- blad nr 9
- 1-10-2018
- auteur J. Poortvliet
- Redactioneel
Miljoeneninvestering maakt onderwijs muzikaler
Durf te zingen
De grote droom van theaterman Joop van den Ende, dat leerlingen op de basisschool minstens één keer per week muziekles krijgen, zou zomaar uit kunnen komen. En dat mag ook wel, na een investering van bijna 50 miljoen euro.
Of, zoals Jantien Westerveld, directeur van de aanjagende stichting Méér muziek in de klas, het zegt: “Het zou wel heel erg zijn wanneer dit niet beklijft.”
De jongste plannen om het muziekonderwijs aan te zwengelen, dateren van 2014. Toenmalig onderwijsminister Jet Bussemaker constateerde dat nog maar 7 procent van de basisscholen structureel muziekles gaf; dat wil zeggen wekelijks en van groep 1 tot en met 8. Oorzaken: gebrek aan tijd, aan geld en aan expertise bij de ‘gewone' groepsleerkracht. Bussemaker vond in musicalmagnaat Joop van den Ende een gepassioneerd en vermogend mede-pleitbezorger. Wat vervolgens ontstond is bijzonder voor het Nederlandse onderwijs: het publieke initiatief ‘meer muziekles’ wordt deels privaat bekostigd. Aanvankelijk was het idee: de overheid investeert 25 miljoen en het bedrijfsleven matcht dat bedrag.
De miljoenen uit Den Haag zijn inmiddels uitgedeeld en zelfs twee keer opgehoogd. In totaal is 27 miljoen euro verdeeld onder 1659 scholen. Dat is iets meer dan een kwart van alle basisscholen in Nederland. Afhankelijk van de schoolgrootte ontvingen ze tussen de tienduizend en twintigduizend euro. Daarvoor moest de school gaan samenwerken met een lokale muziekschool, orkest of fanfare en investeren in de deskundigheid van hun eigen leraren.
Opvallend hoog
Opvallend veel scholen hebben de subsidie aangevraagd, zegt de verstrekker het Fonds voor Cultuurparticipatie (FCP). 25 procent is veel, maar hoe gaat het met de overige 75 procent van de scholen? Directeur Westerveld van Méér muziek in de klas legt uit dat bij een deel van hen muziekles al hoog op de agenda stond, zoals op cultuurscholen. Daarnaast mikt de stichting direct op de leraren. Met bijvoorbeeld gratis opfriscursussen muziekonderwijs onder de noemer Music University Day. Vorig jaar kon dat op 25 locaties. Ook komend voorjaar is er weer een ronde. Maar de grootste verandering verwacht Westerveld van toekomstige leraren. Ook aan pabo’s zijn substantiële bedragen uitgekeerd. Zij ontvingen tussen de 50 duizend en 160 duizend euro. Van de 41 pabovestigingen in Nederland doen er 36 mee.
Droom
Eén van de eersten die pabo-subsidie aanvroeg is Roeland Vrolijk, muziekdocent op de Thomas More Hogeschool en voorzitter van het Netwerk Muziekdocenten Pabo. Hij denkt dat Méér muziek in de klas wel eens het verschil kan gaan maken. “Er zijn eerder pogingen gedaan. Tijdens de vorige regeling, zo’n vijftien jaar geleden, kwam er twee miljoen euro vrij voor het vak muziek. Dat vonden we toen al heel veel geld.” Mede dankzij het huidige gunstige muziekklimaat is Vrolijk is naar eigen zeggen zijn ‘droom aan het realiseren’. “Het eerste wat studenten zeggen is bijna altijd: ik ben niet muzikaal. Mijn missie is om mensen hun muzikaliteit te laten ontdekken zodat ze daarmee aan de slag kunnen in de klas.”
Vrolijk zoekt allereerst uit welke studenten veel affiniteit met muziek hebben. Zij doen toelating om vakspecialist te worden en volgen dan vanaf hun tweede studiejaar een extra programma dat samen met het conservatorium is gemaakt. Hierdoor krijgt deze groep de kneepjes van muziekles geven al onder de knie voordat het diploma behaald is. Het gaat om grofweg 10 procent van de studenten, aldus Vrolijk.
Maar ook pabo-studenten die geen bijzonder talent hebben voor muziek, en die het vaak eng vinden om voor een groep te zingen, kunnen er niet onderuit. Vanaf het eerste jaar krijgen ze zangles en in het derde jaar zelfs stemvorming. Vrolijk: “Er is nu een bruisend muziekleven op de pabo.” Er komt een nieuw muzieklokaal met kleine studio’s waar studenten digitaal kunnen componeren. “Heel eigentijds, studenten kunnen daar dat aspect van muziek maken ontdekken.” En voor de eenjarige post-hbo opleiding richting muziekspecialist die pabo’s al langer aanbieden is nu meer belangstelling, weet Vrolijk. “Ik schat dat door heel Nederland zo’n honderd leraren die opleiding volgen. Vorig schooljaar zo’n tachtig.”
Gemeenschappen
Op de vraag waarom het überhaupt belangrijk is dat leraren weer meer aandacht besteden aan muziek op school, antwoordt hij met een citaat van Hans van Mierlo: “Op de stromen van muziek worden gemeenschappen gevormd.” Muziek maken is een groepsactiviteit, benadrukt Vrolijk. “Je hebt al snel het gevoel erbij te horen wanneer je samen muziek maakt. Dat is belangrijk vandaag de dag.” Hij noemt het voetbalstadion als voorbeeld. “Neem de Kuip hier in Rotterdam. Als iedereen daar Hand in hand kameraden zingt… Dat gevoel is onbeschrijflijk.”
