• blad nr 5
  • 1-5-2019
  • auteur . Overige 
  • Redactioneel

 

Spreiding eindexamens is ‘monsterklus’

Tekst: Lisanne van Sadelhoff
Noem de maand ‘mei’ en elke eindexamenleerling schiet in de stress. En dat geldt ook voor sommige docenten. De VO-raad pleit voor gespreide examens. Dat heeft voordelen, maar er zijn evengoed grote bezwaren.
Het is misschien wel één van de spannendste momenten in een schoolcarrière. Dat ene zweterige gymzaalmoment, dat voor heel veel leerlingen deze maand begint en voor vmbo-leerlingen al in april is begonnen. In minder dan een paar weken moeten ze vlammen, alles op alles zetten om zo goed mogelijk te scoren voor het centraal examen (CE).
“Eigenlijk is het de omgekeerde wereld”, zegt Paul Rosenmöller, voorzitter van VO-raad. “Als we nu kijken hoe de examinering in elkaar steekt, dan moeten we toch concluderen dat de examinering het onderwijs stuurt. Terwijl het onderwijs eigenlijk de examinering moet sturen. Het moet niet alleen maar gaan om dat ene ‘eindmoment’, de weg ernaartoe is net zo belangrijk.”
De VO-raad pleit voor gespreide examens. Dat wil zeggen: eerder in het jaar, op hetzelfde moment in het hele land, ook al een centraal examenmoment mogelijk maken. Bijvoorbeeld in februari, maart. “Als je een deel van de CE’s eerder kunt doen, dan ligt het piekmoment niet zo op mei en voorkom je teaching to the test”, zegt Rosenmöller. “En een belangrijk punt is dat je de druk van de ketel haalt. Er moet zo veel gebeuren in mei, voor zowel de leerlingen als de docenten. Het zou rustiger zijn als we dat een beetje zouden kunnen spreiden.”
Het idee dat je een heel jaar over moet doen als je op één tiende zakt is ook een beetje ‘achterhaald’, stelt Rosenmöller. “Wij zouden graag zien dat behaalde vakken behouden blijven. En voor de vakken die leerlingen niet hebben gehaald hoeven ze, wanneer er meer examenmomenten zijn, niet een heel jaar te wachten tot ze opnieuw op mogen. Dat werkt zo demotiverend.”

Flexibilisering
Pieter Hendrikse is voorzitter van het College voor Toetsen en Examens (CvTE), dat verantwoordelijk is voor de uitvoering van de centrale examens. Ook Hendrikse ziet verschillende voordelen in de ‘flexibilisering’ van eindexamens. Vooral omdat er dan meer ruimte is voor de zogenoemde testcorrectie. Daar experimenteert het CvTE sinds 2017 mee, om de betrokkenheid van docenten te vergroten en de kwaliteit van de correctievoorschriften die de eerste en tweede corrector gebruiken om de eindexamens na te kijken te verbeteren. Bij de proef die het CvTE startte, mocht een groep docenten bij enkele vakken zoals Nederlands, scheikunde en wiskunde, aan de hand van de door hun leerlingen gemaakte centrale examens meedenken over het correctievoorschrift. Met succes: er werden verschillende aanpassingen doorgevoerd om het uiteindelijke correctievoorschrift beter en praktischer te maken voor alle docenten in Nederland. “Zo’n testcorrectie werkt, maar kost tijd”, stelt Hendrikse. Tijd die er volgens hem nu niet is in mei.
Als je de eindexamens zou spreiden, zal bovendien de werkdruk dalen, beaamt Hendrikse. “In mei moeten al die leerlingen in
no time al hun centrale examens maken en daarna moeten de docenten heel rap alles nakijken. Er moeten correctierondes plaatsvinden en overleg over normering. Het zou scholen rust geven als dat allemaal niet voor al die vakken in twee weken hoeft en docenten meer tijd krijgen voor het nakijken.”
Hendrikse pleit ervoor dat schoolexamens een prominentere plek krijgen in het afsluiten van de schoolcarrière, een afsluiting die past bij de pedagogische en didactische visie. Dat was oorspronkelijk ook het doel van de schoolexamens.

