blad nr 14
1-10-2017
auteur J. Poortvliet
In beeld

Leren programmeren

Wat betekent het ook alweer dat een smartphone 16 gigabyte geheugen heeft? Hoe werken servers en wat is uploaden precies? Krijg je al klamme handjes van deze vragen? Dan is dit jouw boek. Met angst voor de computer en de bijbehorende terminologie wordt op de eerste pagina’s al afgerekend. Dat maakt Hoe word ik een bit-kid? juist ook geschikt voor de volwassen programmeerleek en ict-nitwit (lees: het gros van de leraren).
De vormgeving is duidelijk gericht op de officiële doelgroep: groep 8 van de basisschool en de brugklassen van de middelbare school. Leerlingen volgen een stappenplan waarmee ze hun eerste game programmeren met Scratch, de programmeertaal voor de jeugd. Tussendoor in kaderteksten zit dus een schat aan simpele uitleg over de binnenkant van computers. Daarnaast begint en eindigt de Vlaamse auteur Filip Ledoux met waarom kinderen niet alleen gebruik moeten maken van computerprogramma’s, maar ze ook zelf moeten kunnen schrijven. Of op z’n minst daar kennis mee moeten maken op school.
Ledoux is in het dagelijks leven ict-consultant voor een telecombedrijf. ’s Avonds en in de weekenden werkte hij aan dit boek dat vorig jaar oktober voorzichtig op de markt is gebracht. In februari 2017 is het onder een wijder publiek verspreid en in september 2018 gaat het volgens de uitgever nog een keer gelanceerd worden. Auteur en uitgever willen nog een jaar proberen het boek onder de aandacht te brengen bij de scholen. Probleem waar ze tegenaan lopen is dat het niet past in een bestaand vakdidactisch hokje. Dus mikken ze in eerste instantie op wiskunde- of rekenlessen, projectweken en plusklassen. Dat dit onderwerp Ledouxs passie betreft blijkt zowel uit zijn teksten als uit zijn vasthoudendheid om programmeren daadwerkelijk de klas in te krijgen.