- blad nr 14
- 1-10-2017
- auteur Y. van de Meent
- Redactioneel
Werkdruk nekt hogeschooldocenten
Yvonne van de Meent Beeld Wim Stevenhagen
“Dit wordt geen leuk jaar voor mij”, constateert Rogier Haas, docent elektrotechniek bij de Hogeschool van Amsterdam begin augustus. “Het is weer het oude liedje, ik zit propvol.” Hij heeft net vernomen dat hij 26 lesuren per week is ingeroosterd en dat er daarnaast 0,4 fte overblijft waarin hij studenten kan begeleiden die met hun stage of afstudeeropdracht bezig zijn.
Haas had er al op gerekend dat hij het druk zou krijgen, want hij is bij de opleiding Engineering de enige die practica elektrotechniek verzorgt. Twee collega’s die ook kunnen omgaan met elektrische circuits waar 400 Volt doorheen gaat, zaten het afgelopen jaar ziek thuis. Haas geeft die practicumlessen met liefde, want hij is docent in hart en nieren. Het probleem is dat het taaklastmodel dat zijn afdeling hanteert
De hoge werklast heeft hem al een keer gevloerd. In april 2016 zat Haas op bevel van de bedrijfsarts een maand thuis. Tijdens zijn re-integratie mocht hij maar 22 lesuren per week worden ingezet. “Dat was heerlijk.” Maar al snel zat zijn rooster weer propvol. Hij heeft de hoge werkdruk vorig jaar aangekaart bij de opleidingsmanager, de faculteitsdirectie en bij personeelszaken. Daar kreeg hij te horen dat hij te perfectionistisch is, dat hij het zichzelf te moeilijk maakt. “Die hoge werkdruk is dus mijn eigen probleem”, concludeert Haas.
Begin dit jaar gaf hij een interview aan Folia, het weekblad van de hogeschool. “Ik ben geboren om les te geven, maar geen mens kan dit volhouden”, stond erboven. Ook die noodkreet heeft niet geholpen. “Sinds dat interview heb ik het gevoel dat ik gemeden wordt. Er heerst hier een angstcultuur, mensen zijn bangig.”
Een paar dagen nadat hij zijn takenplaatje ontving, heeft Haas zijn weekrooster gekregen. Op maandagen is hij twaalf lesuren ingeroosterd. Hij is de wanhoop nabij. “Ik heb een paar zware dagen achter de rug en een besluit genomen: ik ga op zoek naar een andere baan”, zegt Haas. “Ik ben 48 en zit al jaren in een onmogelijke positie. Het kan zo niet doorgaan. Ik wil niet nog een keer ziek worden. De eerste sollicitatie is al de deur uit.”
Tijdgebrek
De hoge werkdruk is een hbo-breed probleem. Afgelopen jaar heeft 11 procent van alle hbo-medewerkers zich ziek gemeld vanwege de hoge werkdruk, blijkt uit het werkbelevingsonderzoek dat arbeidsmarktfonds Zestor in mei publiceerde. Vooral docenten hebben het zwaar. Bijna de helft geeft aan dat de werkdruk te hoog of veel te hoog is. Omdat ze domweg tijd tekort komen, blijkt uit de 5,2 die zij geven voor de tijd die beschikbaar is om hun werk te doen. Het is de enige onvoldoende die wordt uitgedeeld. Over hun werk, hun hogeschool en hun collega’s zijn hbo-werknemers over het algemeen dik tevreden.
Aan het Zestor-onderzoek deden 24 hogescholen mee. De Hogeschool van Amsterdam heeft een medewerkersmonitor waaruit blijkt dat het in Amsterdam nog een graadje erger is: ruim 80 procent van de HvA-docenten vindt de werkdruk hoger dan wenselijk. Ze geven aan dat ze meer uren maken dan waarvoor ze zijn aangesteld, dat ze door tijdgebrek hun werk minder goed doen dan ze zouden willen en dat er taken blijven liggen. Driekwart van de HvA’ers heeft de hoge werkdruk het afgelopen jaar aan de orde gesteld, maar volgens meer dan de helft heeft dat niet of nauwelijks tot verbeteringen geleid. Terwijl het beteugelen van de werkdruk een speerpunt is van het college van bestuur en de centrale medezeggenschapsraad het thema ook al twee jaar bovenaan de agenda heeft staan.
