- blad nr 10
- 3-6-2017
- auteur L. Verheggen
- Column
Budget voor personeel moet apart
De Algemene Onderwijsbond ziet het liefst dat budget voortaan wordt geoormerkt: een schoolbestuur moet aantonen dat geld dat was bedoeld voor passend onderwijs ook wordt uitgegeven aan passend onderwijs. Het is alleen de vraag of oormerken op korte termijn lukt, want voor schoolbesturen en veel politici is het een vies woord.
Misschien moeten we daarom een tussenstap voorstellen en ik denk dan aan renovatie van het schot in de bekostiging tussen personeelskosten en overige uitgaven.
Dat verdween als laatste in het primair onderwijs in 2006. De lumpsumfinanciering in die sector was toen al geregeld, maar er bestond een scheiding tussen het personeelsbudget en de overige uitgaven. Zeer tegen de zin van de AOb koos de Tweede Kamer er destijds voor om daar één zak met geld van te maken.
Onze bezwaren zijn deels pragmatisch. Budgetten voor immateriële kosten zijn al jaren niet toereikend. Gechargeerd kun je stellen dat OCW doet alsof we onze scholen inrichten als in de jaren vijftig. Met krijtborden in plaats van digiborden.
Toch wilden werkgevers deze vrijheid graag hebben en aanvaardden ze dus dat ze niet genoeg financiële ruimte kregen om scholen draaiende te houden. Energierekeningen die te hoog uitvallen, worden sindsdien betaald door te snoeien in personeel. Met budget om starters aan te trekken wordt de loodgieter betaald.
Met een schot in de bekostiging kan dat niet. Dan moet de verwarming twee graden lager en moet een reparatie wachten tot er ruimte is in het budget. En komt die ruimte er niet, dan kan een bestuurder niet langer bij geld dat was bedoeld voor de nieuwe conciërge. Dan moet hij met zijn grieven naar Den Haag. En dat is de enige juiste route.
Liesbeth Verheggen, voorzitter AOb