• blad nr 9
  • 20-5-2017
  • auteur . Overige 
  • Opinie

 

Controledrift moet plaatsmaken voor spontaniteit

Juf Marga Fennema is het getrek aan jonge kinderen zat. Durf de methode los te laten en vertrouw op je eigen deskundigheid en op de natuurlijke ontwikkeling van kinderen, adviseert ze collega’s.

Tijdens mijn afstudeerstage leerde mijn mentor mij de geheimen van het vak. Ze bracht altijd een grote tas mee met spullen om haar onderwijs levendiger te maken. Een activiteit over tellen en getalbegrip deed ze bijvoorbeeld door met de kinderen een fruitsalade te maken. Tot mijn geluk kon ik nadat ik m’n diploma had behaald op diezelfde school aan de slag als kleuterjuf. Tot op de dag van vandaag vind ik het een prachtig beroep, maar ik voel ook al langer dat er iets moet veranderen.
Het lijkt wel alsof we langzaamaan steeds harder trekken aan het (jonge) kind. De prestatiedruk die wij als volwassene geregeld ervaren, oefenen wij ook uit op de kwetsbare doelgroep waar wij mee werken. Het gaat meer over wegen en gewogen worden. De methode bepaalt grotendeels de werkwijze waardoor er minder ruimte is voor de waardevolle eigen inbreng van kinderen en spontane ideeën van de leerkracht. We controleren wat af. Een concreet voorbeeld is dat een kleuter tijdens het knutselen zelfstandig zestien gelijke vakjes kan vouwen. Na de werkles wordt op de weektaak genoteerd of het doel is behaald. Het rooster is dichtgetimmerd en de nadruk ligt op cognitieve activiteiten. Ook belasten we jonge kinderen met zaken waar ze vaak nog niet aan toe zijn. Denk aan kleuters die structureel schrijfles krijgen of het feit dat kinderen aan het eind van groep 2 een bepaald aantal letters moeten kennen. Dan heb ik het nog niet eens gehad over de Cito-toets voor kleuters. Dit vind ik hét instrument dat niet meet wat je wil weten. De toets is niet verplicht, maar toch durven veel scholen het niet los te laten. We zijn te veel gericht op opbrengsten, we bieden activiteiten aan waar het kind nog niet aan toe is en we werken niet op een voorwaardenscheppende manier. Kennen wij het jonge kind wel en weten we wat het nodig heeft?
CDA-Kamerlid Michel Rog heeft in februari gepeild wat zo’n drieduizend kleuterleerkrachten vinden van het huidige kleuteronderwijs. Negen van de tien kleuterleerkrachten vinden dat er een specialistische opleiding moet komen voor het geven van kleuteronderwijs. Deze leerkrachten geven aan dat er momenteel onvoldoende kennis is over het jonge kind. Alles valt of staat bij de deskundigheid van de leerkracht. Uit onderzoek blijkt dat de leerkracht de belangrijkste factor is die invloed heeft op de leerling. Als de leerkracht zich daarvan bewust is, wordt duidelijk dat het niet de methode is die het verschil maakt, maar de professional. Dat zie ik ook zo, de methode zou moeten fungeren als bronnenboek en moet dus niet leidend zijn voor ons onderwijs. Leerkrachten moeten kennis hebben over ontwikkelingspsychologie en de leerlijnen, zodat ze kunnen aansluiten op de behoeften van het kind. Ik denk ook aan het belang van spel, dat wordt geregeld onderschat naar mijn idee. Spel is de drager van de ontwikkeling van kleuters. Tot slot zou het een winst zijn als alle leerkrachten, maar ook ouders nagaan hoeveel momenten het kind beweegt op een dag. Effectieve leertijd is een bekend begrip in het onderwijs. Ik denk dat de leertijd effectiever wordt als we meer bewegen met de kinderen.
De politiek wil meer geld naar het onderwijs, denk aan verhoging van het salaris. Er is geen leerkracht die het daar niet mee eens is. Maar is dat de enige oplossing? Het zijn de onbetaalbare dingen die het hem doen. Vertrouwen! Ik pleit voor vertrouwen in de deskundigheid van de leerkracht en vertrouwen in de natuurlijke ontwikkeling van het kind. Als kwaliteiten van leerkrachten tot hun recht komen, geldt dat voor kinderen ook. School zou over het leven moeten gaan, dan komt het leren vanzelf. Hoe we dit allemaal ombuigen naar concrete plannen begint met kleine stappen. Ga met collega’s in gesprek, waarom doen we de dingen zoals we ze doen? Wat heeft meerwaarde, wat niet? Durf het gesprek aan te gaan en durf los te laten. Niet klagen, maar doen. Bedenk één ding wat meer plezier geeft in de klas, start er morgen mee. Zo vierde mijn klas afgelopen vrijdag een bruiloft, grotendeels voorbereid door de kinderen zelf. Volgens mij hebben ze nog nooit zo veel geleerd.
Zeg jij ook: Ja, ik wil?

Marga Fennema is leerkracht in groep 3

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.