- blad nr 20
- 17-12-2016
- auteur A. Jonkman
- Column
Team teaching
Een buitengewoon getalenteerde 23-jarige collega van mij heeft van het LerarenOntwikkelFonds voor onze school meer dan 20 duizend euro gekregen voor het ontwikkelen van team teaching. Samen met mij en nog een collega staat zij nu onder andere op vrijdagmiddag aan twee atheneum/gymnasium klassen Wetenschapsoriëntatie te geven. In onze normjaartaak tellen deze uren voor elk van ons dus voor twee derde mee. Team teaching houdt kortgezegd in dat een aantal docenten doelgericht en regelmatig samenwerkt om een groep leerlingen te laten leren. Met z’n drieën op twee klassen geeft ons de mogelijkheid om leerlingen persoonlijk te begeleiden. Sommige kunnen in kleinere groepen instructie krijgen, anderen gaan liever zelfstandig aan de slag. Wij hebben daarvoor op school een speciale ruimte waar zestig leerlingen in passen. Die zaal is speels ingericht met wiebelkrukjes en een grote houten boom in het midden. Sommige collega’s noemen het dan ook ‘de crèche’ of ‘onze buitenschoolse opvang’. Zij vinden dat een aantal van ons volledig krankjorum is geworden. Anderen genieten zichtbaar van de nieuwe mogelijkheden die de zaal hen geeft en staan er met plezier les te geven. Regelmatig lopen leerlingen uit alle jaarlagen tijdens andere lessen binnen om samen aan een opdracht te werken. Zelf vind ik het eerlijk gezegd nog dodelijk vermoeiend. Ik zie de mogelijkheden en ik vind de samenwerking met collega’s heel erg prettig. Maar er gaat in deze vorm van lesgeven voor mij op dit moment meer energie zitten dan ik er voor terugkrijg. Ik ben er nog niet bedreven genoeg in en nou vindt Loet de bloedig in elkaar gedraaide syllabus ook nog eens oninteressant. Mijn collega vraagt hem: “Wat hadden wij kunnen doen om het voor jou wel boeiend te maken?” Loet zegt: “Had mij eerst gevraagd wat ik al van mijzelf weet.” De nulmeting. Helemaal vergeten.
Scholen vinden moeilijk invallers