- blad nr 9
- 1-10-2018
- auteur . Overige
- Opinie
Inspectieoordeel over onderwijsresultaten was wanprestatie
Afgelopen juni presenteerde de onderwijsinspectie de kaders voor een nieuw onderwijsresultatenmodel voor het primair onderwijs. Dat was de hoogste tijd. In 2008 al heb ik met een betrekkelijk eenvoudig onderzoek aangetoond dat de beoordelingssystematiek om de opbrengsten van scholen te beoordelen volkomen onbetrouwbaar was.
Mijn onderzoek liet zien dat kleine scholen en scholen met veel achterstandskinderen een grotere kans hadden om door de inspectie als zwakke school te worden bestempeld. Ondanks de correcties die de onderwijsinspectie gebruikte voor scholen met veel kinderen van laagopgeleide ouders, hadden scholen volgens mijn berekeningen 40 procent kans om onterecht als zwak beoordeeld te worden (Onderwijsblad, september 2008). De meetmethode van de inspectie was bovendien niet geschikt voor kleine scholen.
Afgelopen zomer gaf de inspectie aan dat de beoordelingen op basis van de oude gewichtenregeling en de nieuwe schoolweging behoorlijk kunnen verschillen. Dat ‘behoorlijk’ kunnen we vertalen in verschillen tot 60 procent! Scholen die met de oude systematiek onvoldoende scoorden, scoren met de nieuwe maat uitstekend. Met de vergelijking van de oude en de nieuwe maat levert de onderwijsinspectie nu zelf het bewijs dat er met de beoordeling van opbrengsten van scholen een beschamende wanprestatie is geleverd.
Allereerst zou het de leiding van de inspectie sieren de scholen in dit land excuses te maken voor hun valse beoordelingen. Ook de inspecteurs, die met deze knoeiboel naar de scholen zijn gestuurd, verdienen excuses.
Zijn de betrouwbaarheidsproblemen met de nieuwe schoolweging nu opgelost? Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft onderzocht welke kenmerken het risico op een onderwijsachterstand het beste voorspellen. Het betreft het opleidingsniveau van de ouders, het gemiddelde opleidingsniveau van de moeders, het land van herkomst van de ouders, de verblijfsduur van de moeder in Nederland en of het gezin met schuldsanering te maken heeft.
We hoeven er niet aan te twijfelen dat het CBS zorgvuldig te werk is gegaan. Toch resteert de vraag of deze informatie de leerlingpopulatie van een school nu echt in beeld brengt en of de opbrengsten van een school op basis daarvan nauwkeurig kunnen worden beoordeeld. Daar moet ernstig aan worden getwijfeld. Er zijn nu eenmaal heel veel factoren die het schoolsucces beïnvloeden en het is onmogelijk die allemaal in beeld te brengen en te neutraliseren. Het nieuwe systeem is waarschijnlijk hooguit iets minder slecht dan het oude.
Dit najaar komt de inspectie met meer details over de nieuwe maat en naar ik hoop met een wetenschappelijke verantwoording. Ik ben benieuwd.