dan zit de ‘vaste’ docent echt niet meer achterin, om te kijken hoe het gaat er is gewoon niemand meer bij.”
In het voortgezet onderwijs werd in 2017 gemiddeld 4,3 procent van de vakken onbevoegd gegeven, maar voor het tekortvak wiskunde ligt dit percentage op 8. “Een oplossing? Als ik die zou hebben, werd ik op een schild gehesen en in triomf door het land gedragen”, zegt Caspers. “Ik denk in elk geval dat er meer diversiteit in het vak nodig is. Want mensen die wiskunde hebben gestudeerd en fulltime in het onderwijs willen werken, zijn heel dun gezaaid. Misschien moeten we toe naar hybride docenten die naast hun baan in het onderwijs elders een dienstverband hebben. Of die een tijdje fulltime in het onderwijs werken, maar daarna weer ergens anders.”
Latijn en Grieks
Klassen samengevoegd
“Op de zelfstandige gymnasia is de positie van Latijn en Grieks nog goed, we zien vooral problemen op de gymnasiale afdelingen van vwo-scholen”, zegt Jet van Gelder, voorzitter van de Vereniging Classici Nederland. “Die hebben moeite om de klassieke talen overeind te houden. Daarom wordt er soms gekort op het aantal uren en worden klassen samengevoegd.
Soms bieden scholen in de onderbouw ook nog maar heel beperkt Grieks aan; bijvoorbeeld slechts één trimester. Dan kiezen die leerlingen natuurlijk geen Grieks in de bovenbouw, omdat ze het vak in de onderbouw nauwelijks hebben gehad.
Een oplossing voor het tekort zou zijn om het vak van leraar aantrekkelijker te maken. Ook moet de werkdruk voor jonge docenten omlaag, want die is heel hoog. Als scholen klassen samenvoegen moet je bijvoorbeeld een tijdstip vinden waarop alle leerlingen geen andere lessen volgen. Dan kom je terecht op incourante uren. Dus dan sta je als docent op vrijdag het zevende uur Latijn of Grieks te geven aan een 4/5/6 combinatieklas. Terwijl de leerlingen al helemaal gaar zijn de schoonmakers in de gang rondlopen. Verwachten we dan echt dat die docent op deze manier zijn pensioen gaat halen?”
Duits
Scholen schrappen het vak
“Als sectiebestuur horen we allerlei geluiden uit het veld, en die zijn niet al te best”, vertelt Paul Stevelmans, bestuurslid van de sectie Duits van de Vereniging voor Leraren in levende talen. “Bijvoorbeeld dat scholen uren Duits uit het programma schrappen, of dat de leerlingen de mogelijkheid krijgen om het vak eerder te laten vallen. Een enkele keer bieden scholen het vak al helemaal niet meer aan.
Zo komen we in een neerwaartse spiraal. In plaats van een campagne ‘kies exact’ is het tijd voor een campagne ‘kies Duits’, voor leerlingen en voor studenten van de lerarenopleidingen. Want Nederland is een handelsland, Duitsland is onze belangrijkste handelspartner en er komen ook veel toeristen vanuit Duitsland onze kant op. Dus is het van belang dat we goed Duits spreken. Dat ziet iedereen in, behalve Den Haag.”
Frans
Meer taken voor onderwijsassistenten
“Het tekort bij Frans is minder schrijnend dan bij het vak Duits”, vertelt Trees Aler, bestuurslid sectie Frans van de Vereniging van leraren in levende talen. “Toch komt het voor dat scholen geen nieuwe docent kunnen vinden. En dan bieden ze het vak Frans soms niet meer aan. Om te voorkomen dat het vak verdwijnt zijn er wel oplossingen mogelijk. Je kunt de zittende docenten vragen om extra uren te draaien, maar daardoor neemt de werkdruk toe. Je kunt ook overwegen om stagiairs of onderwijsassistenten taken te laten vervullen. Daar heb ik zelf goede ervaringen mee. Die stagiairs of assistenten zijn vaak jong en kunnen wat meer actualiteit in de lessen brengen.
