- blad nr 14
- 1-10-2017
- auteur A. Kersten
- Redactioneel
Mbo-personeel krijgt invloed op bestedingen
Tekst Arno Kersten Beeld Typetank
Dit najaar bepalen onderwijsinstellingen hoe ze volgend jaar hun onderwijsgeld willen inzetten. In het mbo gaat het om een slordige 4,5 miljard euro die de rijksoverheid overmaakt aan de instellingen. Veruit het grootste deel daarvan zit in de lumpsum, een zak met geld die besturen naar eigen inzicht besteden. De keuzes voor het nieuwe jaar worden concreet gemaakt in de begroting.
Voorzitter Ruud Smit van de ondernemingsraad van Roc Leiden heeft van dichtbij gezien wat er kan gebeuren als een schoolbestuur verkeerde keuzes maakt. Het vroegere bestuur nam onverantwoorde risico’s bij de financiering van nieuwbouwplannen. Dat ging ten koste van het onderwijs en personeel, dat voor die dure misstappen een hoge prijs betaalde.
“We hebben destijds regelmatig aangeklopt bij het college van bestuur, maar we kregen geen zicht op die besluiten. Dat gebeurde pas toen het te laat was”, aldus Smit.
Daarom is het belangrijk dat het personeel vooraf meer invloed krijgt op de besteding van het onderwijsgeld. Dat vindt ook een meerderheid in de Tweede Kamer. In de nasleep van de debacles bij Amarantis en Roc Leiden regelde de politiek dat ondernemingsraden en studentenraden in het mbo instemmingsrecht kregen op de ‘hoofdlijnen van de begroting’. Sinds dit jaar hebben mbo-besturen expliciete goedkeuring nodig bij het uitstippelen van het financiële beleid. De sector loopt daarmee voor op het primair en voortgezet onderwijs, waar staatssecretaris Dekker een dergelijk voorstel afgelopen zomer in de ijskast zette.
Vragen
De hamvraag is alleen: wat zijn nu precies die hoofdlijnen? Den Haag heeft dat opengelaten. Want, zo is de gedachte, in zo’n grote en gevarieerde sector kunnen instellingen dat het beste zelf invullen.
Dat klinkt logisch, maar het begrip hoofdlijnen roept ook veel vragen op. Om er handen en voeten aan te geven, heeft het Platform van ondernemingsraden in het mbo samen met studentenorganisatie JOB en de Mbo Raad afgelopen voorjaar een ‘handreiking’ opgesteld. Dat advies vertaalt die hoofdlijnen in onder meer de verdeling van het onderwijsbudget over personele en materiële uitgaven, huisvesting en beheer.
De meeste instellingen zetten deze uitgangspunten van het financiële beleid al in het voorjaar uiteen in een de zogenoemde kaderbrief. De begroting is daar de uitwerking van. Zo ook bij het Roc van Amsterdam, vertelt voorzitter van de ondernemingsraad Henk van Wiggen. “Onze ondernemingsraad wordt al bij het opstellen van de kaderbrief gevraagd om een inbreng. We zijn het heus niet altijd eens met het bestuur, maar we waarderen de samenwerking.”
Inperken
Die samenwerking gaat niet overal van een leien dakje, weet AOb-bestuurder Tamar van Gelder. Bestuurders die bang zijn dat de medezeggenschap te veel op hun stoel gaat zitten, zullen die hoofdlijnen willen inperken. Als je met het bestuur in onderhandeling moet over het begrip hoofdlijnen, maakt dat de medezeggenschap kwetsbaar, betoogt Van Gelder. Met een ‘handreiking’ alleen staan ondernemingsraden dan niet sterk genoeg.
De AOb pleit ervoor landelijk vast te leggen over welke hoofdlijnen ondernemingsraden in elk geval het instemmingsrecht moeten kunnen opeisen. “We hebben veel contact met ondernemingsraden en we merken dat er verschillend mee wordt omgegaan. Maar we horen ook dat er behoefte is aan duidelijkheid”, aldus Van Gelder. “Pick your battles, zeg ik altijd. Je kunt als ondernemingsraad veel beter je tijd en energie steken in een discussie over de inhoud dan dat je eerst in de clinch moet over de vraag waarover je eigenlijk instemmingsrecht hebt.”
Van Wiggen, tevens bestuurslid van het platform van mbo-ondernemingsraden en betrokken bij de handreiking, vindt het te vroeg voor landelijke afspraken. “Laten we nou eerst kijken hoe het dit najaar in de praktijk uitpakt. Als je met een wet in de hand de discussie ingaat, dan heb je het al snel niet meer over de inhoud.” Landelijke afspraken maken kan altijd nog als na evaluatie zou blijken dat het echt nodig is, vindt Van Wiggen.
Voorzitter Ruud Smit van de ondernemingsraad van Roc Leiden heeft de laatste jaren een open opstelling ervaren van de nieuwe bestuurders van zijn school. De instelling gaat nu samen met het ID College verder onder de naam Mbo Rijnland. “Een goede verstandhouding met het bestuur is belangrijk. Waarschijnlijk kom je er meestal wel samen uit. Maar als het nodig is, moet er wel iets zijn waarop je terug kunt vallen.”