- blad nr 5
- 1-5-2019
- auteur R. Sikkes
- Redactioneel
Alarm van leraren en inspectie vindt geen gehoor
Met een enorme dreun is Rutte III zijn meerderheid in de Eerste Kamer kwijtgeraakt. Van de 38 zetels blijven er na de verkiezingen voor VVD, CDA, D66 en ChristenUnie 31 over. Het verlies was verwacht, maar zoals we allemaal weten zijn de verschuivingen enorm. Zo is in de senaat een versplinterd politiek landschap ontstaan, waarmee Rutte III moet dealen en wheelen om plannen er door te krijgen.
Precies dat gebeurt er. ‘Oppositie is nu welkom in de achterkamertjes’, schreef NRC Handelsblad vorige maand. Voor het kabinet betekent het geven en nemen. Dat geven gaat wel lukken, anders dan minister Arie Slob steeds suggereert, want geld is er genoeg. Het begrotingsoverschot is volgens het CPB rond de 9 miljard euro. Het kabinet heeft blijkbaar andere prioriteiten dan onderwijs om die miljarden als smeerolie in te zetten.
Zo is er nog steeds geen pensioenakkoord en dreigt een korting op de pensioenen van miljoenen ouderen. Dat maakt Rutte III richting de volgende verkiezingen niet populair. Dus wellicht schuift de PvdA aan in de achterkamertjes om een voor het kabinet en de vakbeweging aanvaardbaar compromis te sluiten. Voor het klimaatakkoord ook een speerpunt lijkt GroenLinks ver te willen gaan. Verder kreeg premier Rutte een draai om de oren van de Raad van State. Die constateert dat de door de premier zelf beloofde lastenverlichting niet alleen is uitgebleven: de lastendruk voor burgers is zelfs gestegen. Ook dat schaadt de VVD en Rutte bij een volgende stembusgang.
Malieveld
En het onderwijs dan? 40 duizend mensen op het Malieveld die pleiten voor investeren in onderwijs. De onderwijsinspectie die waarschuwt dat het lerarentekort de kwaliteit van het onderwijs aantast (zie kader). Het onderwijs is al kampioen werkdruk, maar het percentage burn-outklachten loopt in het nieuwe TNO/CBS onderzoek naar arbeidsomstandigheden verder op. Het ligt op een historisch hoogtepunt van 23 procent.
Aan aandacht voor de problemen in het onderwijs ontbreekt het niet. Scholen die leerlingen naar huis sturen of een vierdaagse schoolweek invoeren, worden door de media druk bezocht. In zijn Volkskrant-column schreef huisarts Joost Zaat dat een extra miljard beter naar onderwijs kan dan naar de zorg. Want goed onderwijs is volgens hem eigenlijk het beste medicijn om gezonder door het leven te gaan.
Toch komt die boodschap niet aan bij Rutte III. Het mantra dat onderwijs al zo veel miljarden krijgt en er heel veel extra bij heeft gekregen wordt steeds herhaald. De grootste verliezer binnen de coalitie is D66, de vurigste pleitbezorger van investeren in onderwijs. GroenLinks lijkt een klimaatakkoord belangrijker te vinden.
Meldpunt
Verkiezingswinnaar Forum voor Democratie zendt wisselende signalen uit. Ja, investeren in betere onderwijssalarissen, door te korten op ontwikkelingssamenwerking. Maar ook een meldpunt voor linkse leraren, en makkelijker ontslag voor onderwijspersoneel. De politieke basis voor een meerjarig investeringsplan in onderwijs lijkt flinterdun.
Het gevaar bestaat nu dat onderwijsonderwerpen als klein wisselgeld gebruikt gaan worden, wanneer coalitie en oppositie elkaar in de achterkamertjes ontmoeten. Want steun moet de coalitie kopen. Een kleine 20 miljoen voor lerarensalarissen in het door het lerarentekort zwaar geplaagde voortgezet speciaal onderwijs, zou dat kunnen? Misschien toch maar de ‘doelmatigheidskorting’ van 183 miljoen schrappen? Een beginnetje maken met het herinvoeren van de basisbeurs, zoals CDA, GroenLinks en Forum voor Democratie bepleiten?
Zo lijkt het alsof coalitie en oppositie investeren in onderwijs, maar feitelijk is het niet meer dan wat gaten in het dak repareren. Het fundament valt alleen te redden wanneer er een investeringsplan komt voor meerdere jaren. Een plan dat jongeren enthousiasmeert om voor het onderwijs te kiezen. Zolang dat er niet is, blijft de Algemene Onderwijsbond actie voeren.
Inspectie: lerarentekort bedreigt kwaliteit
‘De inspectie houdt er rekening mee dat het lerarentekort op termijn terug te zien is in de beoordeling van de kwaliteit van scholen. Dat schrijft de Onderwijsinspectie in het vorige maand gepubliceerde rapport De staat van het onderwijs. Het tekort is volgens de inspectie ‘een risico voor onderwijs en samenleving’ en vergroot de ongelijkheid.
Het zijn alarmerende woorden die keer op keer worden herhaald. Het tekort wordt voor het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en het mbo ‘een van de grootste risico’s in het onderwijssysteem’ genoemd.
Het tekort manifesteert zich landelijk het sterkst op scholen waar veel kinderen met een migratieachtergrond op zitten, het speciaal onderwijs en het vmbo. ‘Zorgwekkend’, constateert de inspectie, omdat het bijdraagt ‘aan een vergroting van de kansenongelijkheid’.
De inspectie ziet in het basis- en speciaal onderwijs dat er veel gevraagd wordt van leraren, directeuren en ondersteuners om de boel draaiende te houden. Hierdoor gaat de toch al forse werkdruk verder omhoog. In het voortgezet onderwijs worden steeds vaker onbevoegde leraren en leraren met een andere bevoegdheid ingezet. Dat heeft een ‘zichtbaar negatief effect op de examencijfers’, schrijft de inspectie. Het meest wordt er onbevoegd lesgegeven in het vmbo, 8,5 procent, terwijl het gemiddelde ligt op 4,3 procent.
‘Het lerarentekort kan niet door individuele leraren, schoolleiders of bestuurders worden opgelost’, schrijft inspecteur-generaal Monique Vogelzang in het rapport. Een duurzame oplossing vraagt volgens haar om samenwerking tussen meerdere partijen, zoals scholen, besturen, lerarenopleidingen, lokale overheden en de overheid. Zou je dat een investeringsplan mogen noemen?