Een andere oplossing is om, als de klassen klein zijn, leerlingen van verschillende niveaus bij elkaar te zetten. Dan heb je maar één leerkracht nodig. Die moet dan wel goed kunnen differentiëren en ze moet gedifferentieerd lesmateriaal hebben. Aan dat laatste ontbreekt het helaas nog wel eens, maar alles is beter dan het vak opheffen.”
Natuur- en scheikunde
Scholen bieden minder uren aan
“Er zijn al behoorlijke tekorten, zeker op eerstegraadsgebied”, zegt Jan van Lune, hoofd van de Nederlandse Vereniging voor Onderwijs in de Natuurwetenschappen en leraar scheikunde. “Ik hoorde van een school waar natuurkunde in bepaalde klassen gewoon niet meer gegeven wordt. En soms gaan scholen een vak in bijvoorbeeld twee uur per week geven, in plaats van de gebruikelijke drie. Of dat mag? Tja, er is geen norm voor het aantal lessen in een vak. Maar ik vind dat echt een probleem.
Wat de oplossing voor het tekort zou zijn? Het salaris speelt mee. Want het gaat nu goed in het bedrijfsleven, dus er wordt vanuit de industrie hard getrokken aan bètadocenten. Zelf heb ik technische scheikunde gestudeerd en op een bijeenkomst van oud-studiegenoten was ik de slechtste verdiener. En de op één na slechtst verdienende kreeg anderhalf keer zoveel als ik. Begrijp me goed, ik zou niet anders willen dan docent zijn, maar ik kan me voorstellen dat andere mensen andere keuzes maken.”
Informatica
Onbevoegden voor de klas
“Het vak informatica is ingevoerd in het schooljaar 1993/94 en toen zijn er zo’n vijfhonderd docenten tegelijk op de markt gekomen”, zegt Ramon Moorlag, voorzitter van i&i, de vakvereniging voor informatica & digitale geletterdheid in het onderwijs. “Die gaan nu zo onderhand met pensioen en er komen nauwelijks nieuwe docenten informatica van de lerarenopleidingen af. Het bedrijfsleven lokt enorm. Ik heb bijvoorbeeld een eigen website en zet wel eens iets op Twitter. Dan weten de headhunters je al goed te vinden.
De meeste docenten informatica zijn tweedegraads bevoegd: eerstegraders zijn er weinig. Zelf sta ik ook al jarenlang onderbevoegd les te geven in de bovenbouw.
Ik heb wel hoge verwachtingen van een nieuw initiatief in Amsterdam, Teach4Amsterdam, waarbij potentiële zij-instromers een baan in het bedrijfsleven kunnen combineren met het leraarschap en een lerarenopleiding. Twee dagen bedrijf, twee dagen klas en een dag studie. Zo zorg je ervoor oudere of iets oudere it’ers toegang krijgen tot het voortgezet onderwijs. De ambitie is om in korte tijd driehonderd nieuwe docenten op te leiden. Ik hoop van harte dat het lukt.”
Wiskunde (II)
Student gaat te snel voor de klas
Studenten die een lerarenopleiding volgen in een tekortvak komen vaak al tijdens hun studie voor de klas terecht. Desiree van den Bogaart, docent aan de lerarenopleiding wiskunde van de Hogeschool van Amsterdam en bestuurslid van de vereniging van wiskundeleraren, is niet blij met deze ontwikkeling. “Studenten zijn te druk bezig om op school gaten te vullen. Vanuit de opleiding willen wij dat ze breed worden opgeleid, maar zij reageren nu: Denk je dat ik tijd heb om een leuke nieuwe werkvorm te ontwikkelen of van het boek af te wijken? Ik moet morgen zeven lessen draaien.”
Ook de begeleiding van de studenten op de scholen is problematisch: “De begeleiders staan zelf voor de klas, of ze zijn niet bevoegd voor wiskunde.” De studenten van Van de Bogaart wisselen onderling al uit welke salarisschalen ze hebben weten te versieren op hun scholen. “De ene heeft schaal B7, de andere zit al in C. En dat zijn dan mensen die nog niet eens hun diploma binnen hebben. Natuurlijk is het leuk om les te geven in een vak waarin veel werkgelegenheid is, maar dit is toch een beetje te gek.”