• blad nr 9
  • 1-10-2018
  • auteur . Overige 
  • Opinie

 

Kleuterjuf verdient hoger salaris dan directeur

Leerkracht Judith Bollema heeft in achttien jaar basisonderwijs nog nooit eerder zoveel werkdruk ervaren als in het afgelopen jaar bij de kleuters. Leraar zijn is zo’n mooi beroep, maar het is nooit goed genoeg.

Als leerkracht in groep 8 begreep ik Sander Dekker wel een beetje, voor één keer, toen hij zei dat lesgeven aan pubers wel wat zwaarder is dan het lesgeven aan kleuters, maar daar kom ik van terug. Ik heb nog nooit zoveel werkdruk ervaren als in het afgelopen jaar bij de kleuters. Misschien een fractie ervan als beginnend leerkracht, maar zeker niet in de bovenbouw van het primair onderwijs. Ondanks dat had ik maar 16 kleuters in de klas had en de helft van de week een lieve klassenassistent!
In het kleuteronderwijs zijn leerkrachten uren bezig met activiteiten bij de doelen te zoeken, want doelen moeten gehaald en bijgesteld; ook als je 4 bent en ook als je in de klas een kleutermethode gebruikt.
Leerkrachten uit groep 1 en 2 doen zelf de boodschappen voor de te organiseren activiteiten. Ze lamineren zich een ongeluk om thema's, leerzame spelletjes en woordenschatkaartjes te maken voor de kinderen. Ze zijn fysiek aan het werk door karren uit de schuur te sjouwen, poepbroeken schoon te maken, het zand in de zandtafel te verversen, bordtekeningen te maken, werkjes op te hangen, gymtoestellen klaar te zetten en weer op te ruimen en bukken; heel veel bukken. Nog schrik is 's nachts wel eens wakker, omdat ik denk dat ik mijn voorbereiding nog niet af heb. Hele weekenden gingen er inzitten.
Tegen die mensen wordt dan regelmatig actie gevoerd, omdat mensen vinden dat je wel op snoep mag trakteren als er op school met de ouderraad afgesproken is dat dat niet mag of omdat het pietenbeleid de buurt niet aanstaat of omdat de jaarlijkse fancy fair in een ander jasje gestoken wordt. Als iedereen nu eens afspreekt leerkrachten niet meer met dit soort dingen lastig te vallen
Ik begrijp Jennifer Petterson van de podcast ‘Opgejaagd’ als ik haar hoor zeggen dat ze meer creativiteit, talentontwikkeling en ervaringen of belevingen in het onderwijs wil. Kinderen moeten kunnen ontdekken, talenten ontwikkelen, kunnen bewegen en ervaren; wie wil dit nu niet? Maar waar vinden leerkrachten in groep 1 en 2 steun om het anders te doen dan ze nu doen? En wie helpt de leerkrachten in groep 3 de druk van de ketel te halen, voor de kinderen? Ik vind juf Ank uit ‘De Luizenmoeder’ bijvoorbeeld een hele sympathieke juf, een juf die haar kinderen op 1 zet en niet de ballonnetjes die opgelaten worden door ministers, staatssecretarissen, besturen en directies. En ook niet de ouders die zich afvragen waarom de toetsscores van hun kinderen tegenvallen of waarom dochter- of zoonlief niet vloeiend kan lezen in januari van groep 3. Want presteren is niet het belangrijkste volgens veel mensen, behalve als het presteren niet lukt.
Leerkrachten die dit al jaren volhouden verdienen meer dan directeuren. Zij dragen de meeste verantwoordelijkheid en hun hoofd ligt op het hakblok als er iets misgaat of als er in de klas een foute podcast wordt opgenomen.
Ik kan de discussieprogramma’s niet meer zien of horen, over de door leerkrachten zelfopgelegde werkdruk: van de inspectie of van de minister hoeft het allemaal niet; dat toetsen en de stapels bijbehorende administratie, zeggen ze.
Maar ondanks oeverloos en eindeloos gepraat, worden onrealistische ideeën, zoals het concreet meten van sociale veiligheid in vastgestelde documenten nog steeds doorgevoerd en bestaat het passend onderwijs nog steeds. Dat passend onderwijs is een gedrocht, maar er wordt nog niemand verantwoordelijk voor gehouden, ja...de leerkrachten die het uit staan te voeren.
Ik hoor en lees in de aanwijzingen van het ministerie dat toetsen en zoveel administratie, groepsplannen en documenten niet verplicht zijn. Maar er zijn kinderen die het in het huidige onderwijssysteem niet redden of zich niet fijn voelen. Kinderen die meer uitdaging nodig hebben, meer ondersteuning of een ander aanbod. Om dat te kunnen bieden aan die kinderen, in klassen van meer dan 25 kinderen is geld nodig. Dat geld krijg je niet zomaar want leerkrachten worden alleen geloofd als hun administratie op orde is.
Wat willen de geld verstrekkende instanties weten? Hoe scoren de kinderen, op methode onafhankelijke toetsen ten opzichte van de andere kinderen? Hebben ze genoeg onvoldoendes gescoord om er geld in te steken? Wat heb je er als leerkracht aan gedaan om de toetsscores omhoog te krijgen en is er een verwachting dat het vooruit zal gaan, is het de investering waard?
Heb je nog geen plan geschreven, uitgevoerd, geëvalueerd en onderbouwd met scores omdat je het druk hebt met alle kinderen en niet alleen met de zorg? Dan ga je dat eerst maar eens doen. Je krijgt het niet cadeau. Je kunt dus niet om alle scores en administratie heen.
We hebben zo'n mooi beroep en zo'n mooi vak, maar het is nooit goed genoeg. Jammer, want scholieren gaan de Pabo niet kiezen omdat het salaris omhoog gaat, ze gaan het weer kiezen als ze horen hoe leuk het is om het te doen en hoeveel waardering het oplevert.

Judith Bollema werkte tot het afgelopen schooljaar als leerkracht op de Europese School in Luxemburg.

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.