Muziek zou ook andere gunstige effecten kunnen hebben. Denk aan beter kunnen leren en creatiever worden. Die claims worden regelmatig gedaan en ook weer onderuit gehaald. Vrolijk: “Het unieke van muziek is voor mij vooral dat het sociaal is, en dat het je gevoel ontwikkelt. Eventuele bijeffecten zijn interessant, maar kun je ook wel op andere manieren bereiken denk ik.” Ook Debbie van Velsen, leerkracht in groep 4 van basisschool Kornak in Uitgeest, ziet saamhorigheid in de klas bij muziek. “En: kinderen die normaal niet veel van zichzelf laten zien, kruipen opeens uit hun schulpje. Er is ruimte voor andere talenten.”
Digitaal
Sinds het team van Van Velsen de lessen van 123Zing gebruikt wordt er weer in elke klas gezongen. Het gelijknamige, relatief kleine bedrijf uit Oudewater kwam vijf jaar geleden op de markt met hun volledig digitaal ondersteunde muziekmethode. Zakelijk leider Loes de Vos heeft een achtergrond bij School-tv, haar man is artistiek leider en professioneel muzikant. Inmiddels zijn 1300 basisscholen geabonneerd op hun lessen. De Vos denkt dat dat niet ophoudt wanneer scholen het subsidiegeld hebben uitgegeven. “De kosten voor zo’n abonnement zijn niet zo hoog. Wij zien dat scholen het extra geld vooral in trainingen voor leerkrachten steken, of in het opzetten van een schoolorkest.”
123Zing slaat volgens De Vos aan omdat het de doorsnee juf of meester heel eenvoudig wordt gemaakt. Hij of zij hoeft bijvoorbeeld niet zelf uit te leggen welke muziekstijlen de popmuziek kent. Dat doet de digitale docent in een filmpje. Pabo-muziekdocent Vrolijk vreest dat het zo soms te eenvoudig wordt: “Het risico is dat de leerkracht op play drukt en met de handen over elkaar naast het bord gaat staan. Het muzikale proces is voor mij iets tussen mensen. Vals zingen is bijvoorbeeld niet erg. Als je maar met overtuiging meedoet.” De Vos vindt die kritiek te makkelijk. “Wij horen terug dat onze aanpak de motivatie aanboort, juist omdat leraren het niet helemaal zelf hoeven te doen.” Juf Van Velsen valt haar bij. “Zelf heb ik ooit eindexamen gedaan in muziek, maar veel collega’s zeiden: Ik kan helemaal niet goed zingen, of noten lezen. Hoe moet ik dan een liedje aanleren? Met 123Zing durven ze het wel.”
Energizer
Op De Kornak zit nu wekelijks minimaal dertig minuten muziek in het rooster. Of dat één keer een les van een half uur is, of drie keer tien minuten is aan de leerkracht zelf. Van Velsen: “Sommigen vinden het fijn om aan het begin van de dag even lekker te zingen. Of als tussendoortje, om de klas even in beweging te krijgen.” Dit type liedje, als energizer, wordt steeds populairder, constateert ook Méér muziek in de klas. Eén van haar bekendste ambassadeurs, Ilse de Lange, maakt er een aantal extra die leraren gratis van Schooltv kunnen streamen. Ook de liedjes van 123Zing hun database telt er inmiddels 450 worden vaak voorafgaand aan of tussen de lessen door gezongen. En dat is helemaal niet gek, stelt muziekdocent Vrolijk. “De plek die muziek in ons volwassen leven heeft is ook overal. Soms markeer je het echt door naar een concert te gaan, maar als ik thuiskom, zet ik even een muziekje aan of ik zit wat op m’n piano te pielen. Zo mag het op school ook zijn.”
Overbodig
Officieel stopt Méér muziek in de klas over anderhalf jaar. De stichting hoopt zichzelf overbodig te maken, want ja, de doelstelling is haalbaar denkt ze. Momenteel worden ‘lokale convenanten’ getekend. De stad Groningen, de provincies Limburg en Friesland en vier gemeenten in Gelderland garanderen structureel muziekonderwijs op alle basisscholen in hun gebied. Mocht daar nog geld voor nodig zijn dan komt dat straks van schoolbesturen of van lokale overheden of bedrijven. In nog eens twintig regio’s voert de stichting gesprekken over vergelijkbare convenanten. De tijd is er rijp voor, denkt Westerveld. Ze wijst op een eigen enquête uit 2018 waaruit blijkt dat leerkrachten en ouders muziekonderwijs niet alleen belangrijk vinden, ‘maar dat ze ook ervoor in actie willen komen’, aldus Westerveld.
Wie nog iets minder dan gehoopt in actie wil komen zijn de Nederlandse bedrijven. Van de beoogde 25 miljoen, heeft de stichting nu ongeveer 12,5 miljoen opgehaald. Gulle gevers zijn de Bankgiroloterij, het VSB Fonds, het Prins Bernhard Cultuurfonds, de VandenEnde Foundation en Samsung dat een project financierde waarop schoolkinderen ringtones konden componeren. Westerveld: “Samsung ziet de link met de kinderen van hun personeel, zij hopen ook in de toekomst creatieve werknemers te vinden.” Maar voor veel private partijen is muziekonderwijs een zaak van het onderwijs. “Ze staan wel sympathiek tegenover het idee, maar denken toch: als de overheid muziekles belangrijk vindt dan moet de overheid dat betalen.” Al hoopt Westerveld komende anderhalf jaar nog een slag te kunnen maken ‘nu de bewustwording zoveel beter is’.