Frustratie
Onderwijsadviseur Dennis van den Berg werkte zeven jaar als docent/onderzoeker bij de HvA. In april nam hij uit frustratie over de hoge werkdruk ontslag. “De taaktoewijzingsmodellen die gebruikt worden, zijn absurd. Voor het voorbereiden van een hoorcollege van twee uur, krijg je officieel maar twee uur. In die tijd kun je niet eens de stof doorlezen die studenten moeten doornemen. Ik bereidde soms alleen het eerste half uur van een werkcollege voor en zag wel hoe ik me er verder doorheen sloeg. Daar lijdt het onderwijs natuurlijk onder.”
Van den Berg was lid van de centrale medezeggenschapsraad en startte in 2016 een petitie om het werkdrukprobleem onder de aandacht brengen. Die petitie werd door 350 medewerkers van zijn faculteit ondertekend. Daarna schreef hij op verzoek van de faculteitsdirectie een notitie over werkdruk. Het heeft allemaal heeft allemaal weinig geholpen. “Op bestuurlijk niveau wordt het probleem echt serieus genomen, maar als docent merk je daar niks van”, stelt Van de Berg. Werkdruk wordt vaak als persoonlijk probleem gezien, weet de onderwijsadviseur. “Mensen die het over de schoenen loopt, wordt een cursus mindfullness aangeboden.”
‘Ervaren werkdruk’
“In het hbo wordt vaak gesproken over ‘ervaren werkdruk’ wat suggereert dat het een persoonsgebonden probleem is”, stelt docent fysiotherapie Kiek van der Putte, voorzitter van de commissie P&O van de centrale medezeggenschapsraad. “De ene persoon ervaart meer stress dan de ander, maar het echte probleem is dat docenten niet genoeg tijd hebben om hun werk uit te voeren.”
Van den Berg geeft de dolgedraaide verantwoordingsbureaucratie de schuld. “Bij de HvA wordt heel veel energie gestoken in het opstellen van protocollen en regeltjes die moeten voorkomen dat er iets fout gaat. Er gaat heel veel tijd verloren met het controleren of docenten zich aan die regeltjes houden. Onderwijsondersteuners kijken alleen maar of docenten hun toetsen op tijd inleveren, of alle competenties er wel in zitten, maar feedback geven op wat er in de klas gebeurt is er niet bij. In de jaren die ik bij de HvA heb gewerkt, heb ik niet één keer een lesbezoek gehad.”
Kiek van der Putte herkent dat. “Ik zit als docent heel veel achter de computer en heb soms met drie systemen tegelijk te maken waarin ik handtekeningen en feedback moet verzamelen. Als het op papier maar klopt, zit het wel goed met de onderwijskwaliteit, is het motto in het hbo geworden.”
Andere medezeggenschappers wijzen op het uitdijen van de onderzoekstaken. “De HvA steekt heel veel tijd en energie in onderzoek en dat is goed als het onderwijs naar een hoger plan brengt”, stelt docent informatica Gerlof Donga. “Alleen zijn de ambities vele malen groter dan de middelen die ervoor vrijgemaakt worden, waardoor onderzoek en onderwijs met elkaar gaan concurreren in plaats van elkaar te versterken.”
Bij verpleegkunde speelt naast de al genoemde factoren de vernieuwingsdrift een rol, denkt Robert Wagensveld. “Vernieuwen moet, maar bij de kwaliteitsbeoordeling van het onderwijs
En dan zijn er nog de startende docenten die als ze net goed ingewerkt zijn, weer weg moeten omdat ze maar twee jaar in tijdelijke dienst mogen zijn en er geen ruimte is voor een vaste aanstelling. “Dat verhoogt de werkdruk van de vaste medewerkers want die moeten weer een nieuwe tijdelijke kracht inwerken”, stelt Kiek van der Putte.
