- blad nr 20
- 17-12-2016
- auteur M. van Nieuwstadt
- Redactioneel
‘Rustig, de vliegtuigen zijn ver weg’
Toen mensen op straat protesteerden tegen het incident, openden de troepen van de regering het vuur. Daarbij vielen doden en dat was de aanleiding voor gewapend verzet van tegenstanders van het regime. Zes jaar later bombarderen regeringstroepen Daraa nog altijd.
Deze school, in een oude veestal, ligt in een deel van de stad dat in november in handen was van de rebellen.
De circa 80 leerlingen, gevlucht uit andere delen van het land, zitten om de beurt op één van de zes beschikbare schoolbankjes. Het meisje op de foto maakt rekensommen op het bord. Tekstboeken en schriften zijn er niet. Een 25-jarige leerkracht op de school vertelde een journalist die werkt in opdracht van Unicef dat sommige kinderen uit angst huilen als er een vliegtuig overkomt: ‘We kalmeren ze door hen te vertellen dat de vliegtuigen ver weg zijn.’ Een 29-jarige collega zegt: ‘Het lesgeven gaat goed. Al zouden we graag plastic hebben om de verschillende groepen van elkaar te scheiden.’
Deze maand meldden de internationale persbureaus dat de rebellen in Syrië aan de verliezende hand zijn nu de regeringstroepen Aleppo met hulp van Rusland geheel in handen lijken te krijgen. Volgens de BBC hebben in het conflict intussen 250 duizend Syriërs het leven verloren en zijn er 11 miljoen mensen uit hun huizen verjaagd. 1,7 miljoen kinderen gaan niet naar school. Volgens een woordvoerder van Unicef hebben dit jaar in Syrië tachtig aanvallen op scholen plaatsgehad. “Soms wordt één school twee of drie keer achter elkaar getroffen.” Deze school in Daraa is niet gebombardeerd.