Experiment
Het ministerie van Onderwijs experimenteerde zo’n zes jaar geleden al eens met vervroegde examens en dan vooral op excellente scholen. Rob Heijmans, conrector op het Frits Philips Lyceum in Eindhoven, werkte er als muziekdocent toen zijn school meedeed aan het experiment. “Het was een wisselend succes.”
De school wilde excellente leerlingen een jaar eerder examen laten doen, dus wel in mei, maar dan in 5 vwo. In het laatste jaar op de middelbare school konden zij zich focussen op bijvoorbeeld een extra taal, of alvast op een vervolgopleiding.
Maar Heijmans herinnert zich vooral de ‘rompslomp’ en hoe hard de leerlingen moesten werken. Want: eerder centraal examen doen, betekende ook eerder de schoolexamens afronden. “We hadden vier reguliere toetsweken per schooljaar, deze leerlingen kregen er acht. Het was niet te doen.”
Het grootste kritiekpunt op het idee om eindexamens te spreiden is dat de schoolexamens dan na het eindexamen zouden komen.
Heijmans: “Voor vakken als wiskunde, economie en natuurkunde toetst het centraal examen nagenoeg alle kennis die tijdens schoolexamens is behandeld. Je hebt de schoolexamens dan gewoon nodig als voorbereiding en daarom kan je het niet omdraaien.” Volgens Hendrikse van het CvTE zijn vooral talen geschikt om naar voren te halen, omdat het CE en het schoolexamen bij die vakken andere vaardigheden toetsen.

Respons
Rosenmöller geeft aan dat de plannen om eindexamens te spreiden nog niet concreet zijn. “Helemaal niet, zelfs”, zegt hij. “We hebben de gedachte gelanceerd, maar tot nu toe komt er vanuit Den Haag weinig respons.”
Het doorvoeren van de verandering leidt tot organisatorische uitdagingen. Programma’s van toetsing en afsluiting moeten opnieuw worden ingericht, er moet misschien opnieuw worden gekeken naar de inrichting van de schoolexamens, van de leerplannen en de verdeling van de examenstof. Rosenmöller: “We zouden moeten bepalen of het inderdaad alleen de talenvakken worden die we naar voren kunnen halen, of ook andere vakken zoals wiskunde en natuurkunde. In dat laatste geval moet er worden gekeken of de schoolexamens en de centrale examens elkaar meer kunnen aanvullen in plaats van inhoudelijk elkaar opvolgen. Misschien moet er worden nagedacht of we een bepaalde kern van een vak examineren en de rest via de schoolexamens toetsen.”
Ook praktisch moet er van alles in de school gebeuren als er inderdaad meerdere examenmomenten komen. Je moet de ruimte hebben en de menskracht om de examens op meerdere momenten in het jaar af te nemen.

Crime
Oud-docent en conrector Rob Heijmans stelt dat de uitwerking ‘een crime’ kan worden voor scholen. “Het lijkt mij een organisatorische monsterklus.” Pieter Hendrikse van het CvTE geeft dat ook aan. “Je moet het wel met z’n allen willen. De examenproductie moet bovendien anders worden ingericht.” Mocht het de keuze van de politiek worden, dan zal het CvTE daar uitvoering aan geven. “We moeten wel gaan kijken hoe we dat organisatorisch gaan doen”, aldus Hendrikse. “Maar eerst moeten het onderwijs en de politiek mee”, besluit Rosenmöller. “Op dit terrein draaien de wieken van de molens van het onderwijs erg langzaam.”

Eindexamen in het eerste jaar
Ingrid Zuijdam, opleidingsdirecteur op het Stedelijk College Eindhoven heeft goede ervaringen met vervroegde examens. Wettelijk mogen leerlingen het eindexamen een jaar of twee jaar eerder doen, maar op het Stedelijk College mogen doen soms zelfs eerstejaars al examen.
Die mogelijkheid heeft de school van het ministerie gekregen nadat ze meerdere jaren op rij als ‘excellente school’ zijn bestempeld en mee konden doen aan de pilot ‘regelluwe scholen’. “Op deze manier komen we onze sterke leerlingen tegemoet”, stelt Zuijdam. “We hebben kinderen die bijvoorbeeld in Frankrijk zijn opgegroeid. Zij mogen dan al in de eerste klas examen Frans doen, waardoor ze in de rest van hun schoolcarrière meer ruimte krijgen voor andere vakken, zoals filosofie, Chinees of Russisch.”
Vermindering van de werkdruk is niet het doel van deze flexibilisering. Zuijdam: “Het is puur om onze excellente leerlingen meer uit te dagen en meer mogelijkheden te bieden. Dat gaat al twee jaar heel goed. Het is een beloning voor hun inspanning. Zo zien ze het zelf ook, dus het werkt heel motiverend. Onze gezakte examenleerlingen mogen in deze pilot ook deelexamens doen en kunnen op die manier hun eindexamen halen op de eigen school en soms alvast starten op een vervolgopleiding.”

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.