Vliegende Brigade
Het zijn grote, structurele problemen die niet allemaal tegelijk opgelost kunnen worden, stelt Van der Putte. “Er ligt inmiddels een werkplan, maar we moeten nog met het college van bestuur bespreken welke maatregelen er eerst genomen moeten worden.” Het plan voorziet in het formeren van een Vliegende Brigade die opleidingen gaat helpen bij het analyseren van het probleem en het aandragen van oplossingen. Want daar moet het gebeuren, bij de opleidingen, op teamniveau. “De belangrijkste slag die we moeten is van papier naar uitvoering en dat vraagt leiderschap van opleidingsmanagers en teamcoördinatoren. Daar zit de bottle neck.”
Rogier Haas is begin september toch weer aan de slag gegaan als practicumdocent. Eind augustus had hij een goed gesprek met zijn nieuwe opleidingsmanager en zijn afdelingscoördinator. Zij erkenden dat Haas het “veel en veel te druk heeft”. Het ongunstige taaklastmodel is opzij gezet om voor Haas een werkbaar rooster te maken. Hij beseft dat deze eenmalige ingreep nog geen garanties voor de toekomst biedt, maar heeft toch zijn sollicitatieactiviteiten opgeschort.
AOb wil flexwerk terugdringen
Het aanpakken van de hoge werkdruk is samen met het salaris de belangrijkste prioriteit bij de cao-onderhandelingen, vinden AOb-leden die vorig jaar de cao-enquête 2017 invulden. Minder lesuren per week, minder administratieve taken en een betere organisatie zijn de belangrijkste manieren om de werkdruk bij hogescholen te verlagen, aldus ruim honderd respondenten uit het hbo.
“De werkdruk wordt dus een belangrijk thema bij de komende cao-onderhandelingen”, stelt AOb-bestuurder Douwe Dirk van der Zweep. Maar niet alle werkdrukproblemen zijn aan de cao-tafel op te lossen. “Uit het werkbelevingsonderzoek van Zestor blijkt dat hbo-docenten niet genoeg tijd hebben om het onderwijs naar behoren uit te voeren. Dat is de kern van het probleem. Daar is geen snelle, simpele oplossing voor. De hoge werkdruk is vaak te wijten aan de organisatorische chaos, horen wij van leden. Dat moet echt op hogeschoolniveau opgelost worden.”
Andere werkdrukproblemen zouden al lang zijn opgelost als eerder gemaakte cao-afspraken werden nageleefd. “Een docent twaalf uur op één dag voor de klas zetten zoals bij de HvA kennelijk gebeurt, druist in tegen de cao en de werktijdenwet.”
Over het terugdringen van het aantal flexcontracten zijn ook afspraken gemaakt, maar daar komt nog weinig van terecht. “De helft van de docenten met een tijdelijke aanstelling vertrekt binnen twee jaar, vooral omdat ze geen vaste aanstelling krijgen. Zij gaan vaak bij een andere hogeschool aan de slag, weer met een tijdelijke aanstelling. De flexcarroussel draait op volle toeren en dat bezorgt de vaste krachten extra werk.”
Van der Zweep wil in volgende cao harde afspraken maken over terugdringen van het flexwerk. “En we willen alle vormen van flexwerk buiten de cao om verbieden. Anders vluchten hogescholen in ondoorzichtige payroll-constructies of brengen hun flexpersoneel onder in bv’tjes of bij eigen uitzendbureaus.”
Maar dan moet het nieuwe kabinet geen nieuwe prestatieafspraken maken met de hogescholen. Het geld dat vrijkomt door het afschaffen van de basisbeurs, moet rechtstreeks naar het onderwijs. “De basisbeursmiljoenen moeten in het hbo blijven en worden gebruikt om meer docenten op vaste contracten aan te